de strijd om zeeland in de lage landen aan de noordzee van de 11 e tot de 14e eeuw
31
De tegenstanders probeerden eikaars
schepen, die aan elkaar verbonden wa
ren, in brand te steken. Het Vlaamse
schip J'Orgueilleuse", met vele rijke
Brugse poorterszonen aan boord, ging
verloren. De kansen leken te keren in het
voordeel van admiraal Grimaldi. Tegen
de middernacht scheen de overwinning
voor hen nabij.
Om de gewonden te verzorgen en wat te
drinken rustten de geallieerden even uit.
Plotseling dook in het duister bij het
schip van Willem een grote oorlogsbo
dem op. Men herkende de banier met de
zwarte Vlaamse leeuw in de top; het was
vermoedelijk het schip van Gwijde zelf.
S/ach, werp, hier es viant!
(Sla, gooi, hier is de vijand!)
Toen de Fransen en Hollanders het wil
den enteren zeilde het schip weg, de
duisternis in.
De Zierikzeeënaars volgden de slag met
spanning, maar het nachtelijk duister
belette hen het volgen van de vijande
lijkheden. Pas toen het licht werd kon de
balans worden opgemaakt.
De Vlaamse schepen waren van elkaar
losgeraakt zodat ze verstrooid ronddre
ven. De Frans-Hollandse vloot lag nog
geheel in slagorde. In tegenstelling tot
de Vlamingen, die touwen hadden ge
bruikt, waren de Franse en Hollandse
Zegel van Rainier Grimaldi.
ke vloot. Op de Frans-Hollandse vloot
liet admiraal Grimaldi natte zeilen over
boord hangen om het gevaar te weren.
Zover kwam het echter niet, de wind liet
de Vlamingen in de steek en de koggen
voeren terug naar de Vlaamse vloot en
richtten daar schade aan.
Op de geallieerde vloot wilde men gaan
rusten voor de definitieve slag. Het leek
erop dat de Vlamingen zich stil zouden
houden. Tijdens het avondeten kwam de
Vlaamse vloot echter, bij de weer opko
mende vloed, opzetten. In het schemer
donker brandde de strijd eerst goed los
nu de vijanden oog in oog met elkaar
kwamen.
De grote schepen waren voorzien van
onder meer „springaien" en „bancarm-
borsten" waarmee pijlen werden afge
schoten. Deze werden door beide parti
jen op het felst gebruikt.
De pile v/oghen, a/s waer snee
(De pijlen vlogen alsof het sneeuw was)
Het geluid van de gonzende pijlen leek
op dat van bijen. Het vermengde zich
met de strijdkreten. De Fransen en Hol
landers schreeuwden: Holland, Parijs,
Holland!; de Vlamingen: Flandre au lion.
Trommels, horens, fluiten en trompetten
zorgden voor een oorverdovend lawaai.
De Vlamingen leken weer aan de win
nende hand. Zij veroverden drie of vier
schepen en sloegen de opvarenden
dood. 't Was inmiddels nacht geworden
en de kansen voor de Vlaamse Gwijde
van Namen leken hoopvol.
Maar met de avondvloed kwamen ook
de gestrande Franse schepen weer vlot.
Tafereel uit de scheepsstrijd voor Zierikzee, 1 304 (1 9e eeuwse voorstelling).
P-J.£os
moemcH.