vijf jaar zeeuws cultuurbeleid 102 provincies en gemeenten. Decentralisa tie wordt het motto, met - in zijn kielzog - planning want meer samenhang tus sen allerlei voorzieningen wordt ook wenselijk geacht. Deze ideeën vinden in Zeeland weer klank. Ook hier is vaak niet duidelijk wat de verantwoordelijkheid - aan de ene kant van de provincie, aan de andere kant van de gemeenten - is voor de SCZ, de Zeeuwse Muziekschool en het ZIKV. Deze instellingen worden door de provincie en de gemeenten samen in stand gehouden, waardoor provinciaal en gemeentelijk beleid sterk verweven zijn. Vooral bij de SCZ steunt die verwe venheid niet op duidelijke - laat staan principiële - afspraken over eikaars verantwoordelijkheid. Telkens als er meer geld op tafel moet komen ontstaat er dan ook een discussie over wie dat moet betalen. De gemeenten proberen de bal naar de provincie te spelen en omgekeerd. En bijna ieder jaar verkeert de SCZ in onzekerheid over de financië le middelen, die voor het komende sei zoen op tafel zullen komen. Maak dan maar eens een goed programma. Daar komt bij dat de provincie nieuwe taken op zich ziet afkomen, maar daar voor geen geld beschikbaar heeft. Bij voorbeeld voor de ondersteuning van de volwasseneneducatie en van de kunstzinnige vorming in het onderwijs. Het is haar niet ontgaan, dat elders in Nederland de gemeenten zorgen dat een schouwburgdirectie kan functione ren. Als de gemeenten in Zeeland dat ook doen komt er geld vrij om die nieu we taken te gaan vervullen. Op landelijk niveau ontstaat duidelijk heid over een betere taakverdeling tus sen de drie overheidslagen. Die komt er in grote lijn op neer, dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het plaatse lijke uitvoerend werk. De provincies maken de ondersteuning van dat werk mogelijk, èn zorgen voor voorzieningen en activiteiten die van provinciaal be lang zijn of het plaatselijk belang te bo ven gaat. Het rijk tenslotte zorgt voor zaken die van nationaal en internatio naal belang zijn en voor het deel van de ondersteuning, dat beter op landelijk niveau kan worden uitgevoerd, zoals onderzoek. Podium of schavot? De discussie tussen provincie en ge meenten over de financiering van de SCZ heeft als resultaat, dat er in 1978 een nota verschijnt over de taak, struc tuur en bekostiging van deze organisa tie. De werkgroep uit de SCZ, die dit stuk produceert, geeft het de prikkelen de titel „Podium of schavot?" mee. De Zeeuwse Culturele Raad stelt het nog hetzelfde jaar ter discussie op een Zeeuwse Culturele Dag. De aanwezigen - aangesloten organisaties, leden van de SCZ-werkgroepen, vertegenwoordi gers van provincie en gemeenten, be langstellenden - hebben in meerder heid weinig moeite met de voorstellen, waarna het provinciaal bestuur deze als uitgangspunten van beleid aanvaardt. In de voorstellen wordt recht gedaan aan de taakafbakening tussen provincie en gemeenten, zoals die hiervoor is aangegeven, maar wordt ook geconsta teerd dat ondersteuning en uitvoerend werk binnen één organisatie kunnen blijven. Provincie en gemeenten, die dan samen blijven zorgen voor de beko stiging van de SCZ, moeten wel duide lijke afspraken maken over wat zij voor hun rekening nemen. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeenten - op den duur - de plaatselijke programma's en de daarbij behorende bureaukosten be talen. De kosten van de ondersteuning en van zaken, die van provinciaal be lang worden geacht, komen voor reke ning van de provincie. De organisatie wordt gedemocratiseerd en gedecen traliseerd door plaatselijke en regionale werkgroepen, waarbij de gemeenten betrokken zijn, meer invloed te geven. Er volgen enkele jaren van overleg tus sen het provinciaal bestuur en de ge meentebesturen over de financiële ver taling van de voorstellen. De pijn zit hem in de flinke extra last voor de ge meentebesturen die het gevolg zal zijn. Er wordt een gefaseerd plan gemaakt, waarin de lastenstijging over een aantal jaren wordt gespreid. De onderhande lingen - in de schaduw van de komende bezuinigingen - verlopen moeizaam. Om de pijn zoveel mogelijk te verzach ten stelt de provincie voor, de over gangsperiode zo'n tien jaar te laten du ren. Mits daarna de kosten van het pro gramma echt voor de gemeenten zijn. Op het laatste breekt het. De gemeente besturen zijn niet bereid, financiële toe zeggingen voor de lange termijn te doen. Dat maakt de opheffing van de Stich ting Cultuurspreiding Zeeland onve r mijdelijk. Het wordt dus het schavot, in 1982 wordt deze organisatie opgehe ven. „Uit in Zeeland" Enkele centrumgemeenten - Goes, Middelburg, Vlissingen en Zierikzee - realiseren zich terecht, dat het instellen van afzonderlijke, plaatselijke schou. - burgdirecties alleen al om financiële r - denen niet aantrekkelijk is. Zij zetten de onderhandelingen voort en krijgen steun van de provincie voor het opze - ten van een gezamenlijk theaterburea j. De provincie zegt - voor een periode van 1 1 jaar - een subsidie van f 300.000,- toe in de kosten van zo'n „Uit in Zeeland". n. vrijdag 3 mei f Schouwburg Middelburg V A J 20.00 uur w TINEKE SCHOUTEN met haar nieuwe 'Wan Woemen Sjow' Zeer beperkt aantal kaarten f 18,50; CJP/Pas 65 f 13,00 uitsluitend 's avonds vanaf 19.15 uur a/d zaal sa zaterdag 4 mei f l I Schouwburg Middelburg V 21.00 uur x T NEDERLANDS DANS THEATER JUNIOR brengt choreografieën van Jiri Kylian, Ed Wubbe, James Vincent en Hans van Manen Kaarten* f 15,50; CJP/Pas 65 f 10,00

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 20