het heen en weer: de zeeuwse migratie in de jaren '80
176
Het vertrekoverschot staat primair in
verband met werkgelegenheidsrede-
nen alsmede met het ontbreken van be
paalde onderwijsfaciliteiten. Dit wordt
ten dele gecompenseerd door woonmi-
gratie. De cijfers zijn iets geflateerd om
dat bij vestiging om woonredenen
werkredenen toch vaak een rol spelen.
De typen migratie hangen tamelijk
nauw samen met leeftijd c.q. gezinsfa
se. Kenmerkend daarbij is een vertrek
van jonge alleengaanden en jonge huis
houdens en vestiging van relatief ge
sproken wat oudere huishoudens waar
woonfactoren in toenemende mate een
rol gaan spelen.
Terzijde valt op dat huwelijk/samenwo
ning en persoonlijke omstandigheden
ook aanleiding geven tot vertrekover-
schotten. Bij huwelijk/samenwoning
zal de werksituatie wellicht toch een
woordje meespreken. Bij migratie om
persoonlijke omstandigheden gaat het
vooral om ouderen die dichter bij fami
lie willen wonen. Het is voorstelbaar dat
de perifere ligging van Zeeland bij der
gelijke keuze-situaties in het nadeel
werkt.
De door de deltawateren gescheiden
regio's van Zeeland tonen binnen deze
algemene schets markante verschillen.
In Noord-Zeeland spelen woonfactoren
een grotere rol, in Midden-Zeeland krij
gen werkfactoren wat meer accent.
Zeeuwsch-Vlaanderen kenmerkt zich
Afbeelding 4.
door een langdurig geringe mobiliteit
waarin weinig verandering valt te be
speuren. Het zou in dit bestek evenwel
te ver voeren hier nader op in te gaan.
Een blik in detoekomst en een beoorde
ling van de effecten is op dit moment in
teressanter.
4. Gevoeligheid en stuurbaarheid
Pas als bekend is waardoor iets veran
dert, valt te beoordelen of er beleidsma
tig enig vat op is te krijgen. Vallen r
vruchten te plukken of moet er pu i
worden geruimd?
Twee algemene maatschappelijke ten
densen die de verhuismobiliteit onge
twijfeld zullen beïnvloeden zijn de ve
oudering van de bevolking en de econo
mische omstandigheden en voorui
zichten.
Wat de leeftijdsopbouw van de bevo
king betreft zijn migratie-onderzoeken
en theorieën buitengewoon duidelij
verhuizen en migratie hangen samen
met leeftijd, of liever met min of meer
leeftijdsspecifieke levensfasen c.q. ge
zinsfasen. Voorbeelden van dergelijke
fasen zijn het verlaten van het ouderli
ke huis, de vorming van een huishou
den, verbeteren van werkkring, uittre
ding uit het arbeidsproces, opname in
bejaarden-, verzorgingstehuis. Dit lee
tijdsspecifieke karakter van migratie en
mobiliteit houdt in dat de bevolkings
structuur van een gebied een belangri
ke factor is bij de te verwachten mobil
teit en migratie.
Bekend is inmiddels het verschijnsel
van de hoge groeipotentie door de jon
ge bevolkingsopbouw in suburban
kernen dat aanleiding kan geven tot eei
nieuwe - relatieve - suburbanisatie
golf. Maar evenzeer kan een vertrekgol
worden verwacht. Niet alleen geeft de
relatie met de leeftijd aanleiding tot re
Afbeelding 3.
Interregionale migratiestromen naar vestigings- resp. vertrekreden in
Zeeland (bron: enquete P.P.D. 1982)
aantal huishoudens aantal personen
vest
vertr
saldo
vest
vertr
saldo
Huwelijk, samenwonen
woonpl. partner
170
670
- 200
600
690
- 90
Werk
1010
1830
- 790
2110
3920
-1280
Onderwijs
80
810
- 730
150
660
- 510
Woonruimte
380
50
330
790
90
700
Woonomg.milieu
720
110
580
1710
310
1900
Persoonl. omst.
760
910
- 150
1120
1280
- 160
Overig
320
900
- 80
650
790
- 90
Totaal
3770
1810
-1010
7160
7190
- 30