vesting veere in de franse tijd 17 r wkeurige geografische verkennin- werden uitgetekend op schaal 1 0.000. Evenals op de kaart uit 1i 1 (afb. 1) worden twee lengtema- 3 langegeven: de meter (échelle d'un m riètre pour metre) en de oude leng ten a at, de „toise" 1,949 m). De ka t is getekend door Thierry, „sapeur de Valcheren" en ondertekend op 20 december 1812 door Maintenay. Et noordpijl ontbreekt. Het formaat is ci 1,5 x 2,5 m. Het gebied dat in kaart is gebracht beslaat zodoende een hi e cirkel met een straal van 1 250 m. De betrouwbaarheid van deze opname is errassend groot en doet niet onder een luchtfoto uit 1 944 (afb. 7). Na ïundatie van 1 944-'45 en de ruii- aveling van 1 955 is een groot deel de fijne percellering uit het land- rap verdwenen. Tot 1944 zijn nog en van de terreinaanleg van het reel Zandenburg te herkennen, de kaart uit 1812 zijn rondom de jofdgracht vier ravelijnen inclusief bedekte weg geprojecteerd! In 3 worden alleen nog de twee rave- nen bij de uitvalswegen aangelegd afb. 3). De omwalling uit 1812 bekende ook een ingreep in de rela- tussen stad en achterland, want ruimtelijk is het niet duidelijk meer dat e Veerse Watergang ooit doorliep sar de haven en tevens zijn de Oude raat en de weg naar Zanddijk van el- 'ar los gesneden. In 1 944 is dit twee- structuurelement al weer veel duide- ker en tegenwoordig, met de nieuwe ug uit 1970, zien we hier weer een lopend tracé, wat ook het geval is veest in de 1 3e eeuw, toen de neder- 'ng gesticht werd. De luchtfoto laat hoe het kanaal uit 1871 dwars de franse omwalling snijdt, maar middeleeuwse structuur ongemoeid laat. zien dat niet alleen het restant van mdenburg en de tuin, die aangelegd s op de plaats van de voormalige oofdburcht, op de nominatie stonden m te verdwijnen, ook het hof „Born- al" aan de stenen straatweg naar Zanddijk liep gevaar, gezien het „gla cis" dat er overheen is geprojecteerd. De andere buitenplaats, die met zijn groene bossages eruit springt, is het hof Zeelust", gelegen aan de weg naar Ga- pinge. Wat de tuinaanleg betreft herkennen we bij „Bomdal" verschillende elemen ten. Rechts van detoegangsweg ligt het huis en hiertegenover, links van detoe gangsweg, ligt een formele tuin. Hierin had Nederland, sinds de Renaissance, een eigen traditie opgebouwd. Daar naast komen we ook barokke vormele menten tegen. Zo ontwikkelt de toe gangsweg zich als een lengteas, die doorloopt tot aan de Oude Bosweg. Haaks op deze as ligt halverwege een bassin dat doet denken aan het „Grand Canal" uit de franse baroktuin. Het tweede deel van de tuin is aangelegd volgens de Landschapsstijl, bekend on der de naam Engelse tuin. Deze stijl, waarbij op „natuurlijke" wijze werd vormgegeven, is in Nederland geïntro duceerd door de tuinarchitect J. G. Mi chael in 1772 l8). Dezelfde elementen komen we tegen bij het hof „Zeelust". Hier is de hoofdas geörienteerd op het huis. Achter het huis een formele aanleg, ingevuld met moestuinen, dan het bassin loodrecht op de hoofdas en naast de formele tuin een kleine Engelse tuin. Duidelijk is dat de lanen door bomen werden om zoomd, maar de invulling van de bos percelen is te abstract om iets te vertel len over de begroeiing. Naast het hof „Zeelust" ligt in 1 81 2 nog steeds de lijnbaan, genaamd „De Rij zende Zon", die ook is weergegeven op de kaart van Hattinga uit 1 750 ,9). Het lange gebouw, met de voorzijde aan de Veerse Watergang had een lengte van 1 35 m. Van de grote hoeveelheid informatie die in deze kaart ligt opgeslagen, zijn er nog een aantal punten die de aandacht trekken. Zo geeft de kaart met behulp van kleurnuance een beeld van het grondgebruik. De donkergetinte perce len zijn weide- en hooilanden en de lich te tint betekent akkerland. Ook hierin is de overeenkomst met de luchtfoto tref fend. De boerderijen liggen verspreid in het land, met moestuinen en boom gaarden, soms door windsingels om zoomd. Dan valt een merkwaardig omgracht terrein op langs de Veerse Watergang, tegenover „Zeelust", met een oppervlak van 25 x 60 m; misschien een begraven hofstede? Vlakbij Zanddijk ligt een dubbele berg met een ringsloot. Op het grootste bergje is een spiraalvormig pad gete kend. Mogelijk is dit het restant van een mottekasteel met een voorhof20). Wat Zanddijk betreft was tot 1 81 2 de ruïne van de toren aanwezig (afb. 8). Zij werd in dat jaar op last van de Fransen gesloopt. Zanddijk was binnen de cirkel van verboden bebouwing komen te lig gen, zoals later nog eens duidelijk wordt opgetekend in een kaart van de hollandse genie uit 1826. Maar het dorp is niet geamoveerd. Zanddijk is ge bleven wat het was: de bakermat van Veere. NOTEN: H. Akihary en M. Behagel: de verdedigings- bouw in Nederland tussen 1795 en 1914, in Vesting, Vier eeuwen vestingbouw in Neder land. Uitgave Stichting Menno van Coehoorn, 1 982, pag. 83. 2) Memorie F. A. van Maanen 1851, Algemeen Rijksarchief 's-G ravenhage. Archief der Genie, OMM V101. 3) Memorie J. G. Siderius 1810, A.R.A. OMM V73. 4) Memorie J. G. Siderius 1809, A.R.A. OMM V74. 5) Rijksarchief in Zeeland, Z.I. II 11 37; afgebeeld bij: J. P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen van Zeeland. Delft 1 978, pag. 69. 6) H. Verwey: Zandenburg en de bergjes van Zandijk, in: Castellogica. Nederlandse Kaste lenstichting 1983, pag. 39-54. 7) H. Verwey: Het Arsenaal te Veere, in: Zeeuws Tijdschrift (in voorbereiding). 8) A.R.A. Register van Modellen, no. 70. 9) K. Zandvliet: De lange voorgeschiedenis van de Nederlandse stafkaart, in: Vesting 1982 (zie noot 1pag. 1 67. ,0) C. Koeman: Geschiedenis van de Kartografie van Nederland, Alphen a/d Rijn 1983, pag. 184. Zie noot 10, pag. 188. ,2) Het franse kaartmateriaal is in Veere achter gebleven en was niet bekend aan H. M. A. Ber- thaut, die in: „Les Ingenieurs géographes mili- taires, 1624-1831, Parijs 1902", geen mel ding maakt van activiteiten in Veere. ,3) W. H. Schukking: Napoleon en de vesting bouw, meer in het bijzonder in Nederland, in: Publicaties van het genootschap voor Napo leontische Studiën, afl. 1, 's-Gravenhage 1951. I4) Voor verklaring terminologie, zie Y. Meeter: Woordenlijst van vestingbouwkundige ter men, in: Zeeuws Tijdschrift 1 978, no. 5, pag. 189-192. ,5) Zie noot 1 3, pag. 51 I6) Zie noot 7. ,7j Zie noot 2. ,8) Carla Oldenburger: Ontwikkelingen van bui tenplaatsen in Zuid-Kennemerland sinds circa 1 700, in: Wonen TA/BK 1 977, no. 9/10. '9) Rijksarchief in Zeeland, Atlas Hattinga 1,11. 20) Zie noot 6.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 23