de verhouding van zeeland tot de protestanten in Vlaanderen van de XVIe tot de XlXe eeuw 21 drukt? En toch, ondanks al deze plakka ten en maatregelen zijn er gemeenten gebleven. In het geheim moesten ze sa menkomen; om 9 uur 's avonds begon nen hun kerkdiensten. Gezongen kon er niet worden en steeds moesten ze be dacht zijn op een overval. Die diensten duurden meestal tot middernacht. Ook de begrafenissen moesten des nachts plaatsvinden. Wanneer deZeeuwse classes, gerugge- steund door de Staten, predikanten naar Vlaanderen zijn blijven zenden, is dit een kleinigheid geweest vergeleken bij de toestanden waaronder hun ge loofsgenoten aan de overzijde van de grens hebben moeten leven. Het be hoeft ons dan ook niet te verbazen dat de ene gemeente na de andere, in de 17e en ook nog in de 18e eeuw werd opgerold. Maar, al mag het dan weinig geweest zijn, toch is die steun vanuit - Zeeland voor hen die bleven belangrijk geweest. Toen Isabella op 2 december 1 633 haar hoofd voorgoed moest neer leggen, kon zij dat doen met de voldoe ning dat zij, alles wat menselijk moge lijk was gedaan had om haar landen, voor zover zij daar toen nog iets te zeg gen had, naar de wens van haar vader, had gezuiverd van ketterij. Philips II was opgevolgd door zijn zoon Philips III. Toen deze in 1 621 stierf, in hetzelfde jaar dat ook Albertus het tij delijke voor het eeuwige verwisselde, werd hij opgevolgd door zijn zoon Phi lips IV. Isabella bleef in naam souverei- ne vorstin, maar in werkelijkheid bete kende dat niet meer dan landvoogdes. Het beleid van de regering ten bate van de kerk van Rome, ging door, zoals dat gestalte had gekregen onder de aarts hertogen. Philips IV regeerde tot 1 665 en werd opgevolgd door zijn zoon Karei II, die stierf op 1 november 1 700. Daar mee was er een einde gekomen aan het Spaanse huis Habsburg en al spoedig brak de Spaanse Successieoorlog uit, die het gezicht van Europa weer enigs zins veranderde. Maar, eer we zover zijn, moeten we in verband met de protestanten in Vlaan deren iets zeggen over de vrede van Munster en hetgeen daaraan vooraf ging. Philips IV is, door permanent geldgebrek, gedwongen geweest vrede te sluiten met de Republiek. Frederik Hendrik had, na de dood van zijn broer, grote delen van de Spaanse Nederlan den veroverd. Door de val van 's-Herto- genbosch en Breda, was het grootste deel van Noord-Brabant verloren ge gaan. Door de val van de steden langs de Maas, ging het grootste deel van het tegenwoordige Limburg voor de Span jaarden verloren. En door de verovering van Sas van Gent in 1 644 en Hulst in 1 645 hebben de tegenwoordige gren zen van Zeeuws-Vlaanderen hun vorm gekregen. Deze, door Frederik Hendrik veroverde gebieden werden als Gene raliteitslanden direct geplaatst onder het gezag van de Staten-Generaal. Een belangrijke reden om deze streken niet in de Unie van Utrecht op te nemen, is wel geweest het feit dat zij overwegend een rooms-katholieke bevolking had den. In 1 599 was er voor de delen van het tegenwoordige Zeeuws-Vlaande- ren die toen in bezit van de Staten wa ren, een Raad van Vlaanderen opge richt, die zetelde in Middelburg. Maar militair en in vele delen ook politiek, was Zeeuws-Vlaanderen direct afhan kelijk van de Staten Generaal. Met de vrede van Munster is er dan een einde gekomen aan de Tachtigjarige Oorlog. Philips IV, die geheel en al een koning in Spaanse stijl is geweest, heeft moeten buigen voor de Republiek die hij in de grond van zijn hart diep ver achtte. Hij kon de lasten van de voort gaande oorlog niet langer dragen. De onderhandelingen over deze vrede hebben enige jaren in beslag genomen. Dat deze zo lang duurden, was mede te danken aan het punt van de religie. Hie rover kon men het onmogelijk eens worden. De Staten van Zeeland hebben zich op dit terrein vasthoudend ge toond. Trouwens, ook op andere terrei nen had Zeeland een eigen inbreng, welke niet altijd strookte met die van Holland en de andere provincies. (Zie Zeeuwse Encyclopedie Deel I). Philips wilde vrijheid van godsdienst in de Noordelijke provincies. De Staten Ge neraal eisen dan wederkerig gods dienstvrijheid voor de protestanten in de zuidelijke provincies. Philips IV liet weten dat dit voor hem onmogelijk was. Het handhaven van de rooms-katholie- ke eredienst, en deze alleen, was voor hem een erezaak. Zijn gedelegeerde bij de onderhandelingen verklaarde dat zijn meester nooit de Staten Generaal zou toestaan de souvereiniteit op gods dienstig gebied, omdat deze hem niet toekwam. Hij eiste, namens zijn vorst godsdienstvrijheid voor de rooms-ka- tholieken in de zeven provinciën en de geannexeerde gebieden. De Staten van Zeeland weigerden zelfs toe te stem men in de r.k. eredienst in de zoge naamde generaliteitslanden. Tenslotte heeft de Republiek gekregen wat ze wilde, het volledige oppergezag over de geannexeerde gebieden en „dwingt aan de „Katholieke Koning" af een stilzwijgende verdraagzaamheid in deSpaanse Nederlanden". (Pirenne).Te begrijpen is dat de paus de Vrede van Munster veroordeelde. Hij was trou wens ook tegen de afstand van de ket terse provinciën. Wanneer erop 30 januari 1 648 het vre desverdrag van Munster getekend wordt, blijven er op het punt van de reli gie, waarover zoveel gediscussieerd was, slechts twee magere artikelen over, het 1 8e en 1 9e. De koning zal eer bare plaatsen geven voor de begrafenis van de lichamen van hen, die zijn van de zijde van de Heren Staten. En het 1 9e art. dat bepaalt dat handelaren, en dat ook wederkerig, zonder schandaal te veroorzaken, ten onrechte van de pu blieke uitoefening van de godsdienst, zich in eikaars gebieden mogen bewe gen. Het was ongeveer hetzelfde als hetgeen er in 1 604 was overeengeko men met Engeland en stilzwijgend bij de bepalingen van het Twaalfjarig Be stand werd aanvaard. De gedeputeerde van de Staten van Zeeland, De Knuyt, heeft het verdrag van Munster getekend, tegen de wil van zijn Staten. Men zag hier duidelijk aan komen (bij andere bezwaren die zij had den) dat de zaak van de religie een zaak van voortdurend gekibbel en getwist zou zijn en dat is ook zo geworden. Van de eerbare plaatsen voor de begra fenis van de lichamen van hen die van de zijde der Heren Staten zijn, is niets terecht gekomen. Op 4 december 1 657 beklagen de Staten van Zeeland zich ernstig over deze situatie en zij herhalen hun protest op 6 augustus 1 659. De ge zant van de Verenigde Provincies te Brussel, had één van zijn zonen verlo ren. Er was in de Spaanse Nederlanden geen begraafplaats beschikbaar en zo was men genoodzaakt zijn lichaam naar

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 21