het brandbocht in de nieuwe kerk te middelburg
184
er naar uit dat de kolommetjes die de lui
fel schraagden in de 1 9de eeuw, behal
ve op de hoek, door ijzeren spijlen zijn
vervangen. Aan de zijkant is er een glas
wandje. Wellicht is de bank vroeger van
een gordijn voorzien geweest.
Dergelijke hoge loges komen in kerken
(en schouwburgen) voor voor hoog
waardigheidsbekleders. Ook met een ei
gen toegang, direct van buiten af5). In
Zeeland is mij geen ander voorbeeld be
kend.
Of deze hooggeplaatste loge in de Nieu
we Kerk altijd in gebruik is geweest voor
de brandspuitmeesters, later het be
stuur van de brandweer, is mij niet be
kend. Ik waag het te betwijfelen, aange
zien de bocht er ouder uit ziet dan, naar
het mij voorkomt, de georganiseerde
brandspuitdienst (ik heb geen gegevens
over de periode van ontstaan daarvan in
Middelburg). Het is niet onmogelijk dat
het bocht omstreeks 1 7 64 door de kerk
meesters aan de „brandmeesters" istoe-
gewezen.
Het brandmeestersbocht als „broe
derschap"
Het hiervoor geuite vermoeden van in
gebruikneming in of omstreeks 1764
door de brandmeesters houdt verband
met mededelingen in een manuscript
van de Middelburgse stadsbouwmees
ter J. de Munck over dit kerkbocht6).
Daarin is, behalve van een nieuwe
reglementering, ook sprake van een al
eerder bestaand kerkbocht voor de
brandmeesters. Het iszeerwel denkbaar
dat de bepalingen van 1764 gemaakt
zijn met het oog op een nieuwe situatie,
ontstaan door het beschikbaar komen
van devia een apartespiltrap bereikbare
loge.
De mededelingen van De Munck geven
een idee van het gebruik. Niet alleen de
in functie zijnde brandmeesters hebben
recht op een plaats, ook afgetreden
brandmeesters. Tegen een jaarlijkse be
taling konden ook de brandmeesters van
de spuiten der Oost-Indische Compag
nie, Kamer en Werf, het recht verkrijgen
om op de loge te zitten.
Alle rechthebbenden krijgen de be
schikking over een sleutel. Blijkbaar was
de opgang afgesloten met een deurtje
dat op slot kon. Begrijpelijkerwijs bevat
het reglement stringente bepalingen
over het uitlenen aan anderen van de
sleutel.
Er is een overeenkomst met de koster,
die voor een bepaalde som het bocht
schoon houdt. De Munck treedt op als
Directeur en Boekhouder van het bocht.
Hij draagt er zorg voordat het reglement
voor gezamenlijke rekening wordt ge
drukt.
Het bocht wordt gezien als een gemeen
schap. Er is sprake van de „deelnemers
van het bogt". De leden van deze, men