val van antwerpen: een dieptepunt in de tachtigjarige oorlog
139
De strijd om de Kouwensteinsedijk op 26 mei 1 585.
De val van Antwerpen mag dan ook in
meer dan één opzicht een dieptepunt in
de strijd tegen het machtige Spaanse
rijk worden genoemd. Althans vanuit
Nederlands gezichtspunt. Een geslaag
de maar toch mislukte knal, gevolgd
door het verval van een majustueuze
handelsstad. Of dat aanleiding is voor
een feestelijke herdenking?
Literatuur
F. H. Mertens en K. L.Torfs: „Geschiedenis van Ant
werpen", 5e deel. Antwerpen, 1 849.
F. Prims: „Geschiedenis van Antwerpen", deel III.
Antwerpen, 1 941
A. M. van der Woude: „De crisis in de opstand na de
val van Antwerpen", in: BGN, 1 4e deel, 1 960.
H. Soly: „Het „verraad" der 1 6de-eeuwse burgerij:
een mythe?", in: TvG, 1 973.
S. Groenevelt e.a.: „De Kogel door de kerk?",
Zutphen, 1 979.
De citaten in het artikel zijn afkomstig uit Mertens/
Torfs.
De val van Antwerpen versterkte de
problemen binnen de rebelse gelede
ren. Gebrek aan financiën, een tekort
schietend centraal bestuur en onderlin
ge tegenstellingen tussen de opstandi
ge gewesten: de Noordelijke Nederlan
den leken een gewillige prooi voor Par
ma. De steun van koningin Elisabeth
van Engeland haalt weinig uit. Ze stuurt
eicester met een aanzienlijke troepen
macht. De Engelse edelman slaagt er
et in de krachten van de rebellen te
undelen en leidt enkele gevoelige ne
erlagen tegen Parma. Het is uiteinde-
,k Filips II zelf die de opstandige pro-
ncies adempauze verschaft. Parma
roet zich in 1588 gereed houden om
•p de grootste Armada in te schepen,
een operatie die de Engelsen en Hollan
ders kunnen beletten. Vervolgens
mengt Filips zich in de Franse gods
dienstoorlogen. Eind 1 590vertrekt Far-
nese voor het eerst naar Frankrijk, zodat
Maurits de kans krijgt wat verloren ge
bied terug te winnen. De succesvolle
Spaanse legeraanvoerder overleed in
1 592, toen hij voor de tweede keer op
weg was naar Frankrijk om zich daar bij
zijn troepen te voegen.
„De verstijving des doods"
Voor Antwerpen heeft het wisselend
krijgsbeeld geen gevolgen meer gehad,
de stad bleef in Spaanse handen. Met
name Frederik Hendrik zette zijn zinnen
op een herovering van „de parel van de
Schelde", maar vooral de weinig coöpe
ratieve houding van de Staten van Hol
land stonden succes in de weg. Nu was
Holland, en dan vooral Amsterdam, er
weinig aan gelegen om Antwerpen bin
nen „de tuin" terug te halen.
Meteen na de val werd de Schelde door
de Hollands/Zeeuwse vloot afgesloten.
De gevolgen waren dramatisch, profes
sor Pieter Geyl spreekt in dat verband
van „de verstijving des doods". De helft
van de stedelijke bevolking - ruim
40.000 inwoners - nam de wijk naar de
Noordelijke Nederlanden. Velen van
hen kwamen in Amsterdam terecht en
droegen bij aan wat later „De Gouden
Eeuw" zou worden genoemd. Hetverval
van Antwerpen werd er alleen maar
door geaccentueerd. Pas in 1795 her
stelden de Fransen de vrije vaart op de
Schelde. Het zou daarna nog meer dan
een halve eeuw duren voor de stad zich
weer een wereldhaven mocht noemen.