bron en stroom - ontmoeting met de norbertijnen
201
derlijke abdijen ziet men een mozaïek
van vele verschillende taken en zendin
gen, overeenkomstig de noden van de
streek en de talenten van de medebroe
ders.
3. Bron en stroom: de diepste zin
van ons leven, bidden en werken
„Bron en stroom", twee woorden die te
maken hebben met de keuze die deze
646 mensen uit Nederland en Vlaande
ren met hun leven hebben gemaakt.
Vanuit ons geloof in God en in Christus
Jezus, die onze Bron zijn, willen wij met
elkaar en met vele mensen een stro
ming op gang brengen die ons leidt
naar een betere samenleving in deze
wereld en naar het eeuwig leven, de
terugkeer in onze Bron.
Wij staan in de traditie van het oude Bij
belvolk dat zijn geboorte erkende in de
scheppende handen van God, en dat
naar die God verlangde „als een hert
naar stromend water".
Wij staan in de traditie van twintig eeu
wen christendom, dat er ononderbro
ken voor gezorgd heeft dat het evange
lie van Jezus, de Bron van het leven, als
een stroom van heil zijn weg zocht in de
bedding van volkeren en landen, steden
en dorpen, harten van mensen.
Met onze medechristenen hebben wij
begrepen dat de Verrezen Heer Jezus
de Bron kan zijn en blijven waaraan wij
ons laven. Zijn Persoon, zijn Woorden
en Daden, zijn Evangelie, zijn de bron
nen van ons leven, bidden en werken.
De stroom is de kracht in ons, van zijn
liefdevol omgaan met de mensen, van
de genezing en bevrijding die wij in zijn
Naam aan medemensen schenken, van
de vergeving en barmhartigheid waar
mee wij mild en verzoenend willen oor
delen over mensen en dingen. Als wij
trouw blijven aan die Bron, de levende
Jezus, zal God ons in de kracht van zijn
Geest vaardig maken om naar Jezus'
voorbeeld te bidden en weldoende rond
te gaan. Als wij trouw zijn aan die Bron,
zullen Gods goedheid en barmhartig
heid, zijn liefde en vrede, ook vandaag
aan mensen gebeuren.
Norbert, onze stichter, heeft ons in de
twaalfde eeuw opgeroepen tot een zo
radicaal mogelijke navolging van Jezus,
heel concreet, dag aan dag, levend van
uit een evangelische inspiratie; als een
profeet in de verstarde crisiskerk van
zijn tijd, heeft hij ons geroepen tot
voortdurende zelfhervorming en beke
ring, opdat de stroom van het heil geen
stilstaand water worde, waarin leven en
heil verstikken. Bij onze stichter als
„apostel van de vrede", leren wij de
droom en de inzet voorvrede, verdraag
zaamheid, verzoening. Hij heeft ons te
vens uitgenodigd niet de weg te gaan
van de macht, van de rijkdom, maar van
het dienstwerk, en de keuze voor diege
nen die Jezus' uitverkorenen waren: de
armen, de zieken, de zondaars, de kin
deren, de mensen met verdriet en pro
blemen, de eenzamen zonder liefde en
hoop, de mensen met onderdrukte en
versmoorde stemmen. In één woord: de
mensen die het heil van God verwach
tenIn ons moet Jezus Bron en
stroom zijn voor velen.
4. Bekoring en beperking bij de
Bron
Zijn wij steeds bron en stroom? Neen,
want wij zijn ook steeds kinderen van
mensen, kinderen van onze tijd, gete
kend niet alleen door het aards paradijs,
maar ook door het dal van ellende.
Ook wie Jezus wil verkondigen, wie
God wil zoeken, wie de aardse realiteit
wil heiligen, wie mensen en dingen on
der het heil van God en Christus wil
brengen, wordt bekoord. Ook bij de
Bron horen wij de lokkende stem van
bezitsverruiming, groeiende macht
over mensen en dingen, de eigenwaan
om op eigen krachtte bouwen en te ver
trouwen. Ook leerlingen van Jezus kun
nen vervreemden van hun Bron als ze
hun fundamentele evangelische roe
ping vergeten en zich meer gaan inlaten
met financiële, economische, socialeen
politieke zelfvergroting.
Bij de Bron klinkt echter ook de roep om
zich niet blind te staren op geweld en
geld, op machtsverruiming en bezits-
vergroting, maar bereid te blijven tot
zelfhervorming en bekering van het
hart. Als wij onszelf niet steeds weer
wel-dadig corrigeren, zal de geschiede
nis ons geweld-dadig corrigeren, vroeg
of laat. Ja-zeggen aan de bekoring is
sterven of vernietigd worden; ja-zeg
gen aan bekering betekent leven. Het is
de keuze tussen ontrouw en brontrouw.
5. Leven en sterven: koude taal van
de geschiedenis?
Miljarden mensen leefden en stierven
vóór ons, sterven en leven vandaag,
jong en oud. Omdat ze ziek en oud, op
geleefd zijn, omdat ze niet meer kunnen
of willen leven, of omdat ze gedood
worden door onrecht en geweld, oor
log, of het omgaan met macht en ge
vaar in onze samenleving.
Die miljarden mensen laten ons vaak
koud, ze staan in de koude vergetelheid
van de geschiedenis. Hun sterven doet
ons geen pijn, we zijn er niet bij betrok
ken. Maar enkele tientallen mensen
rondom ons sterven tijdens ons leven,
heel nabij. Dan doet het pijn, het raakt
ons, we zijn er immers bij betrokken.
We weten dat het om mensen gaat met
een hart en gevoelens, ideeën en talen
ten en gebreken, liefde en vriendschap,
zwakheid en zonde, geloof en hoop,
noden en vragen.
Dit mysterie van de mens erkennen we
in de geschiedenis, het leven en sterven
van beschavingen, volkeren, dorpen en
steden en kerken en religieuze gemeen
schappen. Ook die geschiedenis laat
ons vaak onberoerd. Die koude feiten
van de geschiedenis wijken voor bezin
ning en stilte als wij er op een of andere
manier bij bewogen worden. Ook ker
ken en gemeenschappen kunnen ster
ven omdat ze uitgeleefd zijn, omdat ze
geen innerlijke levenskracht meer heb
ben. Ze kunnen ook sterven of vernie
tigd worden door politiek, sociaal-eco
nomisch zo gegroeide macht, dat die
macht kantelt en henzelf verplettert.
Hoe sterk ze zich ook wanen, hoe groot
hun verleden mag geweest zijn, tegen
kantelende macht zijn ze niet opgewas
sen.
6. Middelburg 1574
Vandaag zijn wij in een abdij, waarvan
het einde in 1 574 ons allen bekend is;
elk van ons is er van nabij of van verre bij
betrokken, als christenen van verdeelde
kerken, als Zeelanders, als inwoners
van deze stad, als Norbertijnen. De ge
schiedenis van de abdij van Middelburg
zegt ons dat de abdij in de eerste helft
van de zestiende eeuw als religieuze ge
meenschap totaal uitgehold was, niet
meer leefde vanuit haar oorspronkelijke