WILLEM VAN ORANJE, EEN STAATSMAN IN DE ZESTIENDE-EEUWSE NEDERLANDEN !£EUWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 35 nummer 1 -1985 Prof. dr. M. Baelde Het is niet overdreven te stellen dat Wil lem van Oranje de hoofdrol gespeeld heeft in de opstand tegen Spanje en te gen Philips II. Toch blijft de figuur van de prins nog steeds een vruchtbaar on derwerp voor onderzoek, ook al omdat hij de historicus voor soms moeilijke problemen stelt, en tevens omdat be paalde vroegere benaderingen niet al tijd waren vrij te pleiten van subjectieve criteria. Het is vanzelfsprekend niet mogelijk de figuur van Oranje volledig en grondig toe te lichten. Derhalve zullen hierna enkel een drietal aspecten worden on derstreept, namelijk: 1Oranje en zijn politieke opvattingen in de periode 1555-1559. 2. Oranje en zijn strijd in de jaren 1560-1567. 3. Oranje en de evolutie van zijn per soonlijkheid in de tijdspanne 1 569- 1584. Uit dit alles kan dan de betekenis van Oranje voor de Nederlanden worden naar voren gebracht. Er is vooreerst, tot op heden, te weinig aandacht besteed aan Willem van Oranje vóór 1559. Niettegenstaande heel veel publicaties weet men nog steeds te weinig over de vormings- en jeugdjaren van Willem van Oranje. De uiterlijke gegevens zijn natuurlijk wel bekend. Eerst vanaf 1 555 komen de grote eer volle benoemingen: op 17 november 1 555 wordt Willem van Oranje lid van de Raad van State, in 1 556 ridder van hetGulden Vlies, in 1 559 stadhouder of provinciegouverneur van Holland, Zee land en Utrecht. Kortom, Willem van Oranje werd in deze jaren vijftig één van de meest succesvolle edellieden der Nederlanden. Willem van Oranje, hoewel een schitte rend jong Vliesridder, was in 1559 reeds duidelijk bij protestuitingen be trokken en zal die, in 1 561 in een offi cieel schrijven aan Philips II, zeer preg nant formuleren. Maar hiermede komt men reeds aan de tweede fase in Oranje's leven, namelijk de jaren 1 560-1 567. Velen weten nog te weinig wat zich heeft afgespeeld in de onmiddellijk aan de Tachtigjarige Oorlog voorafgaande jaren. Heel kort samengevat kan men stellen dat de Ze ventien Provinciën alsdan te kampen kregen met complexe politieke, gods dienstige en sociaal-economische pro blemen. De economische en sociale moeilijkheden worden hier niet bespro ken hoewel ze zeker - op de achter grond - erg hebben meegespeeld. Al leen aan de politiek-institutionele en de godsdienstig-kerkelijke complicaties kan nu even wat aandacht worden ge wijd. In de jaren 1 560-1 566 heeft het poli tiek probleem zich gekristalliseerd rond de zgn. Granvelle-kwestie en de zgn. Raad van State-kwestie. Deze politieke crisis was uiteindelijk te herleiden tot het probleem van medezeggenschap van de standen en vooral van de hoge adel in het systeem van de centralise rende monarchale staat. Tegelijkertijd met die politieke spannin gen op het hoogste vlak voltrokken zich ook belangrijke mutaties op godsdien- stig-kerkelijk vlak. In het grootste ge heim hadden koning en paus rond 1560 voor de Nederlanden een oud plan van Keizer Karei voor een nieuwe bisdomverdeling uitgewerkt. De vroe gere 5 bisdommen werden nu uitgete kendtot 1 8 kleinere entiteiten; men had nu een kerkelijke reorganisatie doorge voerd en rekening gehouden met de taal van de bevolking, met de pastorale mogelijkheden van bisschoppen, de kens en pastoors, met een betere dota tie ook van de bisschoppen en met een efficiëntere uitbouw ook van de inquisi tie. De edellieden in de Raad van State waren van heel die ingrijpende innova- ln het kader van de herdenking van Willem van Oranje werd op 27 okto ber 1984 een Academische zitting gehouden in de Nieuwe Kerk te Mid delburg. Prof. dr. M. Baelde, hoog leraar aan de Rijksuniversiteit te Gent, sprak de herdenkingsrede uit. De door prof. Baelde zelf opgestelde samenvatting van deze rede neemt de redactie gaarne op. In kort bestek worden de vroegere historiografi sche benaderingen weergegeven. De nadruk wordt gelegd op de bete kenis van Oranje voor de Nederlan den in het algemeen en voor de Zui delijke Nederlanden in het bijzon der. tie in het ongewisse gelaten zodat ze nu, zeer begrijpelijk, reageerden met „bitterness in their hearts". De Prins van Oranje, voorstander van het bedwingen van onruststokers en woelmakers, wilde in 1 566 de land voogdes enkel bijstaan in het bescher men van de katholieke kerkgebouwen, als tezelfdertijd de protestantse preken werden geduld. Zoals men weet werden Egmont en Hoorne op 6 juni 1568 op de Grote Markt te Brussel onthoofd. Een groot jaar vroeger echter, op 24 april 1 567, was Oranje vanuit Breda naar het Duitse geboortekasteel te Dillenburg vertrok ken. Maar daarmede komt men reeds aan de derde periode in Oranje's leven, name lijk de jaren 1 568 tot 1 584, de bekende en de beroemde jaren van opstand te gen Spanje. In 1 568 heeft Willem van Oranje de leeftijd van 35 jaar bereikt: hij is in de volle kracht van zijn leven, hij is in de zwakste periode van zijn publieke loopbaan. Hij is immers een „prins zon der land" geworden, een leenman zon-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 7