een doorbraak naar nieuwe verhoudingen: de metselaarsstaking van 1 899 te vlissingen 188
een 60 leden telde. De staking bleek de
Vlissingse arbeidersbeweging op onge
kende wijze te inspireren.
Als beide zijden nu wat toegaven, mij
merde de „Vlissingsche Courant", dan
kon met het dinsdagse gesprek de sta
king beëindigd worden. Maar zo ge
makkelijk was dat niet. Baas Krijger, die
zijn mensen tevergeefs de gevraagde
loonsverhoging had aangeboden, was
inmiddels op zoek gegaan naar onder
kruipers. De patroons sloegen boven
dien in één keer alle goede wil uit de
stakersdelegatie, toen ze weigerden te
onderhandelen met Van Zomeren erbij.
Na enig overleg vertrok deze „in het be
lang van de stakers", maar het is goed
mogelijk dat door zijn afwezigheid de
stakers geen concessies durfden doen.
Na anderhalf uur gingen de partijen in
elk geval onverrichterzake uiteen. Een
aanbod van 1 cent was door de stakers
afgewezen.
Dit resultaat was het begin van een on
gekende verscherping. De volgende
dag arriveerde baas Krijger met onder
kruipers uit Roosendaal en Oss. Zij zou
den bij verschillende patroons gaan
werken, onder meer aan de slagerij van
Hakker. Tevens waren vier stakers, „do-
leerende stakkers" volgens J. L. A. de
Lange in „De Toekomst", weer aan het
werk gegaan. Het begon er voor de sta
kers somber uit te zien. Ze hadden aan
het station de onderkruipers niet kun
nen tegenhouden en al konden ze ver
hinderen dat de Brabanders in een kost
huis werden gelogeerd, het was onmis
kenbaar dat een stevige bres in de sta
kingsmuur was geschoten.
Het nieuws van de nieuwe werkkrach
ten had zich als een lopend vuurtje over
de werf verspreid. Indachtig het succes
van hun Robin Hood-actie de vorige
donderdag, trokken de werfarbeiders in
de schafttijd naar het huis van Krijger
aan de Badhuisstraat om er te demon
streren. De Brabanders bleven wijselijk
in de kelder „uit vrees dat hunne Bra-
bantsche oogen door Vlissingsche
knuisten blauw zouden worden gesla
gen". Om twee uur moesten de „de
Schelde"-arbeiders weer aan het werk,
maar als de onderkruipers gedacht
hadden nu in rust aan het werk te kun
nen gaan (waar ze onder sterke politie
begeleiding naar toe waren gebracht).
hadden ze buiten de waard gerekend.
Of beter de waardin, want de vrouwen
van de „de Schelde"-arbeiders waren
de oproep van Van Zomeren in zijn eer
ste toespraak niet vergeten. Ze kwamen
de onderkruipers en masse hun mening
zeggen. „Aan de noodige hartelijke ont
boezemingen ontbrak het niet", schreef
De Kaart. Toen baas Krijger een tijdje la
ter naar huis ging daalde een regen van
verwensingen op zijn hoofd. Er „werd
menige krasse uitdrukking gehoord,
welke het ergste doet vreezen". Daarna
trokken de betoogsters zingend doorde
stad.
De gemoederen waren door de actie
van de patroons enorm verhit. Toen
's avonds „de Schelde" afblies, trok
weer een grote groep arbeiders naar het
huis van Krijger. Deze was juist onder
geleide van agenten thuis gekomen.
Een donderend „hoera" ging op en in
een mum van tijd vlogen stukken ijzer,
bouten en ponsdoppen doorzijn ruiten.
Geen enkele bleef heel. Daarna trok de
stoet naar andere patroons. Bij Van
Beers werden drie grote ruiten verbrij
zeld, bij J. Loois zeven en bij diens va
der, het raadslid A. Loois (niet meer in
zaken), ook een paar. M. P. Kieviets, die
ook nog een winkeltje dreef, kreeg het
helemaal zwaar te verduren. Alle ruiten
gingen kapot en de Gravestraat lag na
afloop bezaaid met kapotte flessen,
koekjes en suikerwerk.
De politie sloeg met de blanke sabel op
de demonstranten in, veldwachters ge
bruikten hun karabijn en zelfs werden er
schoten gelost. Menig demonstrant
kreeg klappen, „maar die slagen wer
den ruimschoots teruggegeven. Een
klabak kreeg een oliebus op zijn harde
hersenkast, die hem nog dagen zal heu
gen", rapporteerde „De Toekomst".
De ordebewaarders stonden machte
loos. Geen enkele arrestatie hadden ze
kunnen verrichten. De zaak dreigde vol
komen uit de hand te lopen nu de „de
Schelde"-arbeiders zich er op die ma
nier mee gingen bemoeien. Deze actie
had bij de „de Schelde"-arbeiders al
enige tijd zitten broeien. Vandaar de ge
ruchten over een op handen zijnde sta
king op de werf. Al kan nietgezegd wor
den hoeveel organisatie erachter deac-
tie zat, logica ontbrak zeker niet. Het is
immers opmerkelijk dat niet de metse
laars tot harde actie overgingen, maar
Ondergetoukeoden bevelen zich
aan, tot het witten van pla
fonds en verder stukadoorwerk, tegen
billijken pr(js.
Bestelhuis, Glacisstraat, 67,
W. STROO EN SCHEERS.
„Vlissingsche Courant", 27/4/1 899.
arbeiders die met het conflict niets te
maken hadden. Zij voelden zich diep
verbonden met de stakers en moeten
gemeend hebben dat de komst van on
derkruipers een kwaad keerpunt in de
staking beduidde. Dat de „de Schelde"-
arbeiders ooit de ruiten van hun eigen
bazen hebben ingegooid is mij onbe
kend. Dat had ook niet zoveel zin, want
met dergelijke methodes was zo'n
groot bedrijf niet onder druk te zetten.
De zoveel kleinere bouwvakpatroons
daarentegen wel: Kieviets kwam hui
lend aangifte doen van huisvredebreuk.
De burgemeester werd gedwongen tot
krasse maatregelen. Hij vroeg de vol
gende dag zes marechaussees aan en
deed de infanterie in staat van paraat
heid brengen. Een samenscholingsver
bod werd uitgevaardigd l2). Men zal ver
in de stadsgeschiedenis moeten terug
gaan om een dergelijke staat van beleg
te vinden. Maar de burgemeester deed
meer dan angstig de orde handhaven.
Tevens riep hij delegaties van aanne
mers en stakers bij zich om hun stand
punten te horen. Het bleek dat men tot
een vergelijk kon komen en om de ge
moederen niet verder te verhitten werd
met Van Zomeren afgesproken een
rustpauze in te lassen: de arbeiders
zouden zich onthouden van ordeversto
ringen (kon Van Zomeren kennelijk be
loven) en de onderkruipers zouden
ophouden met werken. Zo werden de
onderhandelingen weer op gang ge
bracht.
Die donderdagavond kwam het toch
nog tot onlusten doordat er al gauw
meer dan vijf mensen bij elkaar stonden
nu er zoveel te bepraten was. Er waren
veel jongens die wel een relletje wilden
en dan was er de politie nog die tot on
nodig felle charges overging. Maar zo
onrustig als de vorige avond werd het
bij lange na niet.
De volgende morgen om tien uur was