5"
vernuft en vlijt
12
de derde klasse verschillende meer een
voudige figuren; voor de bouwkunde-
klassen een tekening van een achtzijdige
koepel, een trap of iets dergelijks.
De prijzen bestonden aanvankelijk uit
fraai ingebonden boekgeschenken, zo
als De Lairesse's„Teekenboek" ,5) in een
band, versierd met het zinnebeeld van
de academie: een gevleugelde genius
met een vlam op het hoofd als de perso
nificatie van het Vernuft, daarnaast een
groep voorwerpen die de teken-, schil
der-, beeldhouw- en bouwkunst aandui
den, voorts een stille zee met opgaande
zon en het wapen van de stad Middel
burg; boven dit geheel in het rond ten
slotte de spreuk „Vernuft en Vlijt".
Waarschijnlijk was het Jacobus Perkois
die het ontwerp voor deze voorstelling
maakte16). Later ging men ertoe over
ook penningen uitte reiken. De prijspen-
ning voor het tekenen naar levend mo
del, een uit de hand gedreven zilverver-
gulde medaille ontworpen door J. W.
Gericke, werd voor het eerstter beschik
king gesteld in 1 787 en gewonnen door
Simon de Koster. Ten tijde van de woe
lingen aan het einde van de jaren 1 890
was het slaan van zilveren medailles
voorde verarmde academie veel te kost
baar geworden. Er werden nog wel ge
goten penningen uitgereikt. In de jaren
1 806, 1 81 2 en 1813 zijn er kennelijk in
het geheel geen medailles verleend; in
ieder geval is er in de rekeningen niets
over vermeld ,7).
Naar aanleiding van het Koninklijk Be
sluit van 1 3 april 1 81 7, waarin verschil
lende zaken werden vastgelegd met be
trekking tot het onderwijs in de beelden
de kunsten, werd ook voorzien in de ver
lening van „Rijksprijspenningen". Het
ontwerp ervoor werd gesneden door
Jean Henri Simon te Brussel. De voorzij
de toont „Minerva, gezeten, rustende
met haar linkerarm op een met het ge
kroond rijkswapen prijkend altaar
Zij reikt met de rechterhand een krans
uit en met de linker houdt zij een hoorn
van overvloed vast. Voor haar voeten
staat een passer, winkelhaak en rol pa
pier."18) Overigens kregen de
Middelburgse prijswinnaars eerst in
1822 zilveren medailles vanwege de ko
ning uitgereikt. Daarna werden nog
slechts bij uitzondering penningen met
het stempel van de academie verleend,
bijvoorbeeld in 1 828 aan Cornelis Kim-
Zilveren prijspenning door David van der Keilen sr.,
„vanwege den Koning aan Cornelis Levinus van Sor-
ge, kweekeling der Teeken Akademie te Middel-
mei (later, vanaf 1 845, lesgevend mees
ter „tekenkunde naar pleister") voor het
tekenen naar het leven. In de jaren 1 850
werden de boekgeschenken, die nog
steeds naast de zilveren penningen wer
den uitgereikt, te duur en daarom ver
vangen door bronzen medailles. In de
vormgeving van de koninklijke prijspen-
ningen trad in 1 849 een wijziging op; de
oude stempels waren versleten en nieu
we werden vervaardigd door David van
der Keilen sr. te Utrecht.
De behangsels
Zoals Leendert Bomme in zijn toespraak
in 1778 reeds aanduidde, werd teken
vaardigheid gezien als een onmisbare
ondergrond vooriedere handwerksman.
Dit hing ook samen met de verandering
in voorkeur, van rococo- naar klassieke
ornamenten. Om deze laatste goed te
kunnen uitvoeren had de handwerks
man enige kennis van de voortbrengse
len van de antieke cultuur nodig. In
Frankrijk werd op handel en nijverheid
gericht kunstonderwijs al sinds het be
gin van de 1 8e eeuw gegeven, onder
meer op de Ecole Royale Gratuite de
Dessin te Parijs (na 1 789 Ecole des Arts
Décoratifs). In Nederland kende men
zoiets nog niet; een meubelmaker bij
voorbeeld leerde het vak nog op de oude
burg" uitgereikt in de hoogste klasse van de bouw
kunde in 1 850. Foto's Zeeuws Museum.
gildemanier in de werkplaats en scherp
te daarnaast eventueel zijn artistieke ta
lenten aan de prenten en de pleister
beelden op de stadstekenacademie. Op
detekenscholen werd vrijwel uitsluitend
het tekenen onderwezen. Wie zich on
der leiding wilde bekwamen als schilder
kon dat het beste doen als leerling van
een behangselschilder. Over het alge
meen werden de behangselfabrieken als
nuttige oefenscholen voor schilders ge
zien, hoewel sommigen wel moeite had
den om later „den slechten fabriek
smaak en manier" uit hun werkte verwij
deren19). Naast gedrukte papieren en
katoenen behangsels werden in derge
lijke werkplaatsen op linnen geschilder
de voorstellingen (meest landschappen)
vervaardigd, die in vakken tegen de
wanden van kamers in voorname huizen
werden bevestigd.
In Middelburg werd het schilderonder-
richt gegeven in de behangselfabrieken
van Thomas Gaal (waar Jacobus Perkois
het vak leerde, evenals Simon de Koster
en Johannes Hermanus Koekkoek, res
pectievelijk „primus", eerste-prijswin-
naar, der Tekenacademie in 1787 en
1803), Marinus Piepers en Paulus van
Oppen. Christiaan Herklots meldde in
zijn rede bij het 25-jarig bestaan van de
academie in 1 803 dat de plafond- en