de kerk van de h. willibrordus in ossenisse 152 deze hoek echter wel afgeschuind en is het bovengedeelte van de sluitmuur naar het schip geopend met één grote spitsboog, waarvan de opening groten deels gedicht wordt door orgelpijpen. De zuidmuur van de zijkapel is over de volle hoogte gesloten. De op het eerste gezicht wat vreemde plaats van het zangkoor is in overeen stemming met de wens, die al aan het begin van deze eeuw hier en daar leefde om het koor onder te brengen in een ruimte, die dichter bij het hoofdaltaar ligt dan de tot dan toe gebruikelijke plaats, achter in de kerk. In de jaren der tig, veertig en vijftig wordt deze be hoefte blijkbaar nauwelijks meer ge voeld en bevindt het zangkoor zich ge woonlijk weer op de traditionele plaats. Vanaf de jaren zestig zien wij in toene mende mate de tendens ontstaan - eerst in nieuwgebouwde kerken en later ook in bestaande - om de zangers ach ter de celebrant op het priesterkoor op te stellen. In Ossenisse zingt het koor thans niet achter, maar opzij van de priester, namelijk in de vroegere rech terzijkapel. De kerk van Ossenisse is dank zij de voorzieningen die de architect getrof fen heeft om tegemoet te komen aan de toenmalige wensen op liturgisch ge bied, nog steed goed voor de eredienst bruikbaar. Bovendien heeft zij een ruimtewerking, die vele bezoekers zal imponeren en een vormgeving, die me nigeen zal aanspreken. Gaat u, voor zo ver u de kerk niet kent, maar eens een kijkje nemen! Noten: Een perspectieftekening met dwarsdoorsnede en plattegrond van deze kerk vindt u bij G. J. Bongenaar: „De geschiedenis van Osse nisse", Kloosterzande 1 962. Volgens deze au teur werd met de bouw van het bedehuis be gonnen in het jaar 1853 en werd de kerk in 1856 geconsacreerd. 2) Het schip van deze kerk was dooroverstromin- gen in het jaar 1 608 voor het grootste gedeelte verwoest. In 1821 was het bedehuis met Rijks subsidie „enigszins" hersteld. (J. Kalf: „De ka tholieke kerken in Nederland, dat is de tegen woordige staat der kerken met hunne meube ling en versiering beschreven en afgebeeld", Amsterdam 1906-1910, blz. 501). 3) In 1961 zijn twee nieuwe altaren opgericht: één ter plaatse van het oude hoofdaltaar, en één dicht bij de in het schip verzamelde gelovi- van december 1913 (iets vereenvoudigd weer gegeven). E=3 bankenvloer T toren 5 sacristie Ossenisse, R.K. Kerk. Plattegrond naar het ontwerp van december 1913. ontwerp van december 1913 (sterk vereenvoudigd weergegeven). Ossenisse, R. K. kerk. Dwarsdoorsnede naar het ontwerp van december 1913 (sterk vereenvoudigd weergegeven). gen. Het eerstgenoemde draagt het taberna kel, achter het laatstgenoemde staat de pries ter tijdens het grootste en belangrijkste ge deelte van de Eucharistische viering. De oprichting van het laatstgenoemde altaar houdt voornamelijk verband met een veran derde liturgische praktijk: de priester „leest" tegenwoordig de H. Mis met het gezicht naar het „volk". In de oude dispositie, toen er nog sprake was van één hoofdaltaar achter in het koor, was er ook een preekstoel aanwezig. Deze stond op gesteld tegen de noordoostelijke zuil, niet ver van het linkerzijaltaar. Hij was evenals het hoofdaltaar voor de meeste mensen in de kerk zichtbaar. De plaats van deze preekstoel is op het ontwerp van de architect niet aangegeven. 4) De beneden- en bovenhoeken daarvan zijn 113°. 5) Architect Wolterte Riele had al eerdereen zes hoekige partij ontworpen, namelijk bij de kerk van Onze Lieve VrouwOnbevlektOntvangen te Hilversum (1 910-1 911De zeshoekige partij is hier echter niet de centrale ruimte van het schip, maar de „viering". Bovendien kan men de verwijding uitwendig duidelijk waarnemen. 6) Aan de noordoostzijde onder een hoek van 142° en aan de westzijde onder hoeken van 127°. 7) Deze meet binnenwerks, zonder de afge schuinde hoeken, 17,75 m x 19,5 m. 0) De kruin van de gewelven ligt hier 1 3 m boven de vloer. 9) De grootste binnenwerkse breedte bedraagt 23,75 m, de grootste binnenwerkse diepte 31,10 m met en 29,35 m zonder portiek. ,0) Bijvoorbeeld bij de kerk van de H. Magdalena in Goes (geconsacreerd in 1908), de aan de H. Antonius van Padua toegewijde zogenoem de Cenakelkerk op de terreinen van de Heilig- Land-Stichting in de Meerwijk bij Nijmegen (191 3-1 915) en de St.-Stephanuskerk te Nij megen (1 922). Om precies te zijn 3,4 m van het midden van die as. |3) Tot aan het einde van de middeleeuwen was het gebruikelijk, dat de priester de H. Mis op droeg met het gezicht naar het oosten, de plaats van de opgaande zon (een symbool van Christus). 14) Eerstgenoemde onder een hoek van 9°, laatst genoemde respectievelijk onder een hoek van 1 9° en van 21 15) Deze eerste steen bevindt zich binnen aan het zuideinde van de oostelijke sluiting van de noordelijke zijkapel. 16) De reliëfs verbeelden respectievelijk de voet wassing (Joh. XIII: 5), en de verandering van water in wijn tijdens de bruiloft te Cana (Joh. II: 9). 17) Dit was ook zo bij de vroegere kerk van Soffers. ,8) Onder andere is dit het geval bij de eerder ge noemde kerk van de H. Magdalena te Goes (ge consacreerd in 1908) en bij de kerken van de H. Willibrordus in Klein-Zundert (1 911en van de H. Johannes de Doper te Sprundel (1921- 1922, toren begin 16e eeuw). Enkele voor beelden van oudere datum zijn de kerken van de H. Eligius in Oostburg (1 883) en van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart te Zuiddorpe (1 886). ,9) In werkelijkheid staan de biechtstoelen midden tegen de zijmuren van het schip. P.S. Een woord van dank aan do heer P. M. Gilhuys, archivaris van de gemeenten Axel en Hulst, en aan rector A. C. J. Fick te Kloosterzande.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 28