de norbertijnen in de zee-landen 197 hij de overgang tot de orde van de Nor bertijnen, de eerste vestiging in zijn dio cees, met kracht hebben bevorderd. In 1 1 27 ging het Walcherse regulieren convent over naar de orde van Prémon- tré. De Norbertijnen die zich hier vestig den waren afkomstig uit de St. Mi- chielsabdij te Antwerpen, een recht streekse stichting van Norbertus. Men zou zo kunnen zeggen dat de Middel burgse abdij een kleindochter was van Prémontré. Nog in 11 27 kregen de Nor bertijnen van bisschop Godebald het officium „predicandi in maritimis nostris", dat is het recht of de bevoegd heid tot prediken, tot het optreden als rondtrekkende pastores. Dat was de heilige Norbert ook geweest. Zij hebben zich op de huidige plaats in Middelburg pas in 11 50 gevestigd, al thans op 23 mei 1 1 50 werd door de paus de toestemming tot verplaatsing van de abdij door de Utrechtse bis schop bekrachtigd. Zij kwamen toen in het castrum, in de burcht van Middel burg die sinds 1128 het steunpunt was van het Hollandse gezag. Het was een plaats „waar zij rustiger konden leven en vrijer de Heer konden dienen". Dat de Norbertijnen de beschermelingen waren van de anti-Vlaamse bisschop van Utrecht en de graaf van Holland zal in de 1 3e eeuw nog duidelijker blijken. Nog even over dat officium „predicandi in maritimis nostris", in onze zee-lan den. Het was toen nog een gebruike lijke aanduiding voor Walcheren en omgeving, kortom voor geheel Zeeland. De uitdrukking komt na de 12e eeuw niet meer voor. De Walcherenaren, we mogen ook de Zeeuwen zeggen, wor den nog omschreven als „duriciam gen- tis" en „rudis populus", ruw en onbe schaafd volk. Ik geloof dat we mogen zeggen onchristelijk volk, ook al had Willibrord hier al in de 8ste eeuw ge predikt. De Norbertijnen kregen een groot veld om te bewerken. En daarmee komen we op de taak die zij op zich had den genomen. Wij kunnen niet uit rechtstreekse bronnen putten wat de Middelburgse abdij betreft, maar wel uit die van de andere abdijen van deze orde. De Premonstratensers zijn reguliere ka nunniken: in feite een tautologie want in het woord regulier zit regel en het Griekse woord canon, waarvan kanun nik is afgeleid, betekent eveneens regel. In de 12e eeuw was de grote strijd vraag: wat is de voortreffelijkste staat, die van de monniken of die van de ka nunniken. De schaal sloeg over naar die van de kanunniken. Eén van de grootste voorstanders van de staat van reguliere kanunniken, levend volgens een kloos terregel, was Norbertus. Een geheel nieuwe geestelijkheid diende gevormd te worden, die tegen de heersende mis standen als simonie - de handel in geestelijke goederen - en nicolaïsme - de onwettige verhouding van priesters met vrouwen - een muur zouden vor men. Een nieuwe geestelijkheid levend naar de regel van Augustinus: - Allereerst moet u eensgezind teza men wonen, één van ziel en één van hart op weg naar God; - Bij u mag geen sprake zijn van per soonlijke eigendom. Zorgt er integendeel voor dat alles onder u gemeenschappelijk is. Uw overste moet ieder van voedsel en kleding voorzien. Niet dat hij iedereen evenveel moet geven, want u bent niet allen even sterk, maar aan elke persoon moet gegeven worden wat hij persoonlijk nodig heeft. Zo leest u immers in de handelingen van de Apostelen: „Zij bezaten alles gemeenschappelijk en ieder kreeg wat hij nodig had." - Zij, die in de wereld iets bezaten, moeten er prijs op stellen dat dit, bij hun intrede in het klooster, van de gemeenschap wordt. Trouw in het gebed, het lichaam bedwingen door vasten, zuiverheid in alles (ook op het lichaam) en gehoor zaamheid. Op kerstdag 1121 legden de eerste Premonstratensers hun professie af volgens de regels van Augustinus. Zij beloofden hun leven in te richten vol gens het evangelie van Christus, de in stelling van de apostelen en decanonia- le regel van Augustinus. Al naar gelang van het milieu waarin zij werden aange wend, aldus Weyns, betekende evan gelisch niet alleen zich richten naar de algemeen geldende regels van het evangelie, maar voor de rondtrekkende predikers vooral: in volkomen onthech ting en onbaatzuchtigheid bekering prediken, zoals Christus het aan zijn leerlingen had voorgeschreven. Apostolisch leven sloeg meer op het ge meenschappelijke leven naar het voor beeld van de eerste christengemeente

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1983 | | pagina 5