DE „KEIZERS" VAN DE LANGE DELFT TE MIDDELBURG
een boeiend leven
steeds opnieuw begonnen, heb het er
niet bij laten zitten en prijs mij gelukkig
weer uit een echte eigen bibliotheek te
kunnen putten. Ik lees veel met een lou-
pe".
Het wordt tijd ons gesprek te beëindi
gen. Nog twee vragen resten mij. De
eerste vraagt naar het betrokken zijn op
religieus gebied. „Dat is niet langer het
geval", zegt Teunis, „ik heb in mijn
jeugd wel belijdenis gedaan en ik kon
dat toen in alle eerlijkheid doen. Ik zie
het Christelijk geloof nog altijd als een
positieve maatschappelijke factor,
maar ik ben er zelf van weggegroeid. Ik
ben het tegendeel van ongeïnteres
seerd, zo is Prof. Berkhof familie van
ons en was ik altijd een trouw lezer van
Hulsbergen's bijdragen in PZC en ZT.
Maar ik constateer bij mezelf niet het
gemeenschapsgevoel dat voor het in
een kerk thuishoren nodig is."
Het laatste onderwerp betreft nog on
derhanden werk, hoewel hij officieel
gepensioneerd is nu. Een nieuwe uitga
ve blijkt praktisch gereed te zijn. Detitel
staat nog niet vast. Het is een boek,
waarin 50 kaarten zijn opgenomen, die
moeten laten zien hoe Nederland met
grote tussenperioden veranderd is. Een
geografische studie in feite. Als't loopt,
zou het een reeks kunnen worden,
denkt de auteur. Zeeland blijkt zeker
ook een goede voedingsbodem voor
hem te zijn. „Zo zijn we bezig met een
clubje „Meccano" geheten om in Mid
delburg, in dit bïoscooploze tij, weer
enthousiasme voor betere films te kwe
ken. Van culturele voorzieningen loopt
het in Zeeland niet over. Te incidenteel
kun je eens ergens naar toe. Het lijkt
erop, gezien de belangstelling, dat we
ook, te starten in mei, in de aula van de
nieuwe Zeeuwse Bibliotheek kwali
teitsfilms kunnen gaan draaien. We
programmeren wel in overleg met Al-
hambra in Vlissingen."
En om in het Zeeuwse spraakgebruik te
eindigen: bij leven en welzijn zien we
Teunis voorlopig nog niet stilzitten.
Noten:
Dr. L. de Jong, deel 11a, pag. 106.
2) „Balans van beleid" o.r.v. H. Baudet en I. J. Brug-
mans, pag. 67-80.
3) Dr. J. C. Hoekendijk in Wending mei 1 949.
Pendant van het beeldje op pag. 87.
Provinciale Bibliotheek van Zeeland, in 1 940 verlo
ren gegaan.
Grand Hotel Verseput, door brand verloren gegaan
in 1929.
en willen thans alleen even herinne
ren aan de twee vorstelijke gevels, wel
ker allure dusdanig boven het gekrioe
uit ging, dat we ze wel samen noemer
moeten: de Provinciale Bibliotheek va:
Zeeland en Hotel Verseput. Als jongen
noemde ik ze wel de keizers van de Lan
ge Delft. Ze vertegenwoordigden vooi
mij de Regententijd - collega's van deze
gevels kon en kan men nog in enkele
andere Zeeuwse steden vinden. De
stichters en bewoners moeten leden zijn
geweest van het 18e-eeuwse kapitaal,
dat stond ze op het voorhoofd geschre
ven en gemakshalve noem ik het dan ook
maar de Regentenstijl.
f Van Schagen)