over boeken/kroniek 29 bied van de genealogie, de heraldiek en de geschiedenis van Holland en Zee land. In de biografische schets van Smalle- gange heeft V. getracht „om in grote lij nen Smallegange's levensloop duidelijk te maken, een indruk te krijgen van zijn relaties met een aantal tijdgenoten, een beeld te vormen omtrent zijn ideeën op politiek en religieus gebied en om een voorzichtig oordeel te vellen over het belang van zijn werk". De voornaamste zaken die uit het bio grafisch onderzoek naar voren kwamen geven de volgende levensloop weer. Mattheus Smallegange werd geboren te Goes in december 1624. Hij gaat naar de Latijnse School te Middelburg (1636-1641), na verhuizing uit Goes, en studeert filosofie en rechten aan de Universiteit van Utrecht (1643-1649). Vervolgens maakt hij een buitenlandse studiereis, het sluitstuk van een degelij ke opvoeding. Van 1 652 tot 1 658 ver blijft hij te Goes. Als gevolg van de on lusten tussen de partijen die ontston den in de stadhouderloze periode vol gend op de dood van Willem II in 1 650 verliet hij Goes en vestigde zich te Am sterdam. Na zijn verbanning uit Amster dam in 1 666, naar aanleiding van een Orangistisch gedicht dat hij schreef voor Willem III, is het tot 1 680 niet dui delijk waar hij woonde. Waarschijnlijk keerde hij weer naar Amsterdam terug of reisde rond, ondertussen het mate riaal voor zijn Nieuwe Cronyk van Zee land verzamelend. Dit is een historisch werk dat zijn levenswerk moest worden maar helaas onvoltooid bleef tengevol ge van ruzies tussen steden, instanties en invloedrijke personen. V. geeft een uitvoerig overzicht bij zijn behandeling van de Cronyk over de bijna 20 jaar waarin aan de Cronyk deel 1 werd ge werkt en gewijzigd (1682 aangekon digd - eind 1 700 gereed voor versprei ding). Alleen deel 1 verschijnt; de kopij voor deel 2 is verloren gegaan. Tijdens de laatste jaren van zijn leven (1695- 1710) leefde Smallegange weer in Goes en stierf aldaar op 5 januari 1710. Tussen deze biografische schets en de eigenlijke bibliografie bevindt zich nog een lijst van geraadpleegde archieven, bibliotheken en andere collecties. Hier uit blijkt dat de auteur 161 collecties zelf heeft geraadpleegd, variërend van Aardenburg, Barneveld en Cambridge tot en met Veere, Wemeldinge en Zwol le. Opvallend is wel het grote aantal pri vé-collecties in Zeeland (53). Hieruit blijkt dat de Cronyk binnen Zeeland een wijde verspreiding heeft gehad en een geliefd en kostbaar bezit is geworden. Het is zoals V. op het slot van zijn Voor woord zegt: „Het spijt mij oprecht dat ik hen uit veiligheidsoverwegingen in de anonimiteit van „privé-collecties" moet laten, want „de Smallegange" is een kostbaar bezit. Het in een boek neer schrijven van een banvloek aan de po tentiële boekendief, zoals eertijds de gewoonte was, is helaas nooit afdoende gebleken". Wanneer ik het waag tot een eindoor deel te komen, moet ik zeggen dat, niet tegenstaande het feit dat dit werk geen „seller" zal worden, degene die geïnte resseerd is in leven en werk van Smalle gange in dit standaardwerk (want zo mogen we het gerust noemen) veel in teressante gegevens kan opdoen. Bo venal is het mijn stellige overtuiging dat het voor hen die zich bezighouden met het „bibliografisch handwerk" een on misbaar werk is. R. M. R. Kroniek Wie in Zeeland rond-„tuint" als een kraai, vangt altijd wat en het is meestal de moeite waard. Ziehier wat zich aan het einde van het jaar 1 983 nog in goed en wel een maand tijd op mijn leestafel verzamelde. Eerst van het kerkelijk erf twee boekjes naar aanleiding van het 400-jarige bestaan van Hervormde Ge meenten op Walcheren. Het eenvou digst is het reeds in 1979 verschenen boekje (40 pagina's) over de Hervorm de Gemeente te Oostkapelle, samen gesteld door A. J. de Broekert'). Wat uitgebreider en breder uitgewerkt in de beknopte geschiedenis van de Ned. Herv. Kerk te Serooskerke (51 pagi na's; 1 983), tekst F. v. d. Driest en J. C. van Winkelen2). Beide boekjes zijn rijk en goed geïllustreerd en bevatten naast een historische inleiding en naamlijsten van pastoors (Ser.) en predikanten tal van andere gegevens omtrent pasto- riën, kerkgebouwen, torens, kerkelijk zilver, archief, orgels, preekstoel, kan selbijbel, wapenborden, kerkhoven en grafstenen. Interessante passages in het menselijke vlak, zoals bijvoorbeeld over ds. J. H. Gunning J. Hzn. (Ser.), ontbreken niet. Het zijn goede monografietjes gewor den, waarin veel waardevolle gegevens zijn vastgelegd en waarmee beide Ge meenten eer hebben ingelegd. Hetzelfde kan gezegd worden van een veel omvangrijker werk, zijnde „Schet sen uit het kerkelijk leven en de ge schiedenis van de Gereformeerde Ge meente te Krabbendijke", onder de titel „Vergeet Zijn grote daden niet", sa menstellers M. J. Goud en J. P. Sinke3). Het is een kloek werk geworden (247 pagina's 46 pagina's bijlagen) en het staat vol met afbeeldingen, gemeente en ambtsdragers betreffende. Wie in de loop van de jaren de publicaties in dit tijdschrift over de „nadere reformatie" en zijn geschiedenis in Zeeland, laatste lijk het stuk van drs. Rotte over Schou wen en Duiveland ter zake, heeft ge volgd, zal in dit boek veel aanvulling en verduidelijking in brede zin aantreffen, bijvoorbeeld wat de rol van predikanten als Van Dijke, Budding en Ledeboer be treft. Ook over de band van de later afzonderlijk opgetreden Gemeente Waarde met ds. G. H. Kersten - de poli tieke leider en 2e Kamerlid voor de SGP en eigenaar van de boerderij „Puthoek" te Waarde - valt het nodige te lezen. De stichting van scholen en uitbreiding van dit verbonden onderwijs wordt volledig geschetst, terwijl ook de verbindingen tot Rilland en Oostdijk uit de verf ko men. Het verschil in stijl en taalgebruik met de beide tevoren behandelde boek jes alleen al is tekenend voor het ver schil in geestelijk klimaat tussen twee protestantse „richtingen", die in Zee land getalsterk aanwezig zijn. Van het kerkelijk erf steken we over naar een totaal ander genre, namelijk een bundeltje cursiefjes uit de Zierik- zeesche Nieuwsbode, „Eilandman- nen"4) genaamd, van de niet oud ge worden hoofdredacteur van dat blad M. J. Bij de Vaate, geselecteerd door zijn dochter en zoon. Zij werden intensief gelezen destijds en ik had goede herin neringen aan deze columnist, in 1971 winnaar van de Rode Kruis-persprijs,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 29