GOMMERT ABRAHAM DE KOK (1924-1985)
Gommert Abraham de Kok werd te Goes
geboren op 9 mei 1 924. Zijn vader was
employé op het gasbedrijf aldaar. Na de
lagere school volgde Gommert ULO-on-
derwijs (diploma A), 1936-1940. Ver
volgens was hij administratief werk
zaam op een accountantskantoor en la
ter op het kantoor van de Dienst der Do
meinen te Goes. Zo nu en dan schreef hij
voor het christelijk dagblad „DeZeeuw".
Zijn liefde voor de muziek was een fami
lietrek. Hij bekwaamde zich op het kerk
orgel onder leiding van Adriaan Kouse
maker en behaalde het getuigschrift van
de Nederlandse Organistenvereniging.
Hij verving Kousemaker bij diensten in
de Maria Magdalenakerk te Goes.
Zijn journalistieke loopbaan begon hij in
1 947 als verslaggever van de Provincia
le Zeeuwse Courant. De Kok volgde col
leges aan het Instituut voor persweten
schappen verbonden aan de zevendefa-
culteit van de Gemeente-universiteit te
Amsterdam. In 1 955 volgde zijn benoe
ming tot adjunct-hoofdredacteur van de
PZC. Hoofdredacteur werd hij in 1961.
Naast zijn hoofdredactionele arbeid
(waaronderdezo bekende „Kantlijn") le
verde hij alleen of in samenwerking met
anderen gedenkschriften van allerlei
aard. In 1959 (metM. C. Verburg):,, Wie
gaat mee naar V/issingen varen" (ge
denkboek zilveren jubileum N.V. Haven
van Vlissingen). „Het virtuut van de Mei"
(gedenkschrift 75 jaar Nederlandsche
Heidemaatschappij) in 1 963.„Vannabij
en verre" (twintig jaar Zeeuwse land
bouw 1945-1965) volgde in 1965.
„Eén van ons" (ter nagedachtenis van
Jhr. Mr. A. F. C. de Casembroot), 1 965.
„Middelburgin beeldspraak"(samen met
L. W. de Bree en M. P. de Bruin, t.g.v.
750 jaar stadsrecht Middelburg) in
1967. Breed opgezet leverde hij het
hoofdaandeel aan het gedenkboek hon
derd jaar geschiedenis van de Kon. Mij.
„De Schelde": „De Koninklijke Weg",
1975.
Regelmatig leverde hij zijn aandeel aan
fotoboeken: Ontworsteld land" (samen
met M. C. Verburg), 1960. „Middel
burg", c. 1964. „Kenterend getij" (met
M. P. de Bruin en M. C. Verburg), 1 970.
In deze fotoboeken had de fotograaf
Wim Riemens een zeer belangrijk aan
deel.
Over Zeeland en de Zeeuwen schreef De
Kok de werken„Kent UZeelandookzó?,
1 9612e druk 1 964, en „Sporen in de
slik", 1973.
Laatstgenoemd werk bevat opstellen die
maatgevend zijn voor de kwaliteit van
het werk van De Kok.
Zijn redacteurschap van het Zeeuws
Tijdschrift (1954-1972) begeleidde hij
met doorwrochte artikelen zoals de bij
drage over het Zeeuwse volkslied
(1 956), waarin de combinatie van ken
nis van politieke achtergronden en die
van muziek en volkslied opvallen.
Zijn stem werd gehoord in de Zeeuwse
Culturele Raad (lidmaatschap 1953-
1 971maar ook daarbuiten, als lid van
de Omroepraad, in de Raad van Beheer
van het ANP, in het college van hoofdre
dacteuren van de Gemeenschappelijke
Persdienst en als voorzitter van het Ne
derlands Genootschap van Hoofdredac
teuren en lid van het International Press
Institute.
Zijn vertrek naar Den Haag in 1978 als
hoofdredacteur van de Sijthoff-bladen
(Haagsche Courant, Rotterdamsch
Nieuwsblad en Goudsche Courant) gaf
hem nog grotere landelijke bekendheid.
Zijn commentaren in de Haagsche Cou
rant waren voor vele lezers maatgevend
(De Kok omschreef eens zijn positie als
het „nobele amb van Stadsomroeper de
zer Residentie").
Op de band opgenomen door het
Zeeuws Documentatiecentrum is zijn le
zing te Oostburg in 1 980 met als onder
werp: „Zijn er nog Zeeuwen?".
Zijn overlijden op 28 december 1 985 in
het Gasthuis te Middelburg maakte een
eind aan een zeer werkzaam leven.