„UW HULP IS DAARTOE NODIG"
Over het ontstaan van een bijzondere band tussen
Leidenen Vlissingen MichieiZonnevy/le
1. Inleiding
In 1 984 werd in Zeeland herdacht dat
40 jaar geleden na vier lange jaren de
bevrijding kwam. In 1985 herdenken
wij dat in mei 1945 het gehele Neder
landse grondgebied (in Europa) werd
bevrijd.
In de periode na de bevrijding kwamen
allerlei hulpacties op gang om de gebie
den, die het zwaarst door het oorlogs
geweld waren getroffen, hulp te bieden.
Niet alleen de burgers hielpen elkaar;
ook de gemeenten begonnen elkaar te
helpen. In dit artikel zal op deze onder
linge gemeentelijke hulp nader worden
ingegaan.
2. Oók de gemeenten
moeten elkaar helpen
In het „Weekblad voor Gemeentebelan
gen" van 6 juli 1 945, toenmalig perio
diek van de Vereniging van Nederland
se Gemeenten, werd een actie van de
Stichting Nederlands Volksherstel aan
gehaald. Onder de kop „Uw hulp is
daartoe nodig" ging men in op de pro
blemen voor de bevolking, die van alles
beroofd was. Maar de V.N.G. vroeg nu
speciaal aandacht voor de noden van de
gemeenten.
„Ook de gemeentehuishouding, even
zeer als den huishouding van den bur
ger, kan niet werken als het allernoo-
digste ontbreekt en ook de gemeenten,
evenals de burgers, moeten haar ge
troffen zusters helpen, ook als zij zelf
eigenlijk niets meerte missen hebben."
„Wij hebben een globaal beeld gekre
gen en wij kunnen u verzekeren dat in
de verwoeste delen van ons land de
meeste gemeenten aan alles gebrek
hebben, van de meest simpele benoo-
digdheden als pennen, potlooden, vlak-
gom, vloeibladen af, tot de grootere
dingen als schrijfmachines, kasten,
kantoormeubelen - om niet te spreken
van een raadhuis - toe."
„De secretarieën moeten hun kasten en
zolders nazien voor de getroffen ge
meenten."
In aansluiting hierop ontvingen ook
Burgemeester en Wethouders van Lei
den op 20 juli 1945 een brief van de
V.N.G. Daarin vroeg men de gemeente
mee te willen doen aan een actie waarin
de zwaargetroffen gemeenten geadop
teerd zouden worden door de gemeen
ten die de oorlog betrekkelijk onge
schonden waren doorgekomen.
Vervolgens wordt ook in Leiden geïn
ventariseerd welke zaken mogelijk ge
mist kunnen worden.
Tafels en stoelen van de Stedelijke
Lichtfabriek, die waren bestemd voor
de Vereniging van Vrouwelijke Studen
ten te Leiden, worden nu afgestaan voor
de hulpactie; van de G.G. en G.D. komt
het aanbod om materiaal van het labo
ratorium af te staan.
Op 23 augustus 1945 beluiten Burge
meester en Wethouders aan de V.N.G.
mede te delen dat de gemeente Leiden
een aantal goederen ter beschikking
heeft ten behoeve van de getroffen ge
meenten. Voorts delen zij de V.N.G. me
de dat de bevolking van Leiden in het
kader van de acties van Nederlands
Volksherstel de bevolking van Vlissin
gen al heeft geadopteerd; de vraag is
dan ook of de gemeente Leiden de be
trokken goederen niet meteen naar de
gemeente Vlissingen kan zenden? De
V.N.G. stemt daar mee in.
De adoptie van Vlissingen door de Leid-
se burgerij was mede een gevolg van ar
tikelen in het Leidse nooddagblad „De
Kroniek" (de vooroorlogse kranten ver
schenen nog niet). Daarin werd uitge
breid aandacht besteed aan de ver
woestingen op Walcheren en de pro
blemen waar men daar mee te maken
had.
3. De daadwerkelijke hulp
verlening aan Vlissingen
De acties door de Leidse burgerij ten
behoeve van de Vlissingse burgerij wa
ren al op gang gekomen. Want al op
24 augustus 1 945 zond de toenmalige
loco-burgemeester van Vlissingen, Van
Oorschot, een brief aan zijn Leidse col
lega (loco-burgemeester) Verwey:
„Met groote vreugde en dankbaarheid
bereikte ons de mededeling dat onze
zoo zwaar getroffen gemeente door de
bevolking van Leiden was geadopteerd.
Reeds op 14 augustus j.l. was het eerste
van de vier schepen binnen gekomen.
Dienzelfden dag hadden wij de eer en
het genoegen het bestuur van de af dee
ling Leiden van Nederlands Volksher
stel inde vergadering van ons college te
ontmoeten, en later op den dag de ver
tegenwoordigers van Uwe gemeen.e
om de ingezamelde goederen aan ons
over te dragen. Door eigen aanscho
wing en waarneming hebben zij zich
kunnen overtuigen hoe het oorlogsg'
weid onze stad heeft getroffen, zow
door bominslag, granaatvuur als wate
en hoezeer de gave van Uwe bevolki:
mede den nood zal helpen lenige:
Maar ook van de moeilijkheden, waa
mede wij hebben te kampen, en ho -
door noesten arbeid onze bevolkin
leeft in de overtuiging die moeiliji
heden te zullen overwinnen, gedachti
aan het Zeeuwsche devies „Luctor et
Emergo"."
Op 7 september 1 945 schrijven Burg:
meester en Wethouders van Vlissinge
dat zij op 1 2 en 13 september 194
Leiden zullen bezoeken om „onzen
dank en dien van onze ingezetenen aa
Uw gemeente en Uw gemeentebestui
te kunnen overbrengen."
De hulpverlening gaat door. Op 1 1 o:
tober 1 945 schrijft men vanuit Vlissif
gen „dat wij niet kunnen nalaten U me
de te delen hoe wij heden ten zeerste
werden getroffen door de belangrijk
zending vanuit Uwe gemeente van pa
pier, kantoor- en schoolbehoeften. D
schoolbehoeften zullen naar billijkhe:
verdeeld worden onder de openbar:
en bijzondere scholen alhier."
Op 23 oktober 1 945 wordt vanuit VIL-
singen bericht dat op zaterdag 20 oktc
ber aan het gemeentebestuur een ch.
que ter waarde van f 40.000,- we: 1
overhandigd. Dit bedrag was bestemd
voor de bouw van een medisch eer
trum. De technische inrichting van c
centrum werd geschonken door de
Leidse afdeling van de Koninklijk
Maatschappij ter bevordering van de
Geneeskunst.
Verder wordt er vanuit Leiden limonad
voor de schoolkinderen gezonden. Ove
rigens was het verzoek om de flesjes
vanwege de schaarste daaraan, naa:
Leiden terug te zenden. In Leiden bode
enkele burgers aan spijkerste gaan ver
zamelen ten behoeve van de wederop
bouw van Vlissingen.
De zendingen vanuit Leiden gaan door,
ook nog in de volgende jaren. Het be
stuur van het „St.-Jozephziekenhuis'
schrijft nog op 1 6 september 1 947 aar
de gemeente Leiden: