invloed van de stormvloedkering op natuur en milieu van de oosterschelde
47
gatief beoordeeld. Wat ooit begonnen
werd als een economisch nuttig project
blijkt zich nu tegen de bewoners te ke
ren in de vorm van eutrofiëring en ver
giftiging van het oecosysteem, sterke
afname van de visserij en meer van deze
ontwikkelingen. Ook het Haringvliet-
project blijkt consequenties te hebben
die van te voren niet zijn doorzien.
Een algemeen probleem bij de afdam
ming van een estuarium is dat de open
verbinding met de zee, die vaak eeuw
enlang heeft bestaan, wordt geblok
keerd. De heilzame uitwisseling tussen
de zee en de rivier kan niet langer door
gaan en het einde van de rivier wordt
een zinkput waarin al het bovenstroom
se afvalwater zich verzamelt en het
zwevende materiaal uiteindelijk be
zinkt. Het overtollige water vloeit af,
maar de verontreinigende stoffen hech
ten zich aan de bodemdeeltjes. De ge
haltes van de zware metalen zink, ko
per, chroom, lood en cadmium zijn in
het bodemslib van het Hollands Diep-
Haringvliet tientallen keren hoger dan
de basisniveaus die zijn vastgesteld aan
de hand van bodemmonsters uit het in
vroeger eeuwen afgezette sediment in
de uiterwaarden van de Rijn. DeOoster-
schelde herbergt maar een fractie van
deconcentraties in de benedenloop van
de Rijn en Maas en wijkt niet sterk af van
de basisniveaus. Eenzelfde verhaal
geldt voor de milieuvreemde organi
sche microverontreinigingen. PCB's in
mosselvlees zijn in het Hollands Diep-
Haringvliet stroomgebied 300% hoger
dan in de Oosterschelde of Grevelin-
genmeer. Men heeft berekend dat als
de toekomstige hoogwaterkering die
de baai van Venetië kan afgrendelen
één dag gesloten zou zijn, de concen
traties aan ongewenste vervuilende
stoffen in het water aan de landzijde
van de dam met 65% zullen toenemen.
De oplossing die voor de Oosterschelde
gekozen is voorkomt deze accumule
rende effecten grotendeels. De lozin
gen van belastend rivierwater worden
tot een minimum beperkt en de uitwis
seling met de Noordzee zal zo groot
mogelijk blijven.
Conclusies
Vanuit het natuur- en milieubehoud is
de bouw van de stormvloedkering een
paradox: hij wordt gebouwd om hem
niet actief te gebruiken. Dit welvaarts
compromis zal een blijvend tijdsbeeld
leveren van een besluitvorming die
slechts mogelijk was in het midden van
de jaren zeventig. Door de bouw van de
stormvloedkering in de Oosterschelde
blijft het wezenlijke van het oecosys
teem, de getijbeweging, gehandhaafd.
De inzichten in het transport van slib en
de daaraan gekoppelde biologische
processen moeten worden herzien op
grond van recent verkregen informatie.
Dat levert een beeld op dat gunstiger
uitvalt dan de vroegere voorspellingen:
de Oosterschelde importeert geen slib
uit de Noordzee. Ondanks veel onder
zoek zijn verscheidene ontwikkelingen,
gelet op hun complexiteit, nog moeilijk
te voorzien. De Oosterschelde is letter
lijk en figuurlijk een kostbaar natuurge
bied. De hoofddoelstelling van het be
leid moet blijvend in de gaten worden
gehouden. Zoetwaterlozingen, stagne
rend water en daarmee verbonden ge
laagdheid van watermassa's moeten
vermeden worden.
Geraadpleegde literatuur
Deze bijdrage omvat de tekst van een college dat
gehouden is op 24 februari 1 984 in het kader van
de serie „Mens en het mariene milieu" aan de Rijks
universiteit te Groningen.
ECEP, 1983: Integration of ecological aspects in
coastal engineering projects. International Sympo
sium, Rotterdam, June 1 983. In: Wat. Sci. Techn.
16.
Elgershuizen, J. H. B. W., 1 981Some environmen
tal impacts of a storm surge barrier. Mar. Pollution
Bull. 12 (8): 265-271.
Huiskes, A. H. L. en M. Smies, 1 982. Oosterschel
de 1 987: Stormvloedkering en wat nog meer? Nat.
en Milieu 1982-9: 4-9.
Grondelle, W.-J. van, 1 984. De Oosterschelde: in
formatie als machtsmiddel. Nat. en Milieu 1 984-2:
16-18.
Nienhuis, P. H., 1982. De oecologische consequen
ties van de Deltawerken. In: W. J. Wolff e.a. -
Wadden, Duinen, Delta. PU DOC, Wageningen. pag.
101-132.
Rijkswaterstaat, 1980: Stormvloedkering Ooster
schelde. Een samenvattsing van een studie naar de
toekomstige gebruiksmogelijkheden bij stormvloe
den. Rijkswaterstaat Deltadienst - directie Zeeland,
Middelburg.
Rijkswaterstaat, 1 982: Het gebruik van de Ooster-
scheldekering in andere situaties dan een storm
vloed; een eerste verkenning. Driemaandelijks Be
richt Deltawerken, 1982 no. 1 00: 526-531.
Rijkswaterstaat, 1 982: Slibtransport in de Ooster
schelde. Driemaandelijks Bericht Deltawerken,
1982 no. 101: 39-48.
Roos, A., 1982: Invloed van de stormvloedkering
Oosterschelde op de getijbeweging. Otar 67: 452-
461.
Smies, M. and A. H. L. Huiskes, 1981. Holland's
Eastern Scheldt Estuary BarrierScheme: some eco
logical considerations. Ambio 10(4): 158-165.