SERVAAS EN BASTIAAN BOMME Middelburgse amateur-sterrekundigen over het verschijnen van de komeet van Ha!ley in 1835 Drs. J. P. Vaane Gedurende de periode, waarin de ko meet van Halley geregeld in Zeeland te zien zou zijn geweest, indien een hard nekkig aanblijvend wolkendek dat niet bijna doorlopend zou hebben verhin derd, kreeg ik een aantal handschriften en kranteknipsels onder ogen, waarin over het verschijnen van deze komeet in 1835 uitvoerig werd bericht1) - Ze waren geschreven en verzameld door Servaas Bomme (21.12.1767-1 1.9.1856) en diens zoon Bastiaan (12.11.1802- 4.11.1 858), beiden geboren en getogen te Middelburg, in welke stad zij ook hun beroep uitoefenden. Servaas, op 9 mei 1797 getrouwd met Clara van den Broecke (25.4.1764- 22.6.1841), woonde in het huis „Klein Ravestein" in de Lange Delft, als firmant van de manufacturenzaak B. Bomme Zn., die na het overlijden van zijn vader, Bastiaan, was voortgezet door zijn moe der, die in het aangrenzende pand „Het Land van Belofte" woonde. Servaas werd lid van de directie van de Commer cie Compagnie. Hij was kerkeraadslid van de Engelse Kerk aldaar en directeur bij het Zeeuwsch Genootschap der We tenschappen. Uit het feit, dat hij vrij hoog was aangeslagen in de belasting, die welgestelde ingezetenen moesten betalen om dein opdracht van Napoleon versterkte vestingwerken van Vlissin- gen, Rammekens en Veere te helpen fi nancieren 2), blijkt, dat de familie in zeer goeden doen was. Het echtpaar had vier dochters en een zoon, Bastiaan. Servaas verrichtte in zijn vrije tijd waarnemingen van hemelver schijnselen en hij noteerde nauwgezet gegevens over de weertoestand. Bastiaan werd opgeleid tot de handel. Hij trouwde op 1 1.7.1 834 met Clara van den Broecke (6.3.1805-28.1.1860), een dochter van Abraham van den Broecke, een broer van zijn moeder. Ge stimuleerd door de activiteiten van zijn vader, aanleg en zelfstudie ontwikkelde hij een gedegen kennis van de sterre- kunde en van de wiskunde, die daarvoor nodig was. In de Nieuwe Amsterdam- sche Courant lezen wij naar aanleiding van zijn overlijden o.a.: „Terwijl hij nog de betrekking bekleedde van directeur van het handelsentrepot, was hij ook lid van het handelshuis Van den Broecke, Luteijn en Schouten, en verder lid van verschillende binnen- en buitenland- sche geleerde genootschappen." Hij is lid van de provinciale'en van gedepu teerde Staten geweest, officier bij de Schutterij en lid van de Kamer van Koop handel en fabrieken. In die laatste func tie komt hij voor op de lijst van directeu ren bij het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1840-1858). Vele familiegegevens zijn te vinden in het „Journaal van de familie van Brou wer", een handschrift geschreven door de Middelburgse regent Hendrik Brou wer in het begin van de 1 9e eeuw3). Ser vaas en Bastiaan waren van hetzelfde geslacht als Leendert Bomme (1727- 1 788), die vooral bekendheid genoot als bioloog4), doch die tevens een observa torium bezat, waarin hij de sterrekunde beoefende5). De overgrootvader van Leendert, Anthonie Bomme, geboren te Veere (November 1 621en van beroep schipper van Veere op Dordrecht, was de bet-overgrootvader van Servaas. Over de oorsprong van de in Zeeland wonende Bomme's schrijft Hendrik Brouwer: wij den Oorsprong van deese Familie moeten zoeken, in de Streeken van Picardien, waar uit in het begin van de 1 7de Eeuw Een Stamvader zoude ontvlugt zijn, om de geweldige vervolgingen te ontgaan tegen de belij ders van de Gereformeerde Godsdienst die de zijne was." Verderop: „Van dee- sen Stamvader, waar uit dus de talrijke afkomelingen der Bomme's (voorheen genoemt Bom) voortgesproten zijn, be gint onze rekening. Wel dubieus dog niet onwaarscheinelijk is het dat wij hem te houden hebben, bij inzien van tGeslagt Register, voor Cornelis Bom me." Uit de aantekeningen van Brouwer blijkt, dat het de nakomelingen van de in Veere gevestigde stamvader al spoedig zo goed ging, dat velen ervan vrij hoog op de maatschappelijke ladder waren ge stegen. Leendert Bomme, (Veere 1 655-Middel- burg 1721), de grootvader van de hier voor genoemde bioloog, had een tim mermansbedrijf op de Korte Burgh, waarlangs de kooplieden na afloop van de beurs passeerden. Door „nieuw ge timmer" voor zijn huis te zetten en daar druk aan het werk te zijn kreeg hij al spoedig zoveel klanten en „zulk een ver basend aantal knegts, dat ik het getal liever niet noemen zal". Hij was „Eerste In april 1986 verschijnt de komeet van Halley opnieuw Meester" in zijn beroep, na het maken van een buitenlandse reis, in hoofdzaak door Frankrijk. „En onder de vernuftige uitvindingen die Hij opgesamelt en al hier overgebracht heeft, is voorseker de minste niet, de kunst om de Glaase rui ten te vatten in Hout, in plaats van Loot". De eerste proef daarmee werd door hem genomen aan een huis „op de Rouaan- sche Kaay". Servaas Bomme (1718-1767), de grootvader van de hier besproken Ser vaas, was Lakenkoopman in het huis „Het Land van Belofte" in de Langen- delft. Deze heeft „zijn grootste Fortuin gemaakt met het zogenaamde kleeden van de militairen tot deese Provintie be horende". De overgrootvader, eveneens Servaas geheten (1682-1754), was houtkoper, doch hij trad in 1 740 op als advocaat in een rechtsgeding over de schade, die op een Middelburgs slaven schip was ontstaan doordat de „lading" in opstand was gekomen. Daarbij ge raakten 290 slaven „om hals". De kwe stie was, of dat verlies kon worden be schouwd als averij grosse.6). Dat niet alles altijd koek en ei in de fami lie was, blijkt uit de volgende aanteke ning over Leendert Bomme (M'burg 1 71 6-Oostindië 1 7.woonde en had een kruidenierswinkel in 't Huis Het Goude Schild in de Kortendelft dog heeft Helaas! om wandirectie de reijs na het Peperland moeten ondernemen". Dat Bastiaan al op vrij jeugdige leeftijd in het voetspoor van zijn vader is getreden, behoeft geen verwondering te wekken, indien men beseft - gezien de massa's aantekeningen, die Servaas heeft nage laten - hoeveel uren deze aan zijn hobby moet hebben besteed. Zijn aantekenin gen getuigen meestal van grote nauw gezetheid en ze beperken zich niet slechts tot het noteren van hemelver schijnselen en gegevens over de weers-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1986 | | pagina 10