over het tot stand komen van het deltaboek 23 zich nam. Het was lie. P. van Dooren, wiens werk voor het DIHO een grote verachting gaf en een periode van pret tige samenwerking betekende, waarbij hij -en regelmatige gast werd op het In st iut. Van onze kant leverde René Kleingeld het grootste aantal foto's vc het boek. Van de 540 illustraties (d inclusief 73 diagrammen en kaar- te; zijn er ruim 300 van zijn hand. De rest komt uit Nederland, België, Duits la; i, Denemarken, Engeland en uit de pt iculiere collecties van de auteurs. De illustraties van het hoofdstuk Geolo gie vormden een probleem apart, om- dat hierin alleen maar diagrammen en kaarten gebruikt konden worden. Een oplossing werd gevonden door recon- structies vanuit de geologische tijdper- ke te laten verzorgen door de kunst- scnilder Christian Jégou uit Parijs. Hij schilderde tevens de weerspreukvig- ne'.ten die de openingspagina's van de hoofdstukken verluchten. Het is te w- arderen, dat een Fransman zich zo in de Nederlandse situatie heeft kunnen in; ;ven, dat hij dergelijke plaatjes heeft kunnen maken. Mevrouw E. J. van de Bioecke-de Man te Vlissingen heeft haar medewerking verleend bij het le veren van die spreuken in het Zeeuws. Registratie en titel van het boek Aan het boek zijn een zevental registers toegevoegd door Drs. R. Peelen om het b'. kwerk meer toegankelijk te maken. Allereerst een verklarende woorden- li; Deze is aanvankelijk samengesteld uit 460 woorden, die van te voren gese lecteerd waren op moeilijkheidsgraad. Deze werden beproefd op 7 personen var zeer verschillende opleiding. Deze selectie resulteerde in de uitein de jke keuze van 226 woorden. Een literatuurlijst werd samengesteld uit maximaal 3 items per hoofdstukje. Di gaf nog een verwijzing van 179 stuks totaal. Pf soonlijkvond ik een trefwoordenlijst hf moeilijkst samen te stellen, omdat ai. zo subjectief is. Waar moet je begin nen en waar is het einde. Al doende krijg je er gelukkig gevoel voor, wat iemand kunnen interesseren. Noodzakelijk bij een dergelijk werk is een lijst van organismen in het Neder lands-Latijn en Latijn-Nederlands met verwijzingen. Het werden ca. 1050 na men, waarbij de tekstmarkeringsstiften goed van pas kwamen tijdens de con trole tussen lijst en bladzijdenummers. De correcties van de collega's in deze lijst werden zeer op prijs gesteld. De bronvermelding van de 1 87 illustra ties die niet van René Kleingeld waren, een lijst van de 54 auteurs vergezeld van pasfoto's en die van 20 namen van de makers ook met pasfoto besluiten het boekwerk. Een punt van aandacht was ook de titel van het boek. Er werd een prijsvraag uitgeschreven onder de medewerkers van het Delta Instituut. Er kwamen 47 titels uit de bus. Er werd gekozen voor de titel: „Het Del taboek" met als ondertitel: Geschiede nis, natuur en techniek. Dit gebeurde in december 1981. Op het allerlaatste moment, vlak voor het drukken werd de titel op advies van de afd. Edita van de KNAW gewijzigd in een commercieel gerichte titel. Het werd: De Nederland se Delta, een compromis tussen milieu en techniek in de strijd tegen het water. Engelse bijlage en „Zelandiae Des- criptio" De Engelse bijlage vormt een apart stuk in de geschiedschrijving. Al van het be gin af werd de noodzaak gevoeld om tekst en illustraties toegankelijk te ma ken voor buitenlanders. Een integrale vertaling bleek te kostbaar en aanvan kelijk had de uitgever weinig belang stelling voor een Engelse uitgave, om dat zijn verspreiding gericht is op Ne derland en Vlaanderen. Op suggestie van de heer Ir. J. L. Kooien werd onder zocht of een vertaling van het ten gelei de, voorwoord, de „summarys" van alle hoofdstukken en de bijschriften van de illustraties wel mogelijk zou zijn. De heer Drs. M. Smies was bereid het ver taalwerk op zich te nemen. Op deze ba sis werd besloten een aparte bijlage te maken bestaande uit 48 pagina's. Dr. A. Critchley, gast op ons Instituut in de pe riode 11-1981 tot 12-1 982, verzorgde de laatste correcties. De bijlage is los verkrijgbaar en past naast het boek in een cassette. Het was aanvankelijk het idee van de heer Dr. E. K. Duursma om ieder die bij de aanbieding van het jubileumboek aanwezig zou zijn een aardige herinne ring mee te geven in de vorm van bij voorbeeld een fascimiléuitgave van een oude kaart van Z.W. Nederland. Hier is helaas gezien de kosten niets van geko men. Wel had de heer M. P. de Bruin, hoofd van het documentatiecentrum van de Provinciale Bibliotheek van Middelburg nog een toevoeging voor het boek. Hij was op de hoogte dat in het nationaal Scheepvaart Museum te Antwerpen een pentekening-aquarel van Antoon van den Wijngaerde aanwezig was, voorstellende „Het Panorama van Wal cheren" ofwel „Zelandiae Descriptio" uit 1 550. Het origineel is meer dan 1 0 m lang en 40 cm hoog. Het bestaat uit 23 aan elkaar gelijmde bladen. De teke naar denkt zichzelf op enige honderden meters hoogte boven het centrum van Walcheren. Hij begint dan te tekenen, beginnend bij Domburg en zo via Veere, Middelburg, Vlissingen naar Dishoek om te eindigen bij Westkapelle. Van fort Rammekens tot aan Westkapelle is het ingekleurd. De kusten aan de ande re zijde van het water: Schouwen, Noord- en Zuid-Beveland, West Zeeuws-Vlaanderen en zelfs Engeland werden meegenomen in de tekening. Veel aandacht is besteed aan de ver schillendeschepen en devisserstuigen. Het geheel werd fotografisch verkleind tot 16 cm hoogte en ruim 4 m lengte. Het werd opgevouwen en in een kaft in de cassette opgenomen. Het Deltaboek wil een inzicht geven in de technische kunde, die is aangewend om de Delta Wet uit te voeren en tevens als gevolg de veranderingen op phy- sisch-, chemisch- en biologisch terrein hebben plaatsgevonden en nog zullen plaatsvinden. Door een innig contact tussen de verschillende instanties is het mogelijk gebleken om tot de publicatie van het Delta Boek te komen. Door een optimaal beheer van deze in stanties is het ook mogelijk goede maatregelen te nemen, die het milieu ten goede komen. De wijziging van de uitvoering van de Oosterscheldewerken van een dichte dam, waarbij het milieu zoet, stagnant en verontreinigd Rijn/Maaswater zou bevatten naar een sluiswerk waarbij in het bekken een zout getijderegiem zou heersen, is groot. Het getij wordt tot

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 29