de verhouding van zeeland tot de protestanten in Vlaanderen van de XVIe tot de XlXe eeuw (III) 143 ning van het Ned. Zendingsgenoot schap een inspectiereis naar Vlaande ren. De hoop die al die jaren bij hem was blijven leven werd werkelijkheid toen koning Willem I hem op 4 maart 1815 benoemde tot predikant van de Vlaam se Olijfberg. Hij bepaalde er bij dat Goedkoop in Gent moest gaan wonen. Van daaruit heeft hij een grote activiteit ontplooid, die zich uitstrekte over alle Zuidelijke Nederlanden. Men ging hem noemen: „een zaaier van kerken". Om de veertien dagen preekte hij te Eticho- ven en Maria Horebeke. Gedurende de Belgische opstand in 1830 was Goedkoop de enige Neder lands-sprekende predikant die op zijn post bleef, tot hij op 1 9 oktober 1 830 gedwongen werd Gentteverlaten. Hij is niet verder gekomen dan Antwerpen en na een week was hij weer bij zijn ge meenten terug en liet zich inkwartieren in de gevangenis, waar men hem vrij liet zijn werk te doen. Hij ging voor in de diensten alsof er niets gebeurd was. Tot 1841 was hij de enige Nederlands sprekende predikant in België. Zonder Goedkoop is de opbouw van het prote stantisme alhier niet denkbaar. Ook dacht hij aan Wallonië en was sinds 1 837 president van de Société Evange- lique Beige, de zogenoemde Zendings kerk. Zo heeft Goedkoop het meer dan goed gemaakt wat andere predikanten die vanuit Zeeland waren gestuurd, wel eens hebben laten zitten. „Als we denken aan het Evangelisatie werk in Vlaams België tijdens de XlXe eeuw, dan zijn er twee mannen die onze blijvende dank verdiend hebben voor hun ijver en ondernemingsgeest: Ds Ni- colaas de Jonge en Ds Albert Goed koop." Zo schrijft ds. E. Pichal in het Christelijk Volksblad van 2 februari 1952, waar hij het een en ander over het leven en werken van Goedkoop in Gent vertelt. We kunnen het niet laten om ookvan de eerstgenoemde iets te zeggen, omdat hij een Zeeuw was en in zekere zin de traditie over de verhoudingen van Zee land tot de protestanten in Vlaanderen heeft voortgezet. Nicolaas de Jonge (1845-1898) was een van de veertien kinderen van Joh. de Jonge, „de hemelse bakker", zoals zijn bijnaam in Goes luidde, een van de eerste en trouwste volgelingen van ds. H. J. Budding toen deze tot de Afschei ding overging. Als 1 7-jarige knaap liet Budding hem plotseling preken in zijn Vrije Evangelische Gemeente. Hij moest het gymnasium verlaten en hem helpen bij huisbezoek en catechisatie. Zo was Budding. In 1 864 kwam er een scheiding tussen Budding en vader De Jonge, met het gevolg dat dit gezin plotseling kerkelijk dakloos werd. Een van de hervormde predikanten van Goes heeft dit gezin opgevangen en er voor gezorgd dat Ni colaas verder kon gaan studeren. In 1870 werd hij predikant te Lexmond, waar hij het Christelijk Volksblad begon uitte geven. In 1 874 deed hij zijn intree in Brussel, waar de gemeente voor de helft uit Nederlanders bestond en voor de andere helft uit Vlamingen. De Jon ge heeftzijn gemeente willen maken tot een centrum van protestants-christelij ke actie. Het evangelisatiewerk lag hem. Zijn Christelijk Volksblad werd daartoe dienstig gemaakt. Officieel had De Jonge niets met Zeeland te maken, ook niet wat de kerken betreft. Maar het feit ligt er dat kerkelijkZeeland - en dat was nietmeerzo'n eenheid als in de 1 8e eeuw - met hem heeft meegeleefd en zijn Silo-evangelisatie heeft gesteund. Het is nog niet zo lang gelden dat het Christelijk Volksblad en De Blijde Bood schap in onze provincie zeer veel abon nementen had. Het was alsof de oude traditie van de verantwoordelijkheid voor de Vlaamse protestanten zich in De Jonge voortzette. En laten we dan hiermee het artikel over de verhouding van Zeeland tot de pro testanten in Vlaanderen besluiten. We willen dat niet doen zonder dankbaarte gedenken S. de Jonge, die jarenlang hoofd van de protestantse school te Maria Horebeke is geweest, alsook diri gent van het zang koor de Vlaamse Olijf berg, alsook organist van de kerk. In 1 982 is hij overleden. Zonder hem als gids in de geschiedenis van het protes tantisme in Vlaanderen, zou dit artikel waarschijnlijk niet geschreven zijn. En tevens wil ik mijn dank uitspreken aan ir. W. V. Blommaert, die met veel ge duld voor mij gegevens heeft verzameld waarom ik verlegen zat. De geschiedenis van de verhouding van Zeeland tot de protestanten in Vlaande ren is een stukje van de kerkelijke ge schiedenis van ons gewest en het is ook een stukje historie van de voorouders van hun beider en mijn kinderen. De gegevens van dit artikel zijn afkomstig uit: H. Pirenne: Geschiedenis van België, deel IV, V, VI. M. Lamberty e.a.: Vlaanderen doordeeeuwen heen. R. Fruin: Tien jaren uit de 80-jarige oorlog. E. Hubert: Etude sur la condition des protestants dépuis Charles V etc. E. Hubert: Les Pays-Bas Espagnol et la République dépuis la paix de Munster. E. Hubert: Notes et documents sur l'histoire réli- gieuse des Pays-Bas Autrichiens au XVI11-siècle. E. Hubert: Le protestantisme a Tournai pendant Ie XVI11-siècle. E. Hubert: Les Garnisons de la Barrière dans les Pays-Bas Autrichiens. S. de Jonge: Bijzonderheden betreffende de ge schiedenis der gemeente te Maria Horebeke. Bulle tin van de Vereniging voor de geschiedenis van het Belgische Protestantisme IV-2. S. de Jonge: Over een kerkhof en twee stenen. Bul letin V-6. S. de Jonge: Hoofdstoel en Tolerantie-édict. Bulle tin VI-4. J. B. Krahé: Bulletin enz. (Krahé-nummer) VI11-4. H. R. Boudin: Les sociètés missionaires protestants au travail en Belgique. Bulletin VIII-2 (over ds. A. Goedkoop). J. de Hullu: Aantekeningen betreffende de her vormden van 1566 tot ca. 1600. Nederlands ar chief voor kerkelijke geschiedenis deel XII (1 91 5). J. de Hullu: Uit de geschiedenis van de consistoriale kerk te Sluis. J. de Hullu: Bijdrage tot de geschiedenis van de Vlaamse Olijfberg 1 805-1 814. Archief Zeeuwsch Genootschap, 1 939. J. de Hullu: Excessen november 1 668 tegen de ge meente van Waterland. Oud-archief kerkelijke ge schiedenis, 1 940. L. Robyn en L. Dhont: Historie van de ketterij te Oudenaarde. H. Q. Janssen: Kerkhervorming in Vlaanderen. J. W. te Water: Levensbericht. D. Koningsberger: Eenige bijzonderheden betref fende de geschiedenis van de protestantse ge meente te St. Maria Horebeke. Nederlands archief voor kerkelijke geschiedenis, deel IX (1 849). J. Borsius: Hermannes Faukelius. Nederlands ar chief voor kerkelijke geschiedenis, deel IV (1 844). A. de Raaf: Een eeuw Silo (ds. N. de Jonge). J. F. Ommeslaghe: 20 bloedige jaren uitdegeschie- denis van Oudenaarde. J. H. C. Wagener: Geschiedenis van de oudste pro testantse kerk in België.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 19