„zonneveld" 1 909-1 984 89 hadden zij daardoor opgezette klieren in de hals. Het zullen vaak kinderen zijn geweest met flink vergrote keel- en neusamandelen. Gelukkig is nooit gebleken dat deze kin deren in „Zonneveld" met tuberculose werden besmet. Die kinderen die met een negatieve Pirquet binnen kwamen, gingen ook weer met een negatieve reactie naar huis, waaruit geconclu deerd kan worden dat besmetting in „Zonneveld" niet was opgetreden. De kinderen met tuberculose die in „Zonneveld" terecht kwamen, leden dan ook nooit aan „open tb" en indien dit ooit al eens voorkwam, werden zij onmiddellijk naar een ziekenhuis of naar huis overgeplaatst. Een veel voorkomend probleem was het telkens weer optreden van epidemieën van kinderziekten. Diphterie was hier van de meest gevreesde, maar water pokken, mazelen en keelontstekingen gaven bij de vaak zwakke kinderen gro te problemen. Telkens als een nieuw kind arriveerde, bracht het weer uit een ander deel van het land een virus of bacterie mee, waarmee de andere kinderen werden besmet. De behandeling bestond uit goede voeding, frisse lucht en zonneba den waaraan, als de temperatuur van De al wat modernere apparatuur: hoogtezon en doorlichten. leeftijdsopbouw van de bevolking vol ledig anders en bestond voor 40% uit kinderen (0-1 9 jaar). Omdat tuberculose een typische ziekte van de jonge mens is moeten we vast stellen, dat er van de 2.500.000 kinde ren er per jaar 8.000 aan tuberculose stierven, er 500.000 besmet werden en er minstens 30.000 aan tuberculose le den. 25 tot 50% van de levendgeboren kinderen stierf vóór het eerste levens jaar voornamelijk aan infectieziekten, waaronder tuberculose. De behandeling van zieke kinderen was een hopeloze taak en behoorde tot de taak van de filantropie. Men hield in de 19e eeuw kinderziekenhuizen voor oor den waar de zo schadelijke verwenning van de armere volksklasse zou worden ingevoerd"! Toch was er aan het einde van de vorige eeuw een kentering gekomen die er on der andere toe leidde dat in 1910 de eer ste hoogleraar in de kindergeneeskunde in Groningen werd benoemd (professor Scheltema). Opname in kinderziekenhuizen werd in die tijd ook nog vaak als een schande voor de ouders gezien. Ouders die dit toe stonden verwaarloosden hun ouder- piicht schromelijk! (Uit: „Het Sophia Kinderziekenhuis" 1863-1975) In 1 909 werden 21 kinderen in „Zonne veld" opgenomen. Het is interessant te zien waar ze van daan kwamen. Helaas ontbreken de ge gevens over hoe, waarom en door wie de verwijzing naar „Zonneveld" tot stand kwam. 1 3 kinderen uit Zeeland: 7 uit Middel burg, 2 uit Vlissingen, 1 uit Domburg, 1 uit Goes, 1 uit Nieuw- en Sint Joos- land, 1 uit Wolphaartsdijk; 7 kinderen uit de rest van het land: 4 uit Amster dam, 1 uit Kampen, 1 uitScheveningen, 1 uit Leiden; 1 kind kwam uit Duitsland! Ook in de latere jaren kwamen er vele kinderen van ver buiten de provincie (Utrecht, Den Haag, Amsterdam en na 1930 velen uit Rotterdam). De belangrijkste diagnosegroepen wa ren steeds: scrophulose, pre-tuberculo- se, beginnende longtuberculose en ske- lettuberculose. Interessant hierbij is op te merken dat „scrofulose" achteraf ge zien helemaal geen tuberculose was, evenmin als pre-tuberculose. Deze kinderen leden meer aan chroni sche infecties van de bovenste luchtwe gen. Zij hadden voortdurend een snot neus en huidinfecties van het gezicht („krentenbaard"). Ontstoken oogleden hoorden er ook bij. Vanzelfsprekend

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 9