servaas en bastiaan bomme
51
indertijd aan Bastiaan gevraagd, zijn be
rekeningen indien nodig te verbeteren,
zodat een eclips nauwkeuriger kon wor
den berekend, doch op dat tijdstip had
Bastiaan daarvoor geen tijd. Thans ech
ter, naar aanleiding van de vraag van De
Wind heeft hij verbeteringen aange
bracht en hij berekent met deze nieuwe
gegevens een zonsverduistering, die in
het jaar 2098 zal plaats vinden, zo ver in
de toekomst, om de onnauwkeurighe
den goed te doen uitkomen. Hij verge
lijkt zijn resultaat met dat, wat de tafels
van De Kanter opgeleverd zouden heb
ben.
Aan het slot van zijn uitvoerige brief aan
De Wind schrijft hij, met de bescheiden
heid, die uit al zijn werk blijkt: „Zonder
nu aan de juistheid mijner berekeningen
meerder gewicht te hegten, zo blijkt uit
de tafelen van den Heer de K. zelfs dat
die verduistering geen plaats kan heb
ben." Voorts: „En wat is nu wel be
schouwd de uitslag van dit onderzoek?
Deze: Dat de tafelen van den Heer de
Kanter voor vele jaren die nauwkeurig
heid bezitten welke Zijn Ed. heeft willen
bereiken".
Het werk van Boel noemt hij „eene nutti
ge strekking hebbend", maar om nauw
keurig de gegevens voor een zonsver
duistering te berekenen, dient „men de
zelve met veel omzichtigheid" te gebrui
ken en „door meer gestrenge berekenin
gen" te verifiëren.
Over de te verwachten zonsverduiste
ring van 15 Mei 1836 bericht Bastiaan
in een uitvoerig artikel in de Konst- en
Letterbode van 27 November 1 835. Hij
geeft voor dat komende hemelver
schijnsel „eene strenge en algemeene
berekening voor onze gewesten", waar
mee wordt bedoeld, dat hij de tijden en
de aard van de verduistering geeft voor
waarnemers te Middelburg, Arnhem en
Groningen. Het is duidelijk, dat zijn auto
riteit op dit gebied voor de redactie van
dat tijdschrift groot genoeg was, om dit
artikel als leiddraad aan de lezers te ge
ven.
Het is verwonderlijk, dat met name over
Bsstiaan als sterrekundige niet meer be
kend is, gezien het niveau, dat hij in dit
vak, toch slechts zijn liefhebberij, heeft
bereikt. Dit niveau blijkt niet alleen uit
zijn publicatie's, doch vooral uit het feit
dat hij met sterrekundigen van beroep
correspondeerde en dat zijn werk door
een van hen, Hind, wordt vergeleken
met geleerden van wereldnaam. Uit het
ingezonden stuk in de Times blijkt, dat
Hind hem als gelijkwaardig collega in
het vak waardeerde.
Servaas was vooral de waarnemer,
nauwgezet noterend wat hem interes
sant leek en met een scherpe opmer
kingsgave.
Hun leven verdient meer en uitgebreider
aandacht, dan er in dit inleidende artikel
aan gegeven kan worden.
BRONNEN EN LITERATUUR:
Familie-papieren in bezit van mevr. H. C. Bol-
kenbaas-van Hoek te Burgh-Haamstede.
2) Familie-archief van W. Blindenbach te Haam
stede.
3) Hendrik Brouwer. Journaal van de familie van
Brouwer, (ca. 1800-1820). Gemeente-archief
Middelburg.
4) Dr W. S. S. van Benthem Jutting. Leendert
Bomme, een 1 8-de eeuwse bioloog te Middel
burg. Archief Z.G. der Wetenschappen (1 969).
5) J. P. Fokker. Beginzelen der Comeet van 't jaar
1779, zijnde de 64s*e wier loopkring berekend
is. Verhandelingen van het Z.G. der Weten
schappen 1 782 Deel VIII blz. 51 7.
6) Archief van de Westindische Compagnie. Rijks
archief te Middelburg.
7) Hall, Chester Moor. Encycl. Brittanica 1 965. Dl.
21, blz. 904. Voor meer bijzonderheden: H. C.
King; the History of the telescope. London,
1 9792 (eerste druk 1 955).
8) Ingezonden brief door J. Hind. Archief van de
Times te London.
9) Mr Samuel de Wind. Substituut-Officier bij de
Regtbank van den Eersten Aanleg Lid van het
Z.G. der Wetenschappen sedert 1815.
,0) J. de Kanter, Ph zn. Nieuwe Ecliptische Tafelen
met derzelver toepassing. Middelburg 1 803.
Verantwoording
Mijn speciale dank geldt mevrouw H. C. Bolken baas
van Hoek te Burgh-Haamstede, die de aantekenin
gen van de Bomme's ter beschikking stelde als basis
voor dit artikel. De hulp van de heer W. Blindenbach
bij het selecteren van verdere gegevens uit die pa
pieren was mij zeer welkom. Ook uit zijn familie-ar
chief kwam een aantal interessante gegevens.
Zonder de aanwijzingen van drs A. C. Meyer van het
Documentatie-Centrum van deZeeuwse Bibliotheek
en die van mijn vakgenoot drs H. J. Zuidervaart zou
interessant feitenmateriaal omtrent de Bomme's,
hun omgeving en belangstelling-sfeer mij wellicht
ziinon,9aan- JanHeyse
Enig inzicht in de levensomstandigheden van de fa
milie Bomme dank ik aan de steun van de heer P. W.
Sijnke, gemeente-archivaris van Middelburg.