3 val van antwerpen: een dieptepunt in de tachtigjarige oorlog 135 r~?n /""o °£>eh Bo scb 1579 \A«tv/Cfpen 1585 <^1555 /olMaasiriè}it Leuven' JööS u c) c. o rd Brussi - .TL47. o i/j&É- l e opmars van Parma. religionis ergo) was opgevat, zonder kijvende kleerscheuren te boven te ko men. De Spaanse furie in november 576 kostte weliswaar 7000 slachtof fers en de muitende soldaten maakten 5 miljoen gulden buit. Toch: meer dan sen uiterst tragisch incident was het niet. In 1 584 leek Antwerpen meer dan wel ke stad ook in staat een beleg het hoofd te bieden. Hoge wallen en diepe grach ten gaven een veilig gevoel. Bovendien leek de ligging aan de Schelde een suc cesvolle belegering in de weg te staan. De rivier kon immers dienst doen als sanvoerroute voor voedsel en man schappen uit de noordelijke gewesten. Parma mocht dan als tactisch legeraan voerder naam hebben gemaakt, de Sin jorenstad zou zelfs voor hem wel eens en onneembare veste kunnen blijken, arnese had voor hij zich met Antwer- pen bezig hield al ruimschoots zijn spo gen verdiend. Als zoon van Ottavio en Margaretha van Parma in 1 545 gebo ren, werd hij opgevoed aan het hof van Filipsll. Eind 1 577 kwam hij naardeLa ge Landen om daar zijn oom, de land voogd Don Juan van Oostenrijk, als lui tenant ter zijde te staan. Kort na zijn aankomst - januari 1578 - behaalde hij bij Gembloers zijn eerste overwin ning op de Staatse troepen. Na de dood van Don Juan op 1 oktober van dat jaar benoemde Filips hem tot landvoogd. In 1579 slaagde hij er in de Unie van Atrecht van de grond te krijgen: Artois, Henegouwen en Frans-Vlaanderen er kenden hem als landvoogd en boden hem daarmee een basis van waaruit hij zijn succesvolle militaire operaties in Vlaanderen en Brabant kon onderne men. Hij profiteerde volop van het mis lukte experiment met landvoogd Anjou in het Noorden. Deze kreeg in 1 581 na het „Plakkaat van Verlatinghe" de soe vereiniteit over de Nederlanden aange boden. Zijn positie was echter zwak en nadat hij tevergeefs geprobeerd had zijn macht met militaire middelen te versterken was zijn rol in 1 583 al uitge speeld en dreigde er anarchie. Dat speelde de Spanjaarden in de kaart. Parma veroverde in korte tijd Duinker ken, Nieuwpoort, Meenen, Veurne, Diksmuiden, St. Winoksbergen en Aalst. Een jaar later - in 1 584 - volgden leper, Brugge en Gent. Filips van Marnix Dat Parma vervolgens zijn oog op Brus sel en Antwerpen zou laten vallen was te verwachten. Willem van Oranje voel de zich in 1 583 al niet veilig meer in de Scheldestad en vertrok naar het Noor den. Om op alles voorbereid te zijn be noemde hij zijn steun en toeverlaat Fi lips van Marnix, heer van St. Aldegon- de, tot buitenburgemeester. In die func tie moest Marnix de verdediging orga niseren en de contacten met de Staten- Generaal onderhouden. Oranje besefte de unieke ligging van Antwerpen en adviseerde tijdig de noordelijke Schelde-oever onder water te zetten. Een dergelijke inundatie zou de belegering bemoeilijken en de stad beter bereikbaar maken voor Staatse bevoorradingsschepen. Door het gro tendeels slechten van de Blauwgarense Scheldedijk en het doorsteken van de Kouwensteinse dwarsdijk zou de Hol lands-Zeeuwse vloot door de over stroomde polders tot voor de poorten van de stad kunnen geraken. Marnix nam die raad ter harte en wilde het plan nog voor de komst van de Spanjaarden uitvoeren. De wethouders en leiders van de stedelijke burger wacht stemden toe. Alleen het machti ge vleeshouwersambacht lag dwars. Zij waren bang dat de weilanden, waar jaarlijks 12.000 ossen werden vetge mest, door het zoute water bedorven zouden worden. Zij waren bovendien van mening dat de inundatie overbodig zou zijn omdat Parma de rivier, „ge- merckt den stereken stroom, onmoge- lyk stoppen kon, weshalve men het doorbreken des dyks als geheel noode- loos mogt houden". Met hun bezwaren wisten ze zelfs de burgerwacht voor zich te winnen, zodat Marnix zijn voor nemen niet kon uitvoeren. Een voorstel van Hendrik 't Serraerts, heer van Kou- wenstein om dan in elk geval een schans te bouwen op de kruising van de Schelde- en Kouwensteinsedijk, haalde het ook niet. Met een goede verdedi ging van dat strategisch punt zou de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 17