OVER BOEKEN
Tine Visser en Ar Visser. Zeeland in de
oorlog 1940-1945. Pitman Goes en
Fanoy Boeken, Middelburg, 1 985. Prijs
f 14,90.
Op de titelpagina van dit boekje staat
vermeld dat het speciaal is geschreven
voor jonge mensen van 10-15 jaar.
Dit komt ook duidelijktot uitdrukking in
de overzichtelijke opbouw en in de ge
detailleerde achtergrondinformatie.
Allereerst wordt er een - voor de jeugd
van nu - vrijwel onvoorstelbaar beeld
geschetst van het leven in de jaren der
tig. Hierbij komt de geïsoleerde situatie
van de eilanden van Zeeland ten opzich
te van de rest van Nederland goed naar
voren. Tegen deze achtergrond wordt
verteld oververschillende aspecten van
de oorlog; hoe het begon, over de NSB-
ers, de jodenvervolging, het dagelijkse
leven, het verzet en de bevrijding. Al de
ze onderwerpen worden helder en zo
objectief mogelijk uiteengezet. Aan de
ze beschrijvende delen van deze hoofd
stukken zijn interviews toegevoegd van
mensen die de oorlog werkelijk hebben
meegemaakt en toendertijd jong (veelal
10 a 15 jaar) waren. Deze interviews
geven het boekje een diepte die kinde
ren erg aanspreekt maar ook op volwas
senen grote indruk maakt. De verhalen
van deze mensen zijn „echt". Emoties
als angst, verbijstering en vreugde ko
men goed over.
Ogenschijnlijk gewone voorwerpen op
de schoorsteenmantel van deze men
sen krijgen door het erbij behorende
verhaal een heel bijzondere betekenis.
Het portret van een jonge man blijkt van
een omgekomen zoon te zijn. De zand
loper en antieke boterwarmer zijn de
enig overgebleven bezittingen van een
familie na het bombardement van Mid
delburg en zijn teruggevonden in de
puinhopen.
De geschreven en vertelde gebeurte
nissen zijn zo gekozen dat de plaatsen
waar ze zich hebben afgespeeld nu nog
herkenbaar zijn, onder andere door mo
numenten. ledereen kent in zijn omge
ving wel enkele oorlogsmonumenten,
maar het erbij behorende verhaal is
meestal onbekend. De verhalen van dit
boekje geven deze monumenten op
nieuw betekenis. Zo wordt bijvoorbeeld
duidelijk waarom in Kapelle zoveel
franse soldaten zijn begraven, waarom
het monument bij de Westsluis in Ter-
neuzen is opgericht en welke grote
emoties zijn verbonden aan het eenvou
dige oorlogsmonumentje langs de Slot-
laan in Renesse.
Het boekje maakt verder duidelijk op
welke wijze de specifieke geografische
ligging van deZeeuwse eilanden een rol
heeft gespeeld in de oorlog. Als gevolg
van de geïsoleerde ligging van de eilan
den is het verzet een extra moeilijke
zaak geweest. De wezenlijke rol van
bruggen, dammen en veren als enige
mogelijke verbindingen tussen eilan
den onderling en van eilanden met het
vasteland wordt door de verhalen zeer
indringend duidelijk gemaakt. Ook bij
de bevrijding is de geografische situatie
van belang. Glashelderwordt uiteenge
zet waarom de verschillende delen van
Zeeland niet allemaal tegelijk maar in
een zekere volgorde zijn bevrijd. De in
terviews en beschrijvingen van de
plaatselijke situatie geven weer hoe
verschillend per eiland de bevrijding
werd bereikt en beleefd.
Al met al is het een boekje met waarde
volle en op originele wijze gegroepeer
de gegevens, die de kinderen van de
leeftijdsgroep waar het op is gericht ze
ker aanspreekt. Daar staat echter te
genover dat de lay-out (veel tekst, wei
nig „wit" en weinig illustraties) en het
(vaak onnodig moeilijke) woordgebruik
het minder geschikt maken om door
kinderen zelf gelezen te worden. Dit
geldt met name van lagereschoolkinde-
ren. Het boekje leent zich wel voor on
derwijs in de klas (de auteurs zijn ver
bonden (geweest) aan de Rijks Pedago
gische Academie in Middelburg). De
beschrijvende delen en achtergrondin
formatie kunnen dienstdoen als geheu
gensteuntjes voor de onderwijsgeven
den, terwijl de interviews zich vooral
lenen om te worden voorgelezen. Uit de
praktijk op school is inmiddels geble
ken dat metnamede interviews de leer
lingen zeer aanspreken. Ook voor de si
tuatie thuis geldt iets dergelijks. Voor
ouders die hun kinderen wat meer over
de oorlog willen vertellen is dit boekje
een prima hulpmiddel. Een aantal inter
views kunnen zelfs aan jongere kinde
ren worden voorgelezen, hoewel dit wel
wat extra moeite kost omdat veel moei
lijke woorden „vertaald" moeten wor
den.
Het boekje is zowel geschikt voor de
geschiedenisles (tijdsbeeld) als de
aardrijkskundeles (karakteristieke ge
grafische situatie van Zeeland) en hoort
mijns inziens ook thuis in iedere boe-
kenkast als naslagwerkje. Terecht hee t
het provinciaal bestuur de uitgave ge
subsidieerd waardoor deze informal.e
een ruime verspreiding kan krijgen. Op
vele scholen is het reeds aangeschaft
en wordt het in de lessen gebruikt.
T.v.O.
A. Denaux e.a.: De Duinenabdij
(1627-1796) en het Grootseminar
te Brugge (1833-1983) Bewoners/
Gebouwen/Kunstpatrimonium.
Lannoo/Tielt/Weesp, 1984. Prijs 1980
fr. (ca. f 115,-).
Dit uitstekend verzorgde, rijk geïllus
treerde werk is een jubileumboek van
het Grootseminarie te Brugge. Men w
de het feit herdenken dat het seminar
anderhalve eeuw geleden haar intres
nam in het fraaie gebouwencomple>
van de voormalige Duinenabdij. Niet
minder dan twaalf specialisten komen
aan het woord om in het eerste deel het
gebouw en zijn bewoners, dat wil zeg
gen de Duinenabdij te Brugge (1627-
1796), het Grootseminarie te Brugge
(1 833-1 933) en de bouwgeschieden
zelf, te beschrijven en vervolgens in he:
tweede deel het archief en de biblio
theek, terwijl in het derde deel het
kunstbezit aan bod komt.
Wie wel eens gewerkt heeft in het be
langrijke archieffonds Duinen-Does:
weet welke belangrijke archivalia hie
aanwezig zijn voor de Zeeuwse ge
schiedenis. Een blik in de werken van
Gottschalk en Dekker is voldoende om
de lezer te overtuigen. De Duinenabd
en Ter Doest hadden belangrijke bezit
tingen in het Zeeuwse en (Zeeuws)-
Vlaamse gebied. De Duinenabdij te
Koksijde dateert van het begin van de
1 2e eeuw om zich in 11 38 aan te slui
ten bij de Cisterciënzerorde. „De Dui
nenabdij was tot aan haar opheffing in
1796 één van de belangrijkste kerkelij
ke instellingen van Vlaanderen", zegt
de bijlage bij het hoofdstuk over het ar
chief van het Grootseminarie. De abdij