ZEEUWS TIJDSCHRIFT JAARGANG 36 nummer t -1986 MEEKIJKEN IN DE ZEEUWSE „OVERHEIDSKEUKEN Met een zekere mate van overdrijving zou men kunnen zeggen dat de beroem de romeinse veldheer en staatsman Ga jus Julius Caesar (1 00-44 voor Christus) als eerste de betekenis van openbaar heid van bestuur heeft ingezien toen hij als Consul in het jaar 59 besloot dage lijks een soort van staatscourant te laten verschijnen, de Acta diurna, de „dage lijkse gebeurtenissen". De met gips be streken nieuwsborden kregen een plaats op het Forum Romanum. Zij bevatten of ficiële berichten: besluiten van de se naat, wetten, verordeningen, beschik kingen, rechterlijke vonnissen en decre ten. Misschien om de aantrekkelijkheid te verhogen werden de borden ook voor zien van heel andere berichten: nieuw tjes uit de society, oogstverwachtingen en -resultaten, meldingen van aardbe vingen, branden, strooptochten van zee rovers enz. Wie er behoefte aan had kon de berich ten overschrijven en verspreiden. Vijf eeuwen hebben de Acta diurna bestaan, deze „mengvorm" van overheidsvoor lichting en vrije journalistiek. De laatste werd veelal uitgeoefend door „slaaf- nieuwsverzamelaars" in dienst van rijke romeinse heren. Zonder problemen ver liep het lang niet altijd. Cicero, pro-con sul in Klein-Azië, heeft zich nogal eens geërgerd aan het sensatienieuws van een verslaggever van gladiatorenge vechten en rechtszittingen. En keizer Augustus verbood het opnemen van verslagen van senaatsvergaderingen, omdat die verslagen hem niet welgeval lig waren. Hij zag er, naar geschied schrijver Tacitus berichtte, ook geen been in onjuiste of tendentieuze mede delingen te lanceren. En zo werden de Acta diurna nogal eens tot een propa gandamiddel van een zéér autoritair re giem. Anno 1 986 is er niet veel nieuws onder de zon. Kerkespraak Van Rome gaande naar deze lage landen aan de zee valt, beginnend in de 11e eeuw, een andere vorm van - laten we zeggen - overheidsinformatie te signa leren. Als men tenminste de z.g. kerke spraak die naam mag geven. Feit is wèl dat de overheid hier en daar gebruik maakt van de aanwezigheid van gelovi gen in en bij kerkgebouwen om haar zegje te zeggen. Uit een kerkorde van 1 730 voor het Drentse Landschap blijkt o.a. dat het ging om alle „lanszaken als placcaten, reglementen, resolutiën, or donnantiën enz.maar ook om medede lingen over de nationale militie, de be lastingen, het schouwen van wegen en wateren, het optreden van een nieuwe burgemeester enz. Bekend is dat gedu rende langetijden allerlei voor de burge rij van belang zijnde mededelingen aan de pui van de stad- en gemeentehuizen werden aangeplakt. Het zou overigens tot diep in de 19e eeuw duren voordat de bevolking gele genheid zou krijgen in de „overheids- keuken" te kijken. Het is de staatsman J. R. Thorbecke (1 798-1 972) geweest die de openbaarheid als een aan het bestuur J. J. Te vel onlosmakelijk verbonden aspect princi pieel aan de orde heeft gesteld en vorm heeft gegeven. Laatste decennia Openbaarheid van bestuur, overheids voorlichting: het zijn woorden van de laatste decennia, waarin het begrip communicatie op vele manieren wordt uitgelegd en toegepast. Op het brede terrein van de communicatieweten schappen is ook voor de overheidsvoor lichting een sector gereserveerd. De aard van die voorlichting is voortdurend in discussie: hoe ver mag een overheid gaan in het voorlichten van de burgers over haar doen en laten, haar voorne mens en besluiten? Mag overheidsvoor lichting méér zijn dan informeren, mag zij „wilsbeïnvloedend" zijn? Het begin van een bewust geregelde vorm van overheidsvoorlichting in Ne derland ligt in het jaar 1 920toen aan het departement van buitenlandse zaken een „adviseur voor persaangelegenhe den" werd benoemd. Voorlichting uit het Provinciehuis.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 7