„zonneveld" 1909-1984 95 De technicus. ge" wordt gerelativeerd. Er ontstaat twijfel of het medisch gebeuren wel voldoende is om de totale proble matiek van het gehandicapte kind te dragen." Uit een analyse van de situatie rond 1 973 haalt hij de volgende prioriteiten: - „Het bevorderen van team-work. Het stafteam moet zijn een multi disciplinaire bijeenkomst waarin al le kinderen halfjaarlijks besproken worden met als doel het opstellen, toetsen en eventueel bijstellen van het handelingsplan. - Het scheppen van een optimaal leefklimaat. In 1 973 waren de groe pen - geleid door ziekenverzorg- sters - groot, het pedagogisch in zicht gering en de leefmogelijkhe- den klein. De overgang van ziekenverzorgster naar „opvoedingsverantwoordelij- ke" direct naast het kind, heeft een intensieve begeleiding en bijscho ling van een grote groep veelal zeer jonge medewerk(st)ers betekend. Je neemt immers geen kinderen op alleen maar om iets aan hun handi cap te doen, maar om met hen en hun ouders samen te zoeken naar mogelijkheden tot geluk ondanks de handicap. De verpleegstersuni formen verdwenen hiermee en een andere organisatievorm deed zijn intrede. - Het versterken van het maatschap pelijk werk. De inbreng en de visie van de ouders in het totale revalida- tieproces op „Zonneveld" moest worden verbeterd. Maatschappelijk werk zou binnen het centrum moe ten opkomen voor de belangen van de ouders en thuis in het gezin de revalidatiedoelstellingen moeten „vertalen". - Het bevorderen van culturele activi teiten in de meest ruime zin. Het aanbieden van vrijetijdsmogelijkhe- den tot vorming en ontspanning om daarmee bij te dragen tot groei van de persoonlijkheid (padvinderij, hobbyclubs, judo, bibliotheek, enz.)". Tot zover Cozijnsen. Men ging hiermee over van het zoge naamde „defect-model" naar het „rela tie-model" en dit moet achteraf toch gezien worden als een van de belang rijkste essentiële wijzigingen in de aan pak van de revalidatie. Ziekenverzorgsters werden opvoeders en opvoeders kregen deel aan behan deling. De ouders werden steeds meer betrokken bij de behandeling. Dit ook onder invloed van de sterke opkomst van ouderverenigingen als de BOSK. Door de toename van de dagelijkse ver voersmogelijkheden is er de laatste ja ren veel veranderd. Ouders doen in een vroeger stadium en ook met relatief minder ernstig gehandicapte kinderen een beroep op de mogelijkheden van „Zonneveld". Dit niet alleen om behan deling maar ook steeds meer om advies en steun. Dokter Roebers besluit met zijn opvol ger, dr. Joosten, te waarschuwen voor het gevaar van steeds meer vergaderin gen, multi-disciplinaire teambespre kingen en over-organisatie waarin het in zijn ontwikkeling bedreigde kind en zijn behandelaars zou kunnen verdrin ken. De school De officiële stichtingsdatum van de school was 1 november 1946. De school was toen nog een sanatorium- school en er waren ongeveer vijftig leerlingen in de leeftijd van 6 tot 1 7 jaar. Er was een aparte jongens- en meisjes afdeling en de zogenaamde chirurgi sche afdeling. Hier waren kinderen die in het gips lagen of geopereerd waren. Ze waren verspreid over verschillende zalen en kamers. Behalve dat hier ge leerd werd, was het ook de plaats om te eten en te spelen. Door leste geven pro beerde men te bereiken, dat ze later op hun eigen school weer mee konden doen met hun leeftijdgenootjes en geen twee of meer klassen achterbleven. In die eerste tijd waren er nog geen me dicijnen en de ziekte moest genezen door veel eten, rusten en frisse lucht. De ramen en deuren stonden vaak open, ook in de winter als het tenminste niet te hard vroor. Het kuren bestond uit lig gen op de rug met de handen onder het hoofd. Zo'n vier of vijf jaar verbleven de tuberculosepatiëntjes op „Zonneveld", ook wel langer. Al die tijd zagen zij hun broertjes of zusjes niet, want deze mochten niet op bezoek komen. De twee leerkrachten, de heer M. Car rière en mevrouw F. C. Dieterman, ren-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 15