de vesting veere in de franse tijd
15
-el op iedere kaart, door middel van zijn
naam, een eigen rozet en een cartouche
n de stijl van de tijd, waarin de tekst
as opgenomen. Nadien vinden we een
envoudige noordpijl en is de verkla-
rnde tekst zakelijk weergegeven. De
topografische weergave is geen na
bootsing meer van de werkelijkheid,
zoals molshopen voor het aangeven van
reliëf, maar vindt plaats met behulp van
abstracte symbolen,
in Nederland heeft de directeur-gene-
aal van de Fortificatiën, Carel Dumou-
n zich in de jaren na 1774 beijverd een
veuwe grootschalige kartering van de
lehele Republiek van de grond te krij
oan. Ook zijn voorstellen voor de wijze
an tekening waren zeer modern. Vanaf
795 werd zijn werk voortgezet door
M. J. de Man. Na 1801 komt dan het
roofddriehoeksnet van C. R. Th.
Krayenhoff tot stand, waarop de geo
grafische ingenieurs konden voortbou
wen9). Het kaartbeeld van Nederland
erd door deze integrale meting gewij
zigd; ons land bleek iets smaller te zijn
dan de aaneenschakeling van regionale
metingen tot dan toe had gesugge
reerd ,0).
In 1810 verscheen de eerste Postkaart,
ook onder verantwoordelijkheid van
Krayenhoff. Juist op dat moment werd
Nederland ingelijfd bij het keizerrijk. De
uitgave van de nieuwe kaart, bekend als
de „Grote kaart van Krayenhoff", was
pas half gereed, toen de koperplaten
.'.erden overgebracht naar Parijs. Het is
aan M. J. de Man te danken dat dit ma
teriaal in 1815 weer is teruggeko
men").
Vanuit Parijs is in de jaren 1801 tot
;313 gewerkt aan een nauwkeurige
kartering van het gebied tussen de
Maas en de linker Rijnoever. Deze on
derneming stond onder leiding van
Tranchot en hier werden methodes ge
hanteerd, waarmee de kartering van
Veere en omstreken vergeleken kan
worden ,2).
De uitbreiding van de vestingwer
ken in 1812
Na de inlijving bepaalt de keizer dat
zeer veel belang gehecht moet worden
aan de verdediging van de Schelde en
het eiland Walcheren. Hij geeft zelf
aanwijzingen voor de uitbouw van de
vestingen Vlissingen en Veere. Het ont
werp voor Vlissingen werd gemaakt
door generaal Chasseloup-Laubat en
voor Veere door kapitein Maintenayl3).
De plannen die voor Veere ontwikkeld
werden zijn traditioneel te noemen. Het
betreft hier de aanleg van een nieuw ge-
bastionneerd tracé14). We zagen al dat
Siderius een heel ander plan had voor
gesteld, uitgaande van linies en stellin
gen in plaats van traditionele vestingen.
In Frankrijk heerste op dat moment dui
delijk een controverse tussen enerzijds
de aanhangers van het gebastionneer-
de tracé, zoals dat in de 1 8e eeuw was
vastgelegd door Cormontaigne, hiertoe
behoorden o.a. Chasseloup en de Kei
zer zelf en anderzijds de ontwerpers van
een nieuw systeem, dat bekend zou
worden als het Polygonale stelsel en
pas na de Napoleontische periode tot
ontwikkeling komtl5). De gedetacheer
de forten, die in de Franse tijd rond Vlis
singen zijn aangelegd, zijn in dit opzicht
modern te noemen.
Onder de verschillende plannen voor de
uitleg van de vesting Veere is er één die
op een enkel detail na de situatie aan
geeft zoals deze is gerealiseerd, (afb. 3).
In deze tekening is de nieuw geprojec
teerde wal met verschillende tinten
blauw ingekleurd; het onderschrift is
weggesneden. We zien dat de oude
asymmetrische omwalling is gevat in
een op zichzelf symmetrisch driezijdig
tracé met vijf bastions. Uiteindelijk wa
ren er vier ravelijnen voor de courtines
gepland, maar hiervan zijn er maar twee
aangelegd. Bij de noordelijke zeedijk is
de nieuwe omwalling aan de oude ge
koppeld door middel van een lunet. De
oude omwalling werd op enkele punten
gewijzigd.
Zo kon de zeemuur aan de oostkant van
de stad in het systeem worden opgeno
men, terwijl een nieuwe aarden wal er
achter werd opgeworpen. De twee bas
tions waar de zeedijk oorspronkelijk
op aansloot werden beide vergroot en
de aansluiting werd nu gerealiseerd