THE RITUALISTIC CONCEPTION OF LIFE To draw up a catalogue of differences between the English and such or such of their continental neigh- over de reniers 169 draagzaam tegenover onze medemen sen, maar tevens tegenover het leven moeten zijn, omdat het leven zich even min als de mensen aan louter celebrale schema's wil aanpassen." De nationale synthese in de twee-een heid of liever de twee-verscheidenheid Staten-Oranje, is de leidslijn van het ooek. Zijn conclusie over Oranje luidt: „In het uur van hun zegepraal bewezen de Prinsen meer dan partijganger te zijn." „Geschiedenis: doel en methodiek" Uit Reniers verdere geschriften vermeld ik nog slechts het van 1 950 daterende: „History, its purpose and method". Ik vind het een juweeltje van helderheid. Het werk komt bij mij misschien mede zo boeiend over, omdat hij niet alleen refe reert aan collega's-geschiedkundigen uit de Engelse, Franse en Duitse taalge bieden, doch evenzeer aan zijn - ons vaak zo bekende - Nederlandse colle ga's en ons geregeld confronteert met namen - in willekeurige volgorde - als Huizinga, Geyl, P. J. Blok, Bussemaker, Rosenfeld, Z. W. Sneller, J. W. Wijn, Fruin, Jan Romein, Nuyens. Uiteraard, zou ik zeggen, staat hij stil bij de vergelijkende beschavingsstudie in 12 delen „A study of History" van de En gelse historicus Arnold J. Toynbee (1889-1975), die in die decennia in de wereld der historici zovele pennen in be roering bracht, niet in het minst die van Dr. P. Geyl, die de schare der critici tegen Toynbee's aanvoerde en vele aanhan gers verwierf. Kort weergegeven') ver weet Geyl zijn Londense collega onder meer „dat hij de historische feiten voort durend zou hebben geselecteerd en geïnterpreteerd in dienst van een op voorhand opgezet beschavingsschema. Toynbee zou de complexiteit van het ge- schiedgebeuren in een dwangbuis van wetten en standaardpatronen hebben gewrongen en zou geen oog hebben ge had voor het unieke karakter en de vrij heid van en in het menselijk handelen. Volgens Geyl kon er dan ook geen twijfel bestaan dat Toynbee een systeembou wer en een deterministisch georiënteerd profeet was.! In zijn „Purpose and method" verklaart Renier zich niet competent te achten Toynbee's geschiedenisfilosofie (prach tig geschreven, zegt hij wel) te critise- ren. Hij vermeldt slechts twee feiten, die hem wantrouwend maken over diens methode en conclusies. In de eerste plaats acht hij, wanneer Toynbee het over de Lage Landen heeft, diens behan deling kunstmatig en slechts benade rend, zo niet slecht geïnformeerd. De an dere pijl richt zich scherp op een veroor deling van Toynbee's gebruik van my thes en methaphoren, niet slechts om diens denkwerk te ondersteunen, maar als basis voor „subsequent reasoning and classification". (Faust, Job, Yin en Yang, Hyppolitus en Phoedra, Hoder en Balder). „Spelen met mythologie", aldus Renier's uitspraak, „leidt ons nooit ver der dan mythologie. Het voorziet ons van hypotheses - en wat doet dat niet - maar het bewijst nooit." In hetvoetspoor van Geyl, verwijt hij voorts Romein dat deze zich - tegenstrijdig - een aanhan ger van Toynbee verklaart en gelijktijdig gelovig Marxist blijft, blijkbaar als ge volg van „the spell of" a study of History. Olive over Renier en zijn vrienden Naar aanleiding van deze weergave van enige ideeën aan te treffen in Renier's werk, gelieve de lezer zelf te bedenken of er van geantidateerd zijn sprake is. Voor ons is het tijd terug te keren naar zijn verdere levensgeschiedenis zoals zijn vrouw die belicht. Zij ontmoet hem voor het eerst in 1 935. Gustaaf's eerste leven zou men kunnen zeggen, is dan achter de rug, een vrijgevochten leven, een jonge radicaal, vooralsnog pacifist net als zijn levenslange studievriend uit Gent, later Londen, David Hallett, studie voor Doctor of Philosophy in Londen, een bestaan opbouwend met schrijven, een agentschap opzettend in Londen - samen met David - voor Trans Radio, getrouwd met Kate O'Brien, die hem verlaat, gevolgd door jarenlange, ge compliceerde Engelse scheidingsproce dures. Was de vriendschap met Hallet de gewortelde van jeugdvrienden, als tweede en belangrijkste voor zijn ver dere levensloop gold die tot Pieter Geyl, eminent historicus. Geyl was na zijn promotie naar Londen gegaan als cor respondent van de NRC. Hij verbreedde daar zijn journalisme tot een degelijke, In what way the English completely differ from human beings

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 17