het brandbocht in de nieuwe kerk te middelburg
186
n
Brandspuitmeestersbocht in de Nieuwe Kerkte Mid
delburg. Foto van onbekende datum. AtlasZeelandia
lllustrata.
zou geneigd zijn in de middeleeuwse be
woordingen te zeggen, broederschap
ontmoeten elkaar niet alleen in hun g e
meenschappelijke bocht in de ker
maar ze hebben ook van tijd tot tijd „ais
deelnemers van de bogt" een gezamen
lijke maaltijd.
Zulk een vorm van gezelligheid was nor
maal voor lieden die een bepaalde func
tie gemeen hadden, zoals regenter
schutterij-officieren, enz. Het treffend
in het geval van de Middelburgse brand
spuitmeesters is het verband met een ei
gen loge in de kerk van de groep.
Aantekeningen bij: het brandbocht in de nieu
we Kerk te Middelburg.
Zie ook: L.-L. de Bo, Westv/aamsch Idioticon
Gent, 1892, onder: bocht. (Een afgeheinde
plaats, een perk met planken of hurden of pert
sen rondom afgesloten, waarin men zwijnen o'
schapen, of ook andere dieren stelt).
2) In het Woordenboek der Zeeuwsche Dialecte:
wordt „vrouwenbocht" niet genoemd. Ik kwarr
het woord tegen in het bestek van een tijdelijke
kerkloods in 1770 te Grijpskerke, ingericht in
verband met de verbouwing van de N.-H. keri
aldaar in 1770. In hetzelfde stuk: stokmans
bocht.
3) Woordenboek van de Nederlandsche Taal, onde
bocht.
A) Peter Poscharsky, Die Kanzei, Gütersloh, 1 963
5) Een voorbeeld: de Jacobijnerkerk te Leeuwar
den, vóór 1 795.
6) Pag. 36 en 37.
Schets van het bocht, gemaakt naar de plattegrond
van afb. 6 en de foto van afb. 9. De wenteltrap
bevindt zich rechts achter de deur.