een boeiend leven 93 ;ezet. HetVrijeVolk(Voskuil) offreerde riem een correspondentschap in Singa pore, doch dat leek hem uiteindelijk po- tiek toch te gebonden. En hoewel hij toekomst in Azië zag liggen, zijn vrouw had genoeg van het buitenland. Ten- lotte werd het via een vriend Jaap Ozinga - de latere voorzitter van de ;CRV - een plaats bij de uitgeverij Zo mer en Keuning, later ook Vada, een bolwerk zou men kunnen zeggen van het Gereformeerd kapitalisme. Daar terden o.a. uitgegeven bladen als „De Spiegel" (het tijdschrift voor het Chris telijk gezin), „Moeder" (waarin Prof. Dr. J. Waterink een grote rol speelde) en ook de NCRV-gids werd er toen ge drukt. Een grote schat aan ervaring op vaderlands terrein was inhaerent aan een tijdschriftenleiding als deze. Uiter sten kruisten elkaar. Het opnemen als il lustratie van een schilderij van Anthony van Dijck leverde b.v. protestbrieven op, omdat de schilder speelkaarten op de voorstelling had afgebeeld. In de loop van de jaren evolueerde dit algemeen hoofdredacteurschap meer in een managerschap, zeker toen de drukkerijen voor 1970 overgingen in handen van Kluwer. Doch ondertussen waren de ogen gaan opspelen. Het vroege ongeluk daarmee en slagen op gelopen van Gestapozijde in de bezet tingstijd begonnen steeds meer hun tol te vragen. Blindheid dreigde en om een lang verhaal kort te maken, de Benne- komse tijd werd afgesloten, de Zeeuw se familielijn werd in 1975 in Middel burg weer opgevat en aan de ogen werd meerdere malen in Rotterdam gedok terd en geopereerd, niet zonder of liever uiteindelijk met succes. Was op de Ve- luwe ruimte, hier in Zeeland zie je toch meer horizon, isTeunis' tevreden con clusie. Hij las in de PZC een verslag over het stagneren van het werk aan de Zeeuwse Encyclopaedie van het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen en schreef hen met een aan bod tot hulp of advisering. Er kwam een brief terug. Het klikte. Weliswaar was de zaak niet zo florissant als uit het jaar verslag leek, maarerwaseen basisen in de volgende vier jaren kon het karwei met vereende krachten geklaard wor den. Er was bij zijn intrede een commis sie die zich tot op dat moment met het werk had belast. Daar is verandering nodig geweest maar leden als Drs. Vaa- ne, M. P. de Bruin,Trimpe Burger, Been hakker, mevrouw Vogel en meer waren al aanwezig. In totaal worden in de inlei ding zo'n 120 mensen als medewerkers opgesomd. Daar zitten ook minimale, zij het onmisbare bijdragen bij, maar in feite is het werk gedaan door enkele tientallen „werkers" en „werksters". Het heeft er nog al eens gespetterd. „Mijn standpunt was dat je niet eindeloos met problematiek op je schoot kon blijven zitten. Toch is alles in goede harmonie beëindigd. Het mag voldoening geven dat Zeeland, na Friesland, de enige pro vincie is die op een werk als deze Ency clopaedie kan bogen. Alleen Groningen heeft nog iets, maar dat is, meen ik, al leen aardrijkskundig". De bezoeker vraagt de opinie naar aan leiding van een critisch artikel van Sla ger in het maandblad Nieuw Zeeland. Teunis antwoordt dat Slager in bepaal de opzichten zeker het gelijk aan zijn kant heeft. Alleen had deze z.i. de kri tiek wat minder zuur kunnen verwoor den en niet alleen naar wat ontbreekt kunnen zien, doch ook het positieve kunnen waarderen. De beschuldiging dat een en ander te élitair Middelburgs is uitgevallen, wijst hij van de hand. Zo zijn alle archivarissen in Zeeland uitge nodigd optimaal in te zenden. Dat van die mogelijkheid niet altijd voldoende ^gebruik gemaakt is, mag men de Re dactie niet verwijten. Er was ter zake geen limiet opgelegd, maar het duurde toch al lang genoeg en er is het nodige achteraan gebeld. We praten nog over de ervaring die de eindredacteur van deZeeuwse Encyclo paedie inbracht voor hij zijn taak aan vatte. Daartoe behoren 3 delen „Muziek onder woorden", een groot opgezet standaardwerk in de muzieksector en ook was hij de eerste initiatiefnemer voor een dergelijk werk met illustraties in kleurendruk: deSumma-encyclopae- die. Jammer dat op dat idee geen pa tent mogelijk was, concludeert de in stigator. Gevraagd naar zijn litteraire belangstel ling, door mij op boekveilingen gecon stateerd, blijkt dat reeds in de Batavia- se drie jaren wekelijks een litteraire ra dio-rubriek werd verzorgd, waarin naast proza, ook poëzie (Marsman, Nij- hoff, Slauerhoff in die jaren) aan de or de kwam. „Mijn belangstelling", zegt Teunis, „is altijd zeer algemeen en breed gericht geweest. Ik denk dat dit met mijn leven, zoals het zich ontwik keld heeft, samenhangt en ook van veel nut is geweest. Twee keer heb ik alles wat ik aan grondstof-documentatie bij eengebracht had verloren zien gaan, eerst in 't Bezuidenhout, later in Sema- rang nog eens. Ik ben desalniettemin Staking bij de Locomotief. Dan maar zelf zetten, opmaken en drukken. Nooit stonden er zoveel drukfouten in de krant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 11