over het tot stand komen van het deltaboek
19
betreffende auteurs, de tekstredacteur
en de illustratieredacteur. Na de eerste
hoofdstukken is het verder schriftelijk
gegaan. De goedkeuring van de ozalid,
een soort proefdruk, was in handen van
de heer Duursma als eindredacteur. In
deze fase vooral werd intensief samen
gewerkt met de medewerkers van Na
tuur Techniek, zodat de tekst in deze
laatste fase steeds door minimaal drie
mensen was gecontroleerd: de eindre
dacteur, de tekstredacteur en de redac
tiesecretaris. Om tijd te winnen werden
de laatste correcties telefonisch door
gegeven.
Monsteren van de bodem aan boord van de Maris Stella.
rm er 800 en er was een mogelijkheid
il de Nederlandse Vereniging tot be-
f jud van Natuurmonumenten er 1.000
)m. Zo zouden er bij elkaar 5.000
stuks bereikt kunnen worden,
ader deze omstandigheden ging Na-
ur en Techniek accoord met de toe-
•rcigingen en wilde men met ons in zee.
<:er trok de Provincie Zuid-Holland
terug en met Natuurmonumenten
d een aparte overeenkomst geslo
ten.
ae komt nu zo'n boek tot stand? Via
n aantal technieken die parallel verlo-
om uiteindelijk samen te vloeien tot
boek. Hieronder worden dezetech-
en kort beschreven.
Van manuscript tot goedgekeur
de tekst.
manuscript ontstaat door de wis-
'werking van ideeën en gegevens uit
veld, uit experimentele opstellingen
i uit archieven. (Wat het laatste be
eft ondervonden wij veel medewer-
ng van allerhande instanties). Wan
neer het zijn eerste vorm heeft gekre-
nn zendt de auteur het manuscript in
ij de secretaris. Deze laat het typen als
dat nog niet is gebeurd. Het stuk wordt
gecorrigeerd en vermenigvuldigd. Ver
volgens gaat het naar de Neerlandici en
naar de redacteur. Deze laatste doet za
ken als het aanbrengen van tussentitels,
de stukken van verschillende auteurs
uniformeren qua stijl en er overlappin
gen uithalen c.q. verbindende stukjes
tekst schrijven. De correcties worden
aangebracht en via de secretaris gaat
het stuk terug naar de auteur. Mocht
deze nog correcties hebben dan geeft
hij die door aan het secretariaat. Dan
komen er vier kopieën: voor de voorzit
ter, de secretaris, de redacteur en de
drukker.
De drukker gaat ermee aan de gang en
via een computer komt er een eenko-
loms drukproef. Deze gaat naar de au
teur en wordt gecorrigeerd. Dit stuk
komt terug bij de secretaris, die kijkt het
na en via de redacteur gaat het naar de
drukker voor de tweede drukproef. De
ze proef gaat naar de secretaris en naar
Natuur en Techniek voor het monteren
van het zetsel in de bladspiegel, waarbij
de plaats voor de illustraties en de bij
schriften wordt uitgespaard (lay-out).
De auteur krijgt inspraak om te kijken of
zijn bedoelingen goed gevisualiseerd
zijn, geeft de bijschriften hun definitie
ve vorm, aangepast aan de lay-out, en
fiatteert de verlengingen en verkortin
gen, die nodig zijn om zijn tekst in de
bladspiegel te passen.
In het begin organiseerden wij een bij
eenkomst op het Delta Instituut met de
B. Van foto of dia tot goedgekeurde
illustratie.
De weg van een illustratie begint met de
keuze: waar wil je een tekst mee ver
luchten en ondersteunen? De auteur
kiest uit het archief van zichzelf of van
René Kleingeld (de „hoffotograaf" van
het boek) een reeks dia's en foto's, veel
meer dan straks geplaatst zal worden.
De opname moet scherp zijn, artistiek
verantwoord en goed uitgelicht. De
dia's worden beoordeeld door de illu
stratieredacteur, die naar de behoefte
van het boek ook voor figuren en teke
ningen en foto's zorgt en de definitieve
keuze maakt. De uitsnede wordt be
paald door de lay-out-man en de dia of
foto gaat naar de lithograaf.
Er wordt een proefdruk van gemaakt en
deze wordt beoordeeld door de lay-out-
man. Na goedkeuring wordt de opname
in de ozalid opgenomen voor algemene
beoordeling.
C. Bijschrift
Bij de illustratie hoort natuurlijk een bij
schrift. Op de toegemeten lengte (gro
ter dan gemiddeld nodig zal zijn) maakt
de auteur de tekst op een apart daar
voor ontworpen formulier. Dit komt bij
de secretaris, het wordt getypt en gaat
naar de redacteur en de Neerlandici.
Na overleg komt het gecorrigeerd terug
bij de secretaris en wordt definitief ge
typt. Dan gaat het in duplo naar de re
dacteur en naar de drukker. Hiervan
wordt een proefdruk gemaakt en deze
wordt alvast gecontroleerd op drukfou-