terugblik en perspektief
57
Horigen Geest ingegeven en met God-
ei ijk gezag bekleed is en erkent dezen
o voor de opvoeding als den eenigen
en onfeilbaren regel van al haar doen en
k n. Hiermede belijdt zij te gelooven
afn de rechtvaardiging des zondaars
vcor God uit genade door het geloof; de
eele bedorvenheid der menschelij-
.atuur door de zonde, de noodzake-
kj.heid der wedergeboorte uit den Hei-
n Geest; de verlossing door het
r aatsbekleedend lijden en sterven van
Jezus Christus, Dien zij met den Vader
den Heiligen Geest als den eenigen
i eeuwigen God erkent."
Theologisch staat daar nogal wat
christelijk geloof geformuleerd in
en notedop, al is het opvallend dat Pa
ri ontbreektPedagogisch - laat
aan onderwijskundig - is de formule
g mager. Tot in ónze tijd toe zal dit een
ioeilijke zaak blijken te zijn.
een circulaire aan alle christelijke
ihoolbesturen in de provincie wordt
j.a.) deze grondslag voorgesteld. In de
tal Bogardstraat, Middelburg - die
■u voor veel kweekschoolzaken tot ver
a de tweede wereldoorlog een tref-
unt blijven - komen de mannenbroe-
=rs op 12 juni 1908 bijeen. „Een leven-
ge gedachtewisseling" (of heftige
jiskussie?) „ontspint zich".
wordt een voorstel ingebracht als
ondslag te omschrijven „GodsWoord
tar de opvattingen van de formulieren
- Eenigheid". Argument is dat anders
t cementvoor stevigen opbouw
breekt". Nogal wat afgevaardigden,
jral Walcherse gereformeerden, be
tuigen die opvatting.
Dieleman handhaaft het koncept.
tamming wijst uit dat met 15 tegen 3
jrdt besloten te kiezen voor,den
jbel als Gods Woord, naar de opvat-
ng der Gereformeerde Belijdenis-
n riften, vastgesteld op de Synode van
ordrecht in de jaren 1618 en '19". Ex
clusief gereformeerd is dat.
óór de stemming hebben de hervorm
de predikanten Molenaar (Christelijk
Volksonderwijs, Middelburg) enTalma
(Christelijk Nationaal, Vlissingen) de
vergadering verlaten. Zij hebben daar
vóór het een en ander te berde ge
bracht:
Ds. Molenaar: „is wel vóór samenwer
king, maar op den grondslag der For
mulieren van Eenigheid schijnt hem dit
niet wel mogelijk: willen de Gerefor
meerden geen samenwerking zonder,
hij en met hem de Vereeniging voor
Christelijk Volksonderwijs wil geen sa
menwerking met die begrenzing in de
Statuten". Ds. Tal ma: ook de Ver
eeniging voor Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs was nimmer zoo be
perkt in hare Statuten: men sluit zoo
doende de hervormden uit."
„Onder een stroom van welsprekend
heid wordt ertegenover gesteld" - „dat
Christelijk Nationaal 't thans wel anders
zou doen als opnieuw een grondslag
artikel moest worden vastgesteld",
- „dat de onvaste en onvolledige for
mulering van 't voorgestelde artikel de
eventueel op te richten Kweekschool
zou doen gelijken op een schip dat
voortdurend lek is", enz., enz.
Een principiële zaak werd beslecht op
kerkelijke gronden; onderwijsopvattin-
gen speelden voor zover ik het overzie
géén rol. Zo werd de Christelijke
Kweekschool voor Zeeland konflik-
tueus geboren.
Dat zou lang nawerken, vooral onder
huids; want praktisch gezien werd de
soep niet zo heet gegeten, terwijl de
school inderdaad tot 1960 een gere
formeerde „naam" had. Al in november
1909 wordt uitgesproken dat de grond
slag slechts het te geven onderwijs be
treft. Een der vier vaste leraren én on-
derdirekteur wordt de heer A. Radema
ker, hoofd van de hervormde school aan
het Molenwater. Die school wordt ook
één van de twee „leerscholen" (oefen
scholen). In de docentenbezetting
wordt een evenwichtig hervormd/gere
formeerde verdeling nagestreefd,
evenals in het bestuur. Na direkteur
Huizenga gaat de voorkeur uit naar een
hervormde opvolger. Pas in 1961/63
kon die „afspraak" ingelost worden.
Een veel opener, ook relativerender be
nadering van de gekozen identiteit
wordt vanzelfsprekend. De grondslag
formule komt nauwelijks of niet meer
ter sprake; of het moest zijn om de enge
begrenzing ervan op de korrel te ne
men.
Dat is in overeenstemming met de
groeiende oecumenische geest sedert
1960/'65, de emancipatie van talrijke
gelovigen aan kerkelijke dogma's en
strukturen, wat zeker ook in het docen
tencorps zijn weerslag vindt; al blijft
nog lang het „meelevend kerklidmaat
schap" een kriterium. Omdat er een ge
brek is aan gekwalificeerde docenten
van eigen richting, gaat het bestuur
schoorvoetend over tot de benoeming
van enkele docenten die niet tot een
kerk behoren.
Terwijl de grondslag hoe langer hoe
in de kantine, ingericht sinds 1983.