SENTENTIEN
MIDDELBÜlÖ,
de zeeuwse episode uit het leven van jan catoen
150
van president en rechteren
DER STAD
exer.ceek.ende de crimineele juris
dictie ote* set platte land ya's
zeeland bewestenschelde,
FRANCIS MEIXENS,
JAN CATOEN,
■EN
MODESTUS VAN DE PERRE.
Gcpronunciecrd en geexccutcerd binnen middelburc,
den io September 1802.
vi sittlj
I .Te middelburg, gedrukt by J. C. ALTORFFER,
F STADSDRUKKER.
barsten, vond plaats in de nacht van 16 op
17 maart 1802.
Jan bevond zich met zijn kornuiten Fran
cis Mertens, Modestus van de Perre, Jan
van Luik en Pieter Adriaansen Cherlé in de
omgeving van Kapelle- Wemeldinge. De
vorige nacht waren ze namelijk aan de
zeedijk achter Wemeldinge geweest, om
daar te wachten op Pierre Battu en Zwarte
Toon, die met een schuit zouden komen,
met de bedoeling gezamenlijk naar Tho-
len over te steken. Het was de opzet daar
een boerderij dicht aan de zeedijk te over
vallen. Maar Pierre Battu en Zwarte Toon
waren om één of andere reden niet op
komen dagen, zodat de tocht niet door
kon gaan. Het is aannemelijk dat het plan
voor de nacht van 16 op 17 maart pas
ontstond na het niet doorgaan van de
tocht naar Tholen. De keus viel op de
boerderij van Willem van Dijke in Teken
burg, in de buurt waarvan ze zich die dag
waarschijnlijk hadden verscholen. Teken
burg was gelegen op enkele kilometers
oostelijk van Kapelle aan de rand van de
moeren. De weg vanaf Kapelle splitste
zich hier in een weg naar Wemeldinge en
één naar Yerseke.
Ook bij Willem van Dijke weer de gebrui
kelijke manier om binnen te komen: de
deur van de aan de woning vastgebouw-
de bakkeet werd met een boomstam, die
uit de dam van de boerderij werd ge
haald, open geramd, zodat de mannen
broeders als het ware met de deur in huis
vielen. Willem van Dijke was door de her
rie al gealarmeerd en in de keet aanwezig
om zich te weer te stellen. Hij zag zich
genoodzaakt om zich terug te trekken in
het achter de keet gelegen vertrek en
deed zijn uiterste best de tussendeur
dicht te houden. Jan Catoen hield er
meestal niet van om veel tijd te verliezen;
enkele schoten dwars door de deur zorg
den er voor dat dit verzet snel gebroken
werd. Willem van Dijke werd hierbij trou
wens op twee plaatsen aan zijn arm ge
wond. Toch was dit op zich nog geen aan
leiding zich maar over te geven, want:
"Gemelde Willem van Dijke, met eenigen
der zelve bende daarop aan het worstelen
geraakt zijnde, door hen eindelijk is over
mand, - naar buiten gesleept, en na dat
door een der voorszeide bende de door
hen medegebragte kaarsen waaren aan-
gestooken, door eenigen van hen aan
handen en voeten is gebonden, - gelijk
mede vervolgens deszelfs vrouw en kin
deren gebonden zijn, en wel met touwen
gesneeden van het in den voorigen nagt
uit het 's Landshuisje achter Wemeldin-
gen gestoolen kluwen, hier vooren ver
meldt, het gene door hen expresselijk tot
het binden van voernoemden landman
Willem van Dijke, deszelfs vrouw en kin
deren was medegebragt.
Dat de gevangene en gepresenteerde met
zijne complicen vervolgens het geheele
huis hebben doorzogt, de kisten en kasten
geopend en daaruit alles geroofd en
gestoolen dat hun aanstond: bestaande
het gestoolene in eenige contante pen
ningen, voorts een aantal goude en zilve-
re kleinodiën, eene aanzienlijke parthij
kleederen en linnen, alsmede eenige eet
waren. Dat zij vervolgens het aldus ge
roofde in zakken aan gedagten Willem
van Dijke toebehoorende, hebben gepak'.
en eindelijk het zelve nog in dien nagt
onder eikanderen verdeeld in een boom
gaard tusschen Capelle en Bieselingen
Arrestatie
De buit was verdeeld en ieder ging voor
lopig weer zijns weegs. Modestus van de
Perre spoedde zich direct de volgende
dag naar Zierikzee, waar hij zijn broer Phi
lip van de Perre bij de zilversmid Fredrik
Cats en nog een andere zilversmid een
deel van de aan hem toebedeelde siera
den liet verkopen. Hij ontving hiervoor
tussen de 10 en 11 rijksdaalders.
De juiste toedracht is niet bekend, maar
omdat één van de Zierikzeese helers een