kats, anno domini 1609 206 winters - wij zitten in de kleine ijstijd - en de steriliteit van de grond. 1609. Het jaar van de grote hongersnood Volgens de regels „nae oude costume" was het de bewoners van het eiland ver boden meel of brood van elders in te voeren. Alle koren moest gemalen wor den in de ambachtsheerlijke molen van Cats. Op deze regel bestond slechts één uitzondering: vreemde arbeiders mochten voor twee dagen mondvoor raad meenemen. Overtreding van die regels betekende inbeslagname van het produkt en een boete, die door schout en molenaar samen gedeeld werd, evenzo een lucratieve aangelegenheid. Zowel voor de schout en boer Bastiaen Witte als voor de molenaar Jacob Tho- nisz als voor al die andere boeren, die in hun schuren en op hun zolders hun graanvoorraden hadden liggen en vast hielden bij de steeds hoger wordende graanprijzen. Tot die boeren behoorde ook de stadhouder van de Rentmeester Bewesterschelde en Hoog Baljuw, To bias Michielsz Oostdijck. leder voor zich en God voor ons allen. Schaarste aan brood, het volksvoedsel van die jaren. Opdrijving van prijzen en hongerdood voor de armen. Dat was het wat Loenken Bastiaensdr, moeder van de secretaris Willem Pietersz Kete- laer om zich heen waarnam. De dood vooral onder de zwaksten van die be volking, de jonge kinderen. Normaal stierf er al één op de drie of vier pasge borenen, nu was de ellende niet om aan te zien. Adriaen Pietersz, die met zijn moeder Arriaenken Joesdr en zijn gezin dat on gelukkige jaar naarhet eiland kwam, op de vlucht voor de schuldeisers van Zuid-Beveland, zag het niet meer zitten en verliet met vrouw en kinderen het ei land even schielijk als hij erop gekomen was, Arriaenken achterlatend bij haar dochter Judith, die met de Catse schip per Jan Pietersz Boer was getrouwd. Arriaenken, die nog net op tijd wat gerst kon kopen via haar schoonzoon. Op 23 april 1609 kwam - zoals ge woonlijk om de veertien dagen - de vierschaar bijeen ten huize van de smokkelaar en herbergier Danneel de Lettere, in de grootste herberg van Cats, „De Weerelt". Danneel was - zoals bier- Gedeelten van kaarten: 1het nog onbedijkte land 1 597; 2. de bedijkingen 1 620. (Algemeen Rijksarchief) HO\C K SDTC fy OLTEKSDYCK COKT

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1984 | | pagina 6