115 27 t heen en weer: de zeeuwse migratie in de jaren '80 175 Seperktheid van saldi-denken i igratiesaldi leven veel meer dan mi- iestromen, ook in bestuurlijke krin- Desondanks zijn stromen veel r verantwoordelijk voor verande- ;,en dan de saldi. ii zijn op het eerste gezicht toevalli- g uitkomsten van tal van uiteenlopen- processen. Frappant is evenwel de enhang die tussen dergelijke saldi ordt gevonden. Zo zijn voor Zeeland hoge correlaties aangetoond tus- t het migratiesaldo enerzijds, de rela te toename van de woningvoorraad de relatieve werkloosheid ander- Js2). Soortgelijke correlaties zijn ook •ndelijk aangetoond3), i vat te krijgen op de wederzijdse npassing is een saldibenadering te ;perkt. Samenhangen zeggen uitslui- nd iets over de werking van het arktsysteem. Waar woningen worden gebouwd gaan mensen heen anders opt de woningbouw en ontstaat leeg- .and. Waar mensen heen gaan worden woningen gebouwd anders vertrekt men. Waar werk is komen mensen; waar geen werk is vertrekken grote groepen. Dit alles binnen zekere gren zen, maar in het algemeen is een statis tische samenhang te verwachten. De hamvraag is evenwel: wie past zich wanneer en in welke mate aan wie aan. Alleen als die vraag enigermate wordt opgelost is er sprake van voorspellende waarde. De buitengewoon omvangrijke litera tuur over de beschrijving van migratie en de verklarende theorieën terzake4) geven een uitgebreid inzicht in de sa menstelling van stromen en het hoe en waarom van migratie. Twee voor het beleid essentiële velden zijn lange tijd onderbelicht gebleven en krijgen pas recentelijk wat meer aandacht; name lijk de gevoeligheid in de tijd en naar omstandigheid en de stuurbaarheid van de migratie5). Een indicatie hiervan ge koppeld aan de aard en samenstelling van de migratiestromen is voorwaarde voor de bepaling van effecten en de beoordeling van afzonderlijke saldi op een gegeven moment. 3. Typen interregionale migratie in Zeeland De verhuismobiliteit in Zeeland is spec taculair gedaald. Dit wordt vooral ver oorzaakt door het veel geringer aantal verhuizingen binnen gemeenten. Ont wikkelingen op de woningmarkt en in de inkomenssfeer zullen hierbij een rol spelen. De verhuizingen tussen ge meenten en tussen provincies nemen ook af zij het iets minder spectaculair. In het algemeen is de mobiliteit in Zeeland sterker gedaald dan gemiddeld in Ne derland. Dat geldt zowel voor verhui zingen binnen gemeenten als verhui zingen tussen gemeenten, regio's en provincies. Voor een tocht met zevenmijlslaarzen door het Zeeuwse interregionale migra tieland zijn de typen migratie zowel naar huishoudens als naar personen op een rij gezet. Situaties met betrekking tot het werk en persoonlijke omstandigheden (familie, hulpbehoevendheid, terugkeer naar huis e.d.) zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de vestiging- en vertrekstroom tesamen. Bij de vertrek- stroom vindt bovendien een uittocht plaats vanwege het volgen van onder wijs in de Randstad. Het gaat daarbij vrijwel steeds om kleine, vaak uit één persoon bestaande huishoudens. Bij de vestiging valt een aanzielijke stroom woonmigratie te constateren. Dit be treft gemiddeld wat grotere huishou dens. In aantal personen gemeten is er in to taal sprake van een klein vertrekover- schot zeker gelet op de omvang van de verschillende typen migratiestromen. Het vertrekoverschot aan huishoudens is veel aanzienlijker. Kortom het gebrui kelijke migratiesaldo in personen geeft een sterke vertekening van de structu rele positie van Zeeland. Afbeelding 2. 1 35 "3 3! \Totale verhuismobiliteit. 29- Interprovinciale mobiliteit. j 'OP j '07 i '05 1 21 pp - \y is - 9 5 - 13 P 3 - P - V. y/ 9 39 - 7 - 87 - -d >- %o i i i I i I 1 977 '978 >979 |P80 1981 1982 '983 T -r 1j11i i 9 77 1978 1979 1980 1981 1982 1983 VERHUISMOBILITEIT IN NEDERLAND EN ZEELAND Nederl.(CBS: maand - stat. bevolk. Zeeland (CBS.maand- staf bevolk)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1985 | | pagina 23