rrnrrnnnr de strijd om zeeland in de lage landen aan de noordzee van de 11e tot de 14e eeuw 29 Kaartje deltagebied c. 1300. koren om zo de stad af te sluiten van de Gouwe. Zijn troepen legerden zich rond de stad in tenten. Regelmatig werden aanvallen op de stad uitgevoerd, maar even zo vele keren werden deze afgesla gen. De Vlamingen brachten blijden in stelling: grote katapulten waarmee zwa re stenen afgeschoten konden worden. Er werden er twee aan de noordzijde en één aan de zuidzijde opgesteld. OokZie- rikzee beschikte over dergelijke katapul ten, die voor dat doel door „meester Lammin die blidemakere" werden aan gemaakt. De Vlamingen schoten een grote steen op de kerk van het Dominicanerklooster. Een Zierikzees meester liet de steen ha len om in zijn katapult te leggen. Voordat de Vlamingen hun „blijde" hadden kun nen herladen schoot de Zierikzeese meester met een welgemikt schot de windas van de Vlaamse katapult aan stukken waarbij de hand van zijn vijan delijke collega werd verbrijzeld. De Zierikzeeënaars hielden dapper vol. Toen de Vlamingen een verrassingsaan val rond etenstijd begonnen, werd de klok geluid binnen de belegerde veste. De Zierikzeese krijgslieden renden naar de muren om met alle middelen ook de ze aanval terug te slaan. De vrouwen haalden de stenen uit de straten en sleepten ze naar de muren. Diezelfde vrouwen blusten ook een felle brand in enkele grafelijke huizen. De mannen konden op de muren blijven om de bela gers tegen te houden. De aanval was zo fel dat men door de vijandelijke zwer men van pijlen nauwelijks heen kon zien. De stad was geheel afgesloten zodat zij verstoken bleef van aanvoer van voed sel. De nood werd zo hoog dat het vee riet van de daken van huizen en stro uit de bedden gevoerd moest worden. Soms kon men koren uit de gracht halen dat daarin was geworpen door de Vla mingen. Dat was echter onvoldoende voor de noden. De Vlamingen maakten van alle middel eeuwse belegeringswerktuigen gebruik. Ze bouwden „evenhogen" en „katten", verplaatsbare houten torens van waaruit ze in de stad konden schieten. Met vijf verrijdbare bruggen op wielen stormden ze op de stad af. Op 17 verschillende plaatsen werden dammen in de gracht gelegd om zo de aanval te vergemakke lijken. De Hollandse kroniekschrijver Melis Stoke schat de Vlaamse troepen op 200.000 man sterk; zijn Vlaamse colle ga Guiart op 80.000. Beide schattingen zijn vermoedelijk te hoog, maar dat de Vlamingen met een grote overmacht voor de poorten stonden lijkt onbetwist baar. De vijandelijke aanvalsgolven werden keer op keer afgeslagen. De Vlamingen besloten ten lange leste de stad uit te hongeren. De felheid van de Zierikzeese burgers leek ongetemperd. Her Gye sprack: ic wil alhiere bliven Hgghende toter doet (Heer Gwijde sprak: ik wil alhier blijven liggen tot de dood) Evenhoghe, (Van der Sloot, Middeleeuws wapen tuig). eeuws wapentuig). De Vlamingen beperkten zich tot het af schieten van pijlen uit hun „katten" of „evenhogen". Vlakbij de noordelijke muur van de stad stond er één die groot en onverwoestbaar leek. Een Zierikzees meester, bekwaam in het afschieten van brand pijlen, probeerde de kat in brand te schieten. Op een avond loste hij een schot dat raak was. De houten toren vat te vlam. Blussingspogingen hadden geen resultaat, gehinderd als de blus sers werden door de stenen en pijlen die uit de stad op hen werden afgeschoten. De Vlamingen moesten werkeloos toe zien hoe hun pronkstuk in as veranderd werd. Het vuur verspreidde die nachtzo- veel licht dat men in Schiedam dacht dat Zierikzee zelf in lichterlaaie stond. De zeeslag op de Gouwe (10/11 au gustus 1304) De nood in de stad werd hoog en daarom werd een bode om hulp naar Willem ge zonden. Inmiddels had de Franse koning zijn admiraal Rainier Grimaldi naar Hol land gezonden om steun te bieden. Uit Calais werd een vloot van 38 grote sche pen en 11 galeien gezonden. De admi raal werd bijgestaan door de Franse be velhebber Jehan Paiedroghe. Versterkt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 35