terugblik en perspektief 56 Prina Wisse 28 juli 1907 te Vlissingen; van 1947/1957-1972 lerares methodiek- didaktiek aan de opleidingsschool voor het christelijk kleuteronderwijs. Zij ging in 1928 de kursus voor het kleuteronderwijs volgen die sedert het jaar daarvoor in Vlissingen geor ganiseerd werd door de Maatschap pij tot Nut van 't Algemeen; de lei ding berustte bij mevrouw Was- Ozinga. „Modern" want 's middags werkten we al in groepenIn 1929 behaalde ze de akte (Utrecht), de hoofdleidstersakte verkreeg ze te Haarlem: tussen 1931 en 1936 werk zaam als leidster te Alkmaar. Salaris f 1000,- 's jaars; maar als de malaise toeslaat, die het kleuteronderwijs extreem treft, nog slechts f 400,- terwijl er f 40,- in de maand kost geld betaald moest worden. Daar door is ze gedwongen ontslag te ne men. Een periode van tijdelijke dienstver banden volgt: vervangend hoofd leidster te Oostkapelle, vakantie werk op kasteel Westhove (waar kin deren uit zwak-sociale milieus aan komen sterken), Kinderzorg (waar aan ze verschrikkelijk-pedagogische herinneringen bewaart). In oktober 1938 gevraagd als hoofdleidster te Souburg: 84 kinderen over twee klassen, f 33,33 salaris per maand (het hulpje f 10,-), 12 keer verhuisd in oorlogstijd tot de school dicht moest (water over Walcheren). Daardoor drie jaar lang met tijdelijk ontslag. Al vlug vatte ze in het Mid delburgse Gasthuis de opleiding tot leerling-verpleegster aan. „Ik ben zelfs eind tweedejaars geworden, maar toen ging de school weer open. ik heb 't wel 'ns jammer gevonden dat het niet nog een jaar duurde: dan zou ik ook m'n verpleegstersdiploma gehaald hebben. Die kombinatie was prachtig geweest om, zoals ze dat nu noemen, naar de derde-we- reld-landen te gaan. Daar was ik echt een type voor geweest." In Souburg moest alles van de grond af opgebouwd worden. Een reusach tige bazar verschafte nieuwe midde len: alles via het rad van avontuur. Daar begon een nieuw avontuur: op die bazar vraagt de direkteur van de kweekschool of ze als lerares niet wil komen werken aan de partikuliere kursus aan de Heerengracht (1947). Na lang aarzelen stemt ze toe. Tot 1957 kombineerde ze dit werk met haar hoofdbetrekking als hoofdleid ster. In dat jaar kwam „juffrouw Wis se" (zó hebben tal van meisjes haar gekend) in volle dienst naar de zo juist gesubsidieerde dagopleiding. Intussen was er heel wat gebeurd: oude diktaatschriften vormden de basis van de lessen (duidelijk op Frö bel geïnspireerd nog), ze reisde een tijdlang wekelijks naar Den Haag om zich beter te oriënteren op de toen geldende exameneisen, idem naar Leiden om een kursus kleutergym te volgen ('s morgens 5.30 uur in de trein om om 9.30 uur voor de klas in Souburg te staan). Ze begon aan kleuterpedagogiek bij prof. Wate rink. Dat werd echter te veel. Aan haar eigen kleuterschool ver zorgde ze tevens de praktische vor ming van de kursusmeisjes: elke woensdagmorgen een huis vol. Na 1957 krijgt de praktijkbegelei ding andere facetten: mevr. Wisse reist de christelijke kleuterscholen in de provincie langs - met openbaar vervoer. Meer mogelijkheden kwa men er pas toen ze gerechtigd was in haar daf rond te toeren. Ze zette als een ware „moeder" een stempel op de opleiding. Tot 1972 - het jaar waarin haar tevens een jubi leumreceptie aangeboden kon wor den - had ze zo'n 650 meisjes tot de akte opgeleid. Het protestants chris telijk kleuteronderwijs in de provin cie was zelfvoorzienend geworden. Toen ze afscheid nam waren er twee methodiek-didaktiek leraressen naast haar gekomen, beiden oud leerlingen. Nog altijd vitaal zegt ze nu: ,,'t is me eigenlijk altijd voor de wind ge gaan!" lijke kleur. Er bestaat ook een soort kerk-en-school-politiek. Dacht Mr. Die- leman een meesterzet op het schaak bord te doen door twee hervormde pre dikanten uit te nodigen? Hij heeft zelfs nog een derde op het oog: de bekende sociaal-geëngageerde, ds. Talma uit Vlissingen. De voorzitter was een pragmatisch in gesteld man. Hij besefte heel goed dat medewerking van hervormde zijde noodzakelijk was om de „eigen" kweek school in de provincie waar te maken. Toch heeft hij hierin misschien te zeer gehandeld als politicus. Wat gebeurt er? Een der subkommis sies krijgt opdracht zich te buigen over de grondslag maar komt daar blijkbaar niet uit; of aan toe. Op 21 april 1908 wordt ter vergadering een grondslag-artikel geconcipieerd: „De Vereeniging grondt zich voor haar en de van haar uitgaande stichtingen op den Bijbel als Gods Woord, die van den

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 18