BEKENDMAKING.
VERBOD
dat samenscholingen van meer
dan 5 PERSONEN op de openbare
straat VERBODEN ZIJN.
een doorbraak naar nieuwe verhoudingen: de metselaarsstaking van 1899 te vlissingen 187
varenheid, dat Steveninck en de zijnen
niet waren aangesloten bij de metaal
bewerkersvakbond die er op „de Schel
de" bestond, en dat men bepaalde met
selaars die het gevraagde loon al ver
dienden had laten doorwerken. Daar
door was de mogelijkheid nog vergroot
stakers tegen niet-stakers uit te spelen.
Maar nu was er meer eenheid en vanaf
Gemeentearchief Vlissingen, inventarisno. 472.
die woensdagavond gingen er geen sta
kers meer aan het werk. Tevens kon
voorkomen worden dat hun werk door
anderen overgenomen werd, al ging dat
niet zonder hulp. Zo moest er de vol
gende donderdag al opgetreden wor
den toen P. A. van Beers wat van zijn
metselaars (waarschijnlijk werkten die
buiten de stad), had uitgeleend aan
J. Loois. In hun schafttijd trokken „de
Schelde"-arbeiders op „om de onder
kruipers te zien werken" met als gevolg
dat die vrijdag niet meer aan het werk
durfden.
Zo raakte de staking goed op gang. De
hele stad was ermee bezig. Daarom
achtte de burgemeester, jhr. mr. A. A.
van Doorn van Koudekerke, het waar
schijnlijk wijs om te zien of de partijen
bij elkaar te brengen waren. Vrijdag
21 april ontving hij een delegatie van de
patroons en maar één staker, waar
schijnlijk de secretaris van de metse
laarsvereniging, M. A. Bil. Wat de bur
gemeester precies gezegd heeft is niet
bekend. Misschien heeft hij medege
deeld dat hij na de demonstratie van de
„de Schelde"-arbeiders politieverster-
king had aangevraagd. Het zinderde in
ieder geval van de geruchten, dat de in
fanterie in staat van paraatheid was ge
bracht enz. Hoe dan ook, gevolg van de
conferentie was dat Van Zomeren die
zelfde avond in de „Vlissingsche Cou
rant" de patroons opriep tot een ge
sprek op dinsdag 25 april.
Intussen ging het met de staking uitste
kend. De steunbeweging verliep zo
goed 10), dat de stakers aan het eind van
de eerste week op een gulden na hun
weekloon konden afhalen. Maar daar
naast werkte de staking ook aansteke
lijk op andere groepen arbeiders. Zo
gingen de meisjes van de wasserij „De
Volharding" in staking, omdat de nieu
we directrice hen niet aanstond. Die
staking mislukte overigens. Daarnaast
waren er voortdurend berichten dat de
„de Schelde"-arbeiders zouden gaan
staken"). Op dinsdag 25 april gingen
de dokwerkers van de Electro-Tin-
fabriek in staking om hoger loon. Direct
werd door de directie naar Westkapelle
geseind om werkvolk en 24 kwamen er
naar Vlissingen. Maar zodra de West-
kappelaars vernamen waarvoor ze naar
de stad waren gekomen, eisten ze het
loon dat de dokwerkers vroegen. Zo liep
deze korte actie goed af, want de direc
tie kon moeilijk anders dan toegeven
aan de Westkappelaars. Dezen lieten
zich daarop door hun Vlissingse colle
ga's afkopen voor hun zes-urige voet
reis op en neer naar Vlissingen. Naast
deze stakingen richtte Van Zomeren op
zaterdag 22 april nog een vakbond van
klinkers van „de Schelde" op, die met-
Samenscholingen.
De l{UlUiKl>li:i;S I I^IV van Vlissingen;
OVKRWEGtëiNDtë, dat in den avond van den 2(>slen April jl.
in deze Gemeente OXdlVITilLDIII-DIA plaats gehad hebben en
de OltDE door een deel der Hui-gerij VIKSTOOKD is;
GI\I,I,T op artikel 187 der Gemeentewet;
MAAKT BEKEND
HERINNERT DE INGEZETENEN Ell M Y.
tlal overtreding van dit verbod ingevolge artikel 443 Wetboek
van Strafrecht gestraft wordt niet hechtenis van ten hoogste zes
dagen of geldboete van teil hoogste rijf en twintig gulden
en noodigt de welgezinde ingezetenen uit zooveel mogelijk tot
handhaving der orde mede te werken.
Vlissingen, 27 April 1899.
De llurgenieestcr voornoemd,
V A DOOli.Y V A A KOIIHkliKHIk