bij het 175-jarig bestaan van de wilhelminapolder
167
De aan de oostzijde van het kanaal gebouwde pastorie, dominerend in de huizenrij.
met toren benevens eene pastorij
gebouwd worden, terwijl men be
paaldelijk aan het eerste gebouw,
waarvoor ongeveer twee derde ge
deelten van de genoemde som be
schikbaar gesteld werden, eene van
de gewone sleur afwijkende ge
daante wenschte gegeven te zien,
of waarvan men met andere woor
den, iets meer verlangde, dan eene,
tusschen vier muren en een dak be
sloten ruimte, waaraan, omdat er
een predikstoel in staat, de naam
van kerk gegeven wordt."24)
Als hoofdvorm koos Warnsinck voor de
eenvoudigste basiliekvorm, waardoor
de gelegenheid tot het aanbrengen van
zijgaanderijen ontstond en de kansel
geplaatst werd in de nis aan het eind
van het gebouw. Bovenop het beneden
gedeelte van de toren, wat tevens als
voorportaal dienst doet, is een plaats
voor het orgel gecreëerd. Aan weerszij
den van de toren bevinden zich twee zij
portalen met afzonderlijke ingangen,
waarin zich de trappen naar de gaande
rijen en de toren bevinden. De kap, als
een hangwerk ingericht, is beschoten
en met blauwe pannen gedekt en geeft
door de flauwe helling aan het geheel
een rustig landelijk karakter. De lichtra
men zijn van gegoten ijzer; de kolom
men onder de gaanderijen zijn van gre
nenhout vervaardigd.
Zowel in de materiaaltoepassing als
qua stijl is de kerk een typische water
staatskerk, d.w.z. een kerk in de zoge
naamde waterstaatsstijl. In deze stijl le
ven neo-klassicistische tradities voort.
In het tweede en derde kwart van de vo
rige eeuw werden veel van dergelijke
kerken gebouwd. Daarbij traden archi
tecten op, die in dienst waren van het
Departement van Waterstaat, vandaar
de naam Waterstaatskerken. Als repre
sentant van deze bouwstijl, die ook
weer een eigen cultuurhistorische
waarde vertegenwoordigt, verdient de
kerk het ten volle om zo gaaf mogelijk
bewaard te blijven, zowel wat buiten
aanzicht als interieur betreft. Het zou
dan ook zeker wenselijk zijn dat binnen
afzienbare tijd de middelen beschik
baar komen om een aantal noodzakelij
ke voorzieningen te treffen.25)
Op 7 maart 1 841 vond de inwijding van
het kerkgebouw plaats. De voorganger
in de inwijdingsdienst was Ds. J. ab
Utrecht Dresselhuis, predikant te Wol-
phaartsdijk.
De eerste kerkeraad bestond uit de
ouderlingen I. G. J. van den Bosch, C.
van der Werff en D. Arnoijs en de diake
nen J. Rottier, J. Korstanje en C. van
Noort.
Als predikant werd beroepen Ds. K. J.
van Driel te Biezelinge, die dit beroep
evenwel niet aannam. Een volgend be
roep, op de kandidaat. A. J. J. Warn
sinck te Utrecht had meer succes. De
bevestiging van Ds. Warnsinck, evenals
de inwijding van de kerk door Ds. J. ab
Utrecht Dresselhuis, vond plaats op 21
november 1 841,26)
Dr. J. H. Gunning J. Hzn.
Als we aan één predikant in de reeks
waarin de huidige voorganger, Ds. Ph.
Kroes, de negentiende is, speciale aan
dacht willen besteden, dan is dat Gun
ning; de man die latergrote bekendheid
zou krijgen door zijn weekblad „Pniël"
en die tenslotte ook door radiotoespra
ken grote pastorale invloed uitoefende.
Johannes Hermanus Gunning J. Hzn.
(1858-1940) heeft de gemeente van
Wilhelminadorp zeer kort gediend. Op
1 1 december 1881 werd hij door zijn
vader, de beroemde professor J. H.
Gunning Jr. bevestigd met de tekst uit
Lucas 5 1 Ob: „Jezus zeide tot Simon:
vrees niet, van nu aan zult gij mensen
vangen". Op 24augustus 1 884 hield hij
zijn afscheidspreek, een periode dus
van nog niet eens drie volle jaren. Toch
is deze korte periode belangrijk ge
weest, zowel voor de gemeente van
Wilhelminadorp, als voor Ds. Gunning.
Het was zijn eerste gemeente, die hij op
23-jarige leeftijd ging dienen. Maaron-
danks zijn jeugdige leeftijd toen al een
man met grote bekwaamheden. Hoe hij
juist in Wilhelminadorp terecht kwam,
beschreef hij later zeer openhartig;
„Ik heb uit vijf beroepen kunnen kie
zen en ik had gaarne naar Gapinge
op Walcheren gegaan, de eerste ge
meente, die mij beriep. Maar mijn
aanstaande schoonmoeder - deze
categorie van het „zwakke" ge
slacht heeft altoos in de wereld een
grooten invloed gehad - vond de
pastorie zóó „akelig" en het vlak
vóór de huiskamer gelegen kerkhof
zóó „melancholiek" dat ik ten slotte
besloot Wilhelminadorp aan te ne
men, dat door den bekenden Dr.
Frank van Gheel Gildemeester een
groote reputatie had gekregen wel
ke mij spoedig genoeg af en toe be
zwaren zou."27)
Gunning is een groot bewonderaar van
Budding geweest, een man die hij zelf
uiteraard nooit gekend heeft, maar
waar hij veel over had gehoord. In de ja
ren die hij in Wilhelminadorp door
bracht, heeft hij trouwens aan Budding
een hele studie gewijd.26)