de verhouding van zeeland tot de protestanten in Vlaanderen van de XVIe tot de XlXe eeuw 22 Bergen op Zoom te vervoeren, „vermits alhier onder deze Barbaren, een chris- tenmensche geen begraefplaets ver gunt wert". De Staten van Zeeland, dikwijls ge waarschuwd door de classis Walche ren, hebben zich menigmaal bemoeid met het lot van de protestanten in de Spaanse Nederlanden. In de notulen van de Staten van 4 december 1 657 le zen we: „Gedelibereerd zynde op 't ver- toogh van de classis Walcheren re- monstrerende seekere insolentiën (on beschaamdheden) en vexatiën (plage rijen), die onlancx binnen Gent aen een persoon van de Gereformeerde religie op sijn sterfbedde door de paepsche geestelijckheijt, geassisteert door eeni- ge van de justitie zouden wesen aenge- daen; en dat oock tot nogh toe binnen de provintien resorterende onder 't ge bit van den Koninck van Spaignen, gee- ne eerlijcke plaetsen tot begraefenisse van de Gereformeerden zijn geordon- neert, is goetgevonden dat 'tselve ver- toogh met de geannexeerde stucken sal werden gezonden aen de Heeren ordi- naris ter Generaliteyt, omme op 't een en ander behoorlijck redres (rechtzet ting) geprocureert (bezorgen) by inter cessie van Hare Ho.-Mog.". Bij dit citaat moeten wel een paar aan tekeningen worden gemaakt. Het recht van de stola was het geheel van rechten (inkomsten van een parochie enz.) die een pastoor verkreeg wanneer hij als zodanig doorzijn bisschop werd toege laten voor een bepaalde parochie. De stola is een deel van de priesterkleding bij de mis, een lange strook stof, in een van de liturgische kleuren. In de Spaan se Nederlanden hing met het recht van de stola ook samen dat een pastoor het recht had toegelaten te worden tot een stervende, of er om gevraagd werd, dan wel niet. Om welverzekerd te zijn, neemt de pastoor in Gent enige van de justitie mee. Blijkbaar gaat het hier om een zogenaamde bekering op het sterf bed en alles wat daarmee samenhing. Ook de begraafplaats komt hier wede rom aan de orde. Op de Vlaamse Olijf berg heeft men hiermee ook wel eens te maken gehad, maar toen gingen de klachten regelrecht naar de Hollandse gezant te Brussel, die ze doorstuurde naar de Staten Generaal. De Staten van Zeeland beslissen dat „met geannexeerde stucken", deze zaak zal worden gezonden „aen de Hee ren ordinaris ter Generalityt", die ze moet overbrengen. De rechtsmacht van het generaliteitsland Zeeuws-Vlaande- ren berustte te Middelburg bij de Raad van Vlaanderen, die in 1 599 was opge richt. De souvereiniteit over dit gebied echter werd uitgeoefend doordeStaten Generaal, die hier de gouverneurs en militaire commandanten aanstelden. Zo is dan ook wel deze zaak uit Gent daar terecht gekomen. een tentoonstelling betreffende de geschiedenis van het vlas en de hedendaagse toenassina

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 22