vernuft en vlijt
13
behangselschilderingen van de rond
Middelburg gelegen buitens duidelijk in
kwaliteit waren vooruitgegaan.
Tussen 1 810 en 1 820 begonnen de ge
schilderde behangsels overigens uit de
mode te raken, hoewel sommigen nog
trachtten hun interieurs door kleine ver
anderingen „up to date" te houden. Zo
wordt in Hildebrands „Camera Obscura"
verteld hoe Pieter Stastok, om een bij
drage te leveren aan de nieuwe tijd, zijn
behangsel „met niet onaardige bergach
tige landschappen" laat moderniseren:
„Een geestig schilder had op zijn gebod
al de hoeden veranderd, naar het toen
nieuwste model, bij de hoedenmaker
gehaaid, en al de wandelaars hadden
bruine, gele of gestreepte pantalons
aangekregen met souspieds en naar de
nieuwste snede. Al de pruiken waren
verbannen. De dames, die tot hiertoe de
openlijke bewijzen hadden gegeven dat
onze grootouders veel meer gedecolle
teerd waren op haar wandelingen dan
onze zusters op haar bals, hadden hoge
japonnen met stukken, wijde mouwen,
en lange lijven ontvangen, en zelfs het
haar der halfnaakte kinderen was in
naam der beschaving geknipt."
Jacobus Perkois
Perkois, in 1 756 te Middelburg geboren
als zoon van een arts, was al op jeugdige
leeftijd in de teken- en schilderkunst
geïnteresseerd. Na zijn leertijd bij Tho
mas Gaal meldde hijzichin1776aanals
leerling van de Haagse Tekenacademie.
In het jaar dat hij daar de lessen volgde
kwam hij in contact met Aert Schouman.
In 1777 in Middelburg teruggekeerd.
bleef hij, kennelijk nog lerende, louter
als kunstenaar actief tot hij in 1 779 een
functie aanvaardde als ambtenaar bij
het Liquidatie-comptoir der Oost-Indi
sche Compagnie. Deze betrekking be
hield hij tot in 1 795, waarna hij zich ge
heel op de beeldende kunst toelegde.
Zijn werk bestaat voornamelijk uit teke
ningen, zowel portretten als straattypen
en dergelijke. Bijna steeds vormen een
of meer mensen het hoofdonderwerp;
slechts hoogst zelden legde hij zich toe
op andere genres.
Perkois, mede-oprichter van het Tee-
ken-Collegie in 1 778, was zonder twijfel
het belangrijkste dirigerend lid in de eer
ste periode van de MiddelburgseTeken-
academie. Uit de schaarse gegevens
komt hij naar voren als degene die de da
gelijkse leiding had. In die hoedanigheid
De Tekenacademie te Middelburg door Jacobus Perkois: „de Kamer na het Levend Model, met de portraitten der Opper Directeuren, Directeuren en O effenende Leeden
ten Jare 1787 aanwezig", potlood. Atlas Zelandia lllustrata III 1033.