uit de geschiedenis van het middelburgse gasthuis; het ziekenhuispersoneel tijdens de overgangsperiode van een 1 9e-eeuws gasthuis naar een 20e-eeuws ziekenhuis 218 Ze eindigen hun brief met de profeti sche zin: „het aanstellen tot hoofd der verpleging van eene beschaafde, wel opgevoede, kundige vrouw zou de grootste weldaad zijn voor het ge sticht". Bolle eindigt zijn brief met een uitvoeri ge beschrijving van de chirurgische vrouwenzaal. Omdat een treffender beeld van wat men zich onder een zie kenzaal anno 1887 moet voorstellen moeilijk is te geven nemen we het slot van Bolle's brief6) in haar geheel over. De vrouwenzaal werd begin januari nauwkeurig geïnspecteerd, ziehier haar tegenwoordige toestand. De schildering van vloer en venster is onvoldoende, ook de grote witte muren, door niets onderbroken, doen het oog onaangenaam aan. De kachel is zeer ongeschikt omdat de ze zowel dienst doet voor de ver warming van het lokaal als voor het koken en braden van het eten van de patiënten. Deze misstand is het ge volg van het feit dat de kamermoe der op hetzelfde ontwikkelingspeil staat als de patiënten boven wie ze gesteld is. Bij het ontsluiten van de vaste kasten rechts van de ingang is men verbaasd over de inhoud. De rommel bestaat deels uit garderobe van de moeder, deels uit voorwer pen van vertrokken patiënten en verder uit beddelakens, handdoe ken enz. Het servies is hoogst primi tief. 's Morgens prijkt de tafel met allerlei kopjes die meestal het ei gendom van de patiënten zijn. In diende patiënten onderling wat sui ker gekocht hebben is er een suiker pot aanwezig. Naast de melkkan zijn er enige nette bordjes, die ech ter niet het eigendom van het ge sticht zijn. Er is maar één mes op de zaal aanwezig om de boterhammen te snijden, 's Middags is de tafel ge dekt met een laken waarop, onver schillig waaruit het menu bestaat, soepborden staan met ernaast een ijzeren vork en lepel. Zo nodig dient een grote theekop met houten pot- lepeltje voor de saus, een blinkende metalen schaal dient voor de soep, de ongedekte stenen schalen (die het eigendom zijn van de kamer moeder) voor het overige eten. Wa terglazen en een karaf ontbreken maar een emmer met water en kop jes zijn altijd beschikbaar. Het ameublement is hoogst eenvoudig, het beste zijn de 7 ijzeren ledi kanten die op dit moment allen be zet zijn. Voor deze 7 patiënten zijn 4 handdoeken beschikbaar waarvan er echter drie in de kast liggen. Hoe wel er dus maar één handdoek in gebruik was beweerde de kamer moeder dat toch een ieder zich be hoorlijk kon reinigen. Dit raadsel vindt haar oplossing in de huishou delijke opvatting van de moeder. Deze had van een versleten laken een paar handdoeken gemaakt die goed genoeg waren voor een paar patiënten wier monden in haar oog te vuil waren om andere doeken te gebruiken. Twee patiënten hadden een eigen handdoek, de rest moest het met één doen. Het overige was- toilet van de patiënten was met deze opvattingen dan ook in volkomen harmonie. Geen bed was op dezelfde wijze op gemaakt. Het beddegoed bestaat uit een kafzak, dito peluw, een hoofdkussen, 2 lakens en 2 dekens. Op deze zaal van 7 bedden zijn slechts 16 lakens beschikbaar. Het is dan ook niet goed te begrijpen hoe men dit wekelijks kan verver sen. Dit gebeurt dan ook niet, de moeder scharrelt wat met de lakens rond, bovenlakens na een week door onderlakens vervangend, zo dat ze steeds enkele lakens in voor raad houdt. Het aantal hoofdkus sens wordt, door patiënten die ho ger willen liggen, uit eigen bezit aangevuld. De dekens zijn zoge naamde paardedekens, sterk wisse lend van dikte en kleur, van hoog geel tot groen. Naast elk ledikant staat een nachtkastje dat voor het eigenlijke doel nooit wordt ge bruikt. De inhoud heeft meer van een kleine komenijswinkel dan van een bergplaats voor de pot. Deze laatsten staan steeds ongedekt on der het ledikant, de houten deksels lagen ongebruikt in de kast. De pa tiënt en diens bezoekende familie betrekkingen7), zijn steeds de baas over de kamermoeder. Als de wens van de patiënt niet strookt met het Johannes Jacobus Berdenis van Berlekom, van 1 889 tot 1 902 hoofd van de Geneeskundige afde ling van het Gasthuis. bevel van de dokter dan schikt de moeder zich, uit gemakzucht of ter wille van de lieve vrede, naar wat de patiënt wil. Men moet wel meer dan een goed vertrouwen bezitten om te menen dat, zonder invloed van der den, de moeder de haar gegeven bevelen zal opvolgen. Zij is hiervoor niet alleen veel te onbeschaafd maar ze wordt ook veel te veel door allerlei huishoudelijke zaken, zoals kachels poetsen, borden reinigen, zilver (of liever ijzer) schuren etc., etc. in beslag genomen. Op sommi ge uren van de dag lijkt de zaal op alles behalve op een ziekenzaal. Dit wordt niet weinig in de hand ge werkt door de opzittende zieken groente te laten schoonmaken. Wat wij u meedelen over de vrou wenafdeling is ook van toepassing voor de mannen. Het bovenstaande Weledel. Heeren is een beschrijving van de werkelijk heid die aan duidelijkheid, naar wij ons vleien, weinig te wensen over laat. Het zal pas gelukken om in de ze toestand de nodige verbeterin gen aan te brengen als het systeem wordt aangenomen dat wij de eer hadden in het begin van dit schrij ven onder uw aandacht te brengen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 18