WAARSCHUWING.
eene ultnoodlging mi 4e
MetseUam-Patroonp te Vfc-
ringea tot eene bciarekhif
der hangende kwestie tns-
seben Patroon en GeseL op
Dinsdag 25 April ao. in het
BoeenxaalUe Tan den heer
WINKELMAN.
F. OLAUS.
een doorbraak naar nieuwe verhoudingen: de metselaarsstaking van 1 899 te vlissingen 185
De vereeniade patroons van Vlis
singen stellen de gelegenheid open om
Metselaars aan te axemen op de oude
voorwaarden.
De Commissie
der gezamenlijke patroons,
„Vlissingsche Courant", 20/4/1899.
naar verbetering" begin 1899 via een
circulaire nog maar eens probeerde bij
de leden van „Bouwkring" een loons
verhoging van 2 cent te krijgen. Tever
geefs. Niet alle leden van „Bouwkring"
wilden zich verbinden tot een loonsver
hoging en daarom deed de hele vereni
ging niet mee. De patroons konden na
tuurlijk moeilijk verwachten dat bij een
dergelijk hautaine houding de metse
laars voortdurend onderdanig en be
leefd zouden blijven doorwerken. Op
den duur is zoiets dodelijk voor een vak
vereniging.
„Wij streven naar verbetering" trad dan
ook in correspondentie met het hoofd
bestuur van de Metselaarsbond, waar
van de voorzitter, Jan van Zomeren, in
dertijd de vereniging had helpen
oprichten. De briefwisseling had tot ge
volg dat de metselaars in april 1899
nog eenmaal een loonsverhoging van
2 cent eisten, maar nu met het dreige
ment datze bereid waren ervoorte gaan
staken. Zaterdag 15 april zou het ant
woord van de patroons worden bespro
ken en eventueel de datum worden
vastgesteld waarop die staking zou in
gaan.
Er bestond niet veel hoop op een posi
tief antwoord. De correspondent van
het Amsterdamse „Het Volksdagblad",
Frits de Kaart, vroeg de metselaars in
den lande alvast „hun kameraden niet
te bemoeilijken in den strijd om lotsver
betering"6). Inderdaad weigerden alle
patroons de looneisen in te willigen
zodat werd besloten dat de staking op
maandag 17 april zou ingaan7).
Met stakingen had Vlissingen zeer wei
nig ervaring opgedaan. Na een kort du
rende bootwerkersstaking in 1 876 was
een staking niet meer voorgekomen8).
De metselaarsstaking was dus iets
nieuws en dat werd in de „Vlissingsche
Courant" ook onmiddellijk opgemerkt
door „iemand, die er buiten staat". Hij
hoopte maar dat die nieuwe ervaring
van korte duur zou zijn en er door „kal
me bespreking en wederzijdsche waar
deering eene spoedige oplossing worde
gevonden omdat de ervaring meestal
geleerd heeft, dat op den duur eene
werkstaking uitloopt tot schade van
beide partijen"9). Hadden kalme be
spreking en wederzijdse waardering de
verhoudingen in het bouwvak beheerst,
dan was tussen 1 895 en 1 899 het loon
vast zo verhoogd dat een staking nu niet
nodig was geweest. Er schortte iets aan
de realiteitszin van onze briefschrijver.
De staking ging niet bij alle bazen in.
Daartoe had de metselaarsvereniging
waarschijnlijk ook niet voldoende
macht. Er werd heel slim gestaakt bij
bazen die aan afleveringstermijnen ge
bonden waren. Werden deze over
schreden, dan konden de aannemers
rekenen op forse boetes. Zij waren dus
een zwakke stee in het werkgevers
front. Aan de andere kant zullen zij ook
het meest gekant zijn geweest tegen
loonsverhogingen omdat ze daarmee in
hun aannemingssommen geen reke
ning hadden gehouden. Onder hen be
vonden zich twee „grote jongens":
J. Loois en J. J. Krijger. De laatste had
de bouwwerkzaamheden aan de slage
rij van Hakker op de Kleine Markt onder
handen. Die moesten voor 1 juli klaar
zijn.
In het voorjaar was er in de bouwvakken
in Vlissingen veel werk, zodat de metse
laars niet bang hoefden te zijn dat werk
loze collega's als stakingsbrekers zou
den optreden. De kansen stonden goed
en Frits de Kaart voorspelde succes als
de stakers zich maar niet aan „buiten
sporigheden" te buiten gingen. Dat was
geen loze waarschuwing, want hoetac-
tisch-goed de metselaars hun staking
ook hadden opgezet, het gebrek aan er
varing met dit soort strijdmethoden
moeten ze gevoeld hebben. Er werd
naar Amsterdam getelegrafeerd om
een meer ervaren bestuurder van het
Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS),
de centrale waar veel bonden toen bij
waren aangesloten. Deze stuurde Jan
van Zomeren, een grote man met veel
gezag in de arbeidersbeweging.
Vaak wordt wat op het primitieve optre
den van het NAS gesmaald, maar dat is
niet terecht. Het merendeel van de ar
beiders moest van vakbondsstrijd nog
alles leren. Ook de Vlissingse metse
laarsstaking laat zien hoe goed NAS-
bestuurders wisten te roeien met de rie
men die ze hadden.
Op de morgen van maandag 1 7 april
stonden de stakers om 5.30 uur bij de
tramhalte op het Betje Wolffplein te
wachten om met de Middelburgse met
selaars ploegen te vormen. Deze zou
den de verschillende karweien langs
moeten lopen en posten bij station en
provinciale boten. De hele morgen lie
pen zo ploegjes door de stad, maaralles
bleef rustig. In de middag was er een
kleine demonstratie. Iemand liep voor
op met een reclamebord waarop een
openbare vergadering voor de avond
stond aangekondigd in „De Oude
Vriendschap" op de Grote Markt. De
„Vlissingsche Courant" meldde dat ook
enkele metselaars hun diensten hadden
aangeboden om plafonds te witten. Het
was immers schoonmaaktijd. Dat be
richt werd door Van Zomeren onmid
dellijk tegengesproken.
Zo verdedigde hij al meteen de stakers
tegen mogelijke verdeeldheid. Wie nu
privé plafonds ging witten, soupeerde
de opdrachten voor na de staking op en
ontnam andere stakers dus werk. In een
berstensvolle zaal benadrukte hij
„Vlissingsche Courant", 22/4/1 899.
Numm bat Hooflbeatuar Tan Sm
Nad. BtmUan-Boed,
J. M. YAM aOXBUOT, Voonitter.
Osdarfataakawia taraalt
mioh Ma voor Stukadoor-
Mi WttwmrA. Kajaratlin
•poadlr.
Aenbavelend,
Bierkade, D. 19.