OVER BOEKEN metselaarsstaking 190 ,0) VC 1/5/99: sfgun lij sten protestmeetin-g Middelburg (verslag onvindbaar) metselaarsbond vergadering 1 7/4 Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkersbond afdeeling Vlissingen Gecombineerde Vakvereeniging Middelburg f 15,00 Totaal f 346,54 f 27,30 f 22,50 f 17,00 f 75,00 f 483,34 (recte f 503,34) Het moet hier om de opbrengsten van de eerste week gaan want het steunbedrag van het NAS wordt niet vermeld. Middelburgsche Courant (voortaan: MC) 26/ 4/99. ,2) Burgemeester aan commissaris der koningin, 27/4/99. Gemeentearchief Vlissingen, inventarisnum mer 1362. (voortaan: GAV 1362). I3) De notulen in GAV 2446. ,4) Volgens De Toekomst verdienden zij 23 cent, wat met het oog op het gevaar en de kost wel mogelijk is, maar ook aantoont dat het betalen van 1 9 cent niet onmogelijk was. Behalve de aangegeven bronnen is het verslag van de staking gebaseerd op krantenonder zoek. Het meest informatief zijn de artikelen van De Kaart in het Amsterdamse „Het Volks dagblad" (1 8/4/99-4/5/99). De berichtgeving in de Middelburgsche en in de Vlissingsche Courant is veel slechter (beide: 1 7/4/99-4/5/ 99). Van De Toekomst is jammer genoeg uit deze periode maar één exemplaar bewaard gebleven (29/4/99). Het zou boeiend zijn ge weest de mening van detoenmalige redacteur, A. van Emmenes, te vernemen. ,5) Zie daarover het uitstekende artikel van L. W. de Bree in: Zeeuws Tijdschrift, 22e jaar gang, 1 972/2 en „Om niet te vergeten, de sta king bij De Schelde in 1 928", 1 984, dat door een werkgroep van de bedrijfsledengroep van de Industriebond FNV bij „de Schelde" ge schreven werd. 16) MC 28/4/99. 17) GAV 554, 28/4/99. VC 5/7/99. I9) Zie: raadsnotulen (geheim) 7/3/1900 in GAV 555; b. en w. aan Minister van Justitie, 28/3/ 1900 in GAV 1471. H. G. Hesselink, Geschiedenis der spoorwegen Gent-Terneuzen en Mechelen-Terneuzen 1865-1948. Uitgave ven J. Duerinck-Krachten bv, Kloosterzande 1 982. Prijs f 52,50. Op vrijdag 11 oktober 1912 viel het doek voor Nestor Wilmart, directeur van de spoorwegmaatschappij Gent- Terneuzen en tegelijkertijd oplichter, naar zou blijken. Door een toeval waren kort tevoren enkele valse obligaties ontdekt en een gerechtelijk onderzoek was ingesteld. Op die bewuste vrijdag werd Wilmart verhoord. Later op de dag bereikte hem op een van zijn drie bui tenverblijven een telefoontje dat kenne lijk alarmerend van aard was. Hij ver ontschuldigde zich bij zijn argeloze gasten met een smoes over een plotse ling noodzakelijke medische behande ling en vertrok haastig. De volgende dag wachtte op het hoofdkantoor van de spoorwegmaatschappij te Gent on derzoeksrechter De Vos tevergeefs op de directeur. De gewekte argwaan verkeerde vervol gens snel in zekerheid: meer dan vijftien jaar lang bleek de „zwendeldirecteur" een groot aantal banken en particulie ren te hebben opgelicht en zijn eigen maatschappij te hebben uitgeknepen, door bij voortduring grote hoeveelhe den valse obligaties op de markt te brengen. De inkomsten stak hij in eigen zak. Dat een en ander eerst in 1 91 2 aan het licht kwam, moet behalve aan Wil- marts grote koelbloedigheid en brutali teit en aan de minstens even grote arge loosheid van zijn slachtoffers, geweten worden aan de grove winsten die Gent- Terneuzen maakte als gevolg van een explosieve stijging van het goederen vervoer, naast een extreme schraperig heid waar het de lonen der werknemers en het onderhoud van het materieel be trof. Kortom: er wasveel verdiend, maar vrijwel niemand had zich ooit afge vraagd waar de grote winsten waren gebleven. De voortvluchtige directeur slaagde er in, vijf maanden uit de handen van de politie te blijven. Eerst op 15 maart 1913 werd hij gearresteerd in Reims, nadat hij lange tijd onder een valse naam in een hotel in Laon had gebivak keerd. Aan het eind van een langdurig en ingewikkeld proces, dat veel publici teit kreeg, werd Wilmart tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld, welke straf in hoger beroep werd terugge bracht tot zes jaar. De gedupeerde spoorwegmaatschappij ontkwam met moeite aan faillissement. Aan de zwendeldirecteur van Gent-Ter neuzen wijdt Hesselink in zijn boek over de beide Zeeuws-Belgische spoorlijnen een apart hoofdstuk, waarin het schan daal vlot en niet zondergevoel voor dra matiek wordt beschreven. Dat de au teur echter niet van dergelijk spectacu lair materiaal afhankelijk is om toch een boeiend verhaal te kunnen leveren, be wijst hij inde overige hoofdstukken. Mi nutieus, meestal zeer onderhoudend en steeds uitermate informatief beschrijft hij de geschiedenis van zowel de „Che- min de Fer de Gand a Terneuzen", kort weg GT, als de „Chemin de Fer Interna tional de Malines a Terneuzen", kort weg MT. Temeer daar de archieven van GT geheel en die van MT grotendeels verloren zijn gegaan, moet dit als een niet geringe prestatie worden aange merkt. GT en MT ontstonden omstreeks 1 860 als gevolg van het bij veel Belgische on dernemers levende verlangen railver bindingen met een zeehaven tot stand te brengen. In 1 869 werd de lijn tussen Gent en Terneuzen voltooid en in 1 871 volgde die tussen Mechelen en Terneu zen. De twee lijnen kwamen in Sluiskil bijeen; het laatste gedeelte, tot Terneu zen, gebruikten GT en MT gezamenlijk. Beide maatschappijen waren vrijwel volledig Belgisch, met Belgische aan deelhouders, Belgische directies en ook grotendeels Belgisch personeel. Vanaf het begin lag de nadruk zowel bij GT als bij MT op het goederenvervoer. Zo hield GT zich bezig met de aanvoer van suikerbieten voor de fabrieken in Zelzate en Sas van Gent, met het verla den van mosselen op het station te Phi lippine en met het vervoer van grond stoffen en producten tussen de zich langs het Kanaal van Gent naarTerneu- zen ontwikkelende industrieën en de zeeschepen die voor het kanaal te groot waren en die daarom in de haven van Terneuzen gelost en geladen werden. Voor MT was naast het vervoer van landbouwproducten als suikerbieten en aardappelen met name de goederenuit wisseling tussen de verschillende

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 30