een doorbraak naar nieuwe verhoudingen: de metselaarsstaking van 1899 te vlissingen 184
sociale afstand tussen patroon en ar
beider was vaak niet erg groot. Ze
zonk in het niet bij dietussen de directie
en arbeiders van „de Schelde".
Van dat grote aantal bouwpatroons
hadden de Vlissingse bouwvakkers
profijt kunnen hebben, ware het niet dat
er eind 1894/begin 1895 een pa
troonsvereniging „Bouwkring" was op
gericht3). Deze probeerde concurrentie
in lonen en in aannemingssommen te
beteugelen. Het nut van die vereniging
bleek toen in 1895 de bouwvakkers een
poging deden hun inkomsten te vergro
ten. Timmerlieden en metselaars kre
gen op dat moment 1 6 cent per uur en
het „bescheiden verzoek" (aldus het
adres aan de patroons) was daar wat
verhoging in aan te brengen. Om zoveel
mogelijk arbeiders mee te krijgen en de
patroons zo weinig mogelijk af te
schrikken, werd nog benadrukt dat men
ordelijke wegen wilde bewandelen.
Maar het adres werd afgewezen, zon
der dat er een reden opgegeven werd.
Tekenend voor hun mentaliteit zijn de
reacties die de arbeiders op dit adres
gaven. De adressanten vroegen zich in
een tweede brief af „wat verkeerds wij
toch doen met een behoorlijk bestaan
te vragen als mensch"? „Mogen wij dan
met allen eerbied u vragen of gij het ook
kunt verantwoorden voor uw geweten
en voor God dat de arbeiders, die onder
uwe hoede en opzicht staan, door te
lage loonen met hunne gezinnen ver-
keeren in druk en kommer?"
Maar enkelen ging dit veel te ver, „om
dat de gezellen, de patroons op hunne
plichten wijzende, hunne eigen plichten
vergaten, door hunne patroons - in
welke zij de gestelde overheid hebben
te eerbiedigen - te beleedigen."
Deze dissidenten hoopten op de instel
ling van een kamer van de arbeid4), een
idee dat Abraham Kuyper in de tachti
ger jaren had uitgedragen. Het was op
22 oktober 1 889 door de „Middelburg-
sche Courant" heel positief besproken.
In sommige steden werden dergelijke
kamers na 1 895 ook opgericht, maar in
Vlissingen schonk men verder geen
aandacht aan dit idee. De „Vlissingsche
Courant", die meende dat een wettelijk
geregeld arbeidscontract onrust in de
economie kon voorkomen5), pleitte pas
op 22 augustus 1 898 voor de instelling
van kamers van de arbeid. Voor een
goed begrip moet erbij gezegd worden
dat de krant arbeidscontract en kamers
wilde aangevuld zien dooreen soort van
socialistenwet, waarbij allerlei socia
listische activiteiten verboden konden
worden.
Dat in 1 895 gezagsgetrouwe arbeiders
als die dissidenten in eerste instantie
toch meededen met een verzoek om
hoger loon bewijst wel dat wie naar ver
betering wilde streven voorlopig voor
uit kon. Een hoog tempo bereikte die
verbetering niet. Vier jaar na dat eerste
verzoekschrift was het hoogste loon
pas op 17 cent gekomen, een enkele
kreeg 1 8 cent. De kosten van levens
onderhoud stegen sneller, vooral de
huren. Die waren in tien jaar tijds van
f 1,-af 1,25 naarf 2,-af 2,25 per week
gestegen. Vandaar dat „Wij streven