de val van antwerpen: een dieptepunt in de tachtigjarige oorlog
136
Si.ciu.tioki im,i' i
Filips van Marnix, heer van Sint-Aldegonde
(1540-1598).
dijk als de nood aan de man kwam, kun
nen worden doorgestoken.
Marnix had te weinig macht in het
stadsbestuur om de middenstandbe-
langen onder tafel te werken. De slagers
en grondeigenaren wisten het zelfs zo
verte brengen dat de heervan Kouwen-
stein de stad moest verlaten en uitein
delijk naar de Spanjaarden over liep.
De interne verdeeldheid speelde Parma
in de kaart. Op 1 0 juli 1 584 veroverden
zijn troepen het fort Liefkenshoek,
waarmee de gehele linker Schelde-
oever hem in handen viel. De bestor
ming van het fort Lillo mislukte, maar de
Spanjaarden slaagden er wel in de
Blauwgarensedijk te bezetten. De
inundatie werd daardoor voorkomen.
De vleeshouwers gingen op het laatste
moment nog wel overstag, maar die
toestemming kwam „te spade". Een
aantal gereformeerde inwoners zonk de
moed al in de schoenen en nam de wijk
naar Zeeland. Het stadsbestuur
probeerde met een verbodsverorde
ning mogelijke reislustigen van hun
voornemen te doen afzien, maar of dat
veel geholpen heeft is de vraag.
De schipbrug van Parma
In september 1 584 was Farnese zo ver
met zijn omsingeling gevorderd dat hij
bij Beveren zijn „grof geschut" in stel
ling kon brengen. Hij slaagde er echter
nog niet in de doorvaart op de Schelde
te beletten. Diverse „graankonvooien"
bereikten ongehinderd de stad. Zolang
die bevoorrading niet voorkomen werd
zou het beleg oneindig lang kunnen du
ren. Slechts één middel was afdoende:
de blokkade van de niet te blokkeren
geachte Schelde.
Begin oktober liet hij een aanvang ma
ken met de bouw van wat de geschiede
nis in zou gaan als „de schipbrug van
Parma".
Met die tactische manoeuvre opende
de neef van Filips II nieuwe perspectie
ven voor de landstrijdkrachten, die tot
dan toe de grote rivieren zoveel moge
lijk hadden gemeden. Een echte rivier
was vrijwel onneembaar. De door Par
ma ontworpen pontonbrug was een no
vum, dat ongekende mogelijkheden
bood. In het geval van Antwerpen was
zijn brug in eerste instantie bedoeld als
barricade van de Schelde. Maar daar
bleek al meteen dat een schipbrug ook
geschikt was om troepen brede str. -
men te laten passeren.
Parma realiseerde met de brug een hu
zarenstukje in de militaire geschied-
nis. De aanleg nam ruim vier maanden
in beslag, 100 timmerlieden en 600
gravers werden bij het karwei ingezet.
De „zedigheid des winters" - geen ij
gang of springvloed - speelde de boi
wers in de kaart. Om te beginnen werd
er op beide oevers een schans ge
bouwd: het Sint Marie- en het Sint F
lipsfort. Vanuit die versterkingen kon
voorkomen worden dat Staatse sche
pen de werkers lastig vielen. Vanaf de
twee forten liet hij paalhoofden in de r
vier slaan. Zware boomstammen we
den in de oevers en zandbanken geheid
tot daar waar de rivier te diep werd. 0
die manier lukte het om 300 meter
(1000 voet) van de in totaal ruim 700
meter brede rivier af te sluiten.
De boomstammen werden dicht bij ei
kaar geslagen en aan elkaar verbonden
door houten dwarsverbindingen en
zware kettingen. Op de palen werd een
plankier gelegd, dat aan beide zijden
van een borstwering werd voorzien.
Voor en achter elk paalhoofd werden