MIDDELGROTE STEDEN EN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE
ONTWIKKELING; PERSPECTIEF OP MIDDELBURG*
Prof. Dr J. G. Lambooy
Inleiding
Ruim dertig jaar geleden werd in de Ver
enigde Staten een sociologische studie
gepubliceerd over een fictieve middel
grote stad, Middletown genoemd. De
auteurs kozen voor deze constructie om
hun onderzoek naar de situatie van de
gemiddelde Amerikaan te beschrijven
vanuit het perspectief van de middelgro
te stad. De leefstijl van de bewoners van
die steden vonden zij typerend voor ge
heel de VS, een typische „bourgeois"
leefstijl. Daarbij dient men zich er overi
gens voor te behoeden om het woord
„bourgeois" in een negatieve betekenis
op te vatten. Het betekent immers „ste
delijke bewoner" of „burger". Voor de
VS was de burger van Middletown type
render dan die van New York.
Zou deze uitspraak ook voor Nederland
en Europa gelden?
Bij een bevestigend antwoord op deze
vraag, zou niet Middletown, maar Mid
delburg als het fictieve gemiddelde voor
Nederland gelden.
Wie de kranten leest, zal evenwel de in
druk krijgen dat Rotterdam en Amster
dam typerend voor Nederland zijn. Zou
dat zo zijn, dan is Middelburg geen
Middletown. Maar er is in Nederland he
laas geen of weinig onderzoek gedaan
naar de aard en de ontwikkeling van
middelgrote steden en de verschillen
met de grotere steden. Ik zou dan ook in
het hierna volgende willen ingaan op
een aantal aspecten van stedelijkheid en
de mogelijkheden voor steden, in het
licht van de technisch-economische
ontwikkelingen die op ons afkomen.
Daarbij zal ik ook trachten in te gaan op
de positie van Middelburg, maar daarbij
pretendeer ik geen enkele volledigheid.
Stad en stedelijkheid
Er is een omvangrijke literatuur over de
definitie van het begrip stad, zonder
daarover tot een bevredigende oplos
sing te komen. In het onlangs versche
nen magistrale werk van de Amerikaan
se professor Jan de Vries, getiteld „Eu
ropean Urbanization 1500-1800", be
handelt deze eveneens de problematiek
van de definiëring. Hij komt tot de slot
som dat een demografische, kwantita
Inleiding ter gelegenheid van het afscheid van
Burgemeester drs. P. A. Wolters van Middelburg op
29 augustus 1 985.
tieve definitie niet goed mogelijk is. Er
zouden kwalitatieve factoren aan moe
ten worden toegevoegd. Hoewel hij des
alniettemin op praktische gronden uit
gaat van 10.000 inwoners, geeft De
Vries ook aan dat in een complete defini
tie ook de leefstijl en de economische
functies erin zouden moeten worden
meegenomen.
In de studie van Zijderveld over stede
lijkheid wordt eerder gekeken naar de
culturele dimensie. Stedelijkheid wordt
als een resultaat gezien van bepaalde
gedragingen van mensen als individu en
in een institutioneel kader. Zijderveld
steunt daarbij op sociologen als Max
Weber en Louis Wirth. De eerstgenoem
de definieerde de stad op basis van func
tionele kenmerken, onder andere het be
zitten van burgerrechten en een han
delsfunctie. Wirth stelde dat de stede
lijkheid een „way of life" is: een leefwijze
of leefstijl.
Maar dan nog ken men een groot ver
schil constateren tussen steden. Zelfs
als steden van behoorlijke omvang zijn,
zoals Rotterdam en Amsterdam, is er
sprake van grote verschillen. De Franse
historicus Fernand Braudel heeft een in
teressante typering gegeven. Hij stelde
dat er steden zijn als een stoommachine,
en steden als een klokwerk. De eerste
soort vertoont een dynamische groei,
gebaseerd op een grootschalige indus
triële ontwikkeling, terwijl de tweede ca
tegorie een fijnzinnige differentiatie van
bedrijvigheid en een culturele vrucht
baarheid vertoont, die niet zozeer tot
snelle economische groei leidt, maar wel
een waarborg voor een intens gevoel
van stedelijkheid biedt.
In een meer economisch gerichte studie
heeft Jane Jacobs in 1 984 een uiterst
boeiende analyse gegeven over de rela
tie tussen de stedelijkheid en de econo
mische creativiteit. Zij stelt dat de natio
nale economie eigenlijk is opgebouwd
uit stadsgewestelijke economieën, die
als mozaïek weliswaar kunnen worden
opgeteld in nationale cijfers, maar die
niet als onderdeel van een nationale,
maar van een internationale economie
moeten worden gezien. Naar haar me
ning hebben vooral die stedelijke econo
mieën groeikansen, die zowel een dui
delijke plaats innemen in het internatio
nale handelsnetwerk, alsook het karak
ter van stedelijkheid bezitten dat Brau
del zou aanduiden met „de stad als een
klokwerk". De activiteiten dienen intern
en extern voor elkaar complementair te
zijn. Steden die alleen naar binnen kijken
of alleen op één snelgroeiend complex
van industriële activiteiten zijn geba
seerd, zijn gevoelig voor een crisis. De
zeer snel groeiende steden van nu, zijn
de verpauperde, stagnerende steden
van dertig jaar verder. Internationale
oriëntatie, economische en culturele dif
ferentiatie en een bestuurlijk-institutio
nele flexibele structuur zijn de condities
voor stedelijkheid en dynamiek.
Om die eigenschappen te bezitten, is er
vermoedelijk wel een voldoende om
vang van stad en stadsgewest nodig.
Daar dient evenwel te worden benadrukt
dat de beoordeling daarvan mede be
paald wordt door de aard van het stede
lijk hiërarchische systeem, waarin zulk
een eenheid functioneert. In een dyna
mische ruimtelijke economie zijn er gro
te centrale steden, die in betekenis toe
nemen en daardoor vroeger gelijkwaar
dige steden overvleugelen. Zo was Mid
delburg in zijn glorietijd één der belang
rijkste steden van Nederland, maar is
overvleugeld door steden die voor wat
betreft de ligging beter geschikt waren
om te groeien. In detechnologischeom-
standigheden van de Middeleeuwen
was Middelburg een belangrijk centrum.
Door nieuwe technologische en politiek-
institutionele ontwikkelingen, werd de
geografische structuur van Zeeland een
steeds sterkere belemmering voor groei.
De stedelijkheid die Middelburg in zijn
Gouden Eeuw kenmerkte, was onvol
doende om de vooraanstaande positie te
handhaven. Politiek en economisch
werd Holland steeds dominerender en
de ontwikkeling van de maritieme tech
nologie gaf de grotere havens een ver
dere voorsprong.
De fysieke structuur
Later in deze inleiding zal ik nog terug
komen op de betekenis van de moderne
technologische ontwikkelingen in rela
tie met de stedelijke dynamiek. Eerst wik
ik echter ingaan op de fysieke elementen
van stedelijkheid.
Een stad als een klokwerk bezit vrijwel
steeds een ruimtelijke structuur met
door de tijd heen typisch lokale artefac
ten. Zowel de gebouwen, alsook het