„NON LUCTOR ET SUBMERGO"
Ziekenhuisplanning als een gevaar
voor ziekenhuispsychiatrie Dr. J. D. van Scheyen
Intra murale psychiatrie in Zeeland,
heden en toekomst
In de provincie Zeeland is - sinds een
niet gering aantal jaren -- het aantal psy
chiatrische opnemingen relatief hoog. In
1 980 was het betreffende opnamegetal
388 per 100.000 inwoners. Dit getal
was landelijk in 1 980: 342. In die perio
de van 1 980-1 983 is in Zeeland dit ge
tal verder gestegen tot, in 1983, 484
opnemingen per 1 00.000 inwoners. De
ze stijging is, voor een deel toe te schrij
ven aan het sinds 1 981 gaan functione
ren van het Psychiatrisch Ziekenhuis
Zeeland, het PZZ. Dit leidde er ook toe
dat er een stijging optrad van het aantal
opnemingen vanuit Zeeland in een Psy
chiatrisch Ziekenhuis tot in 1983 179
per 100.000 inwoners (het betreffende
landelijke getal was in 1 983: 181).
Nu was, zeker tot 1 981de intra-murale
psychiatrie in Zeeland voor een belang
rijk deel gelocaliseerd in de in de regio
Zeeland relatief grote capaciteit van de
Psychiatrische Afdelingen in de Alge
mene Ziekenhuizen: de PAAZ'en. Het
gaat hier om die afdelingen in Zeeuws-
Vlaanderen en die in Walcheren met een
totaal van 1 06 bedden. Het PZZ vervult,
sinds 1 981voor een deel van Zeeland,
onder andere de Bevelanden, eveneens
de PAAZ-functie. De relatief snelle stij
ging van het aantal opnemingen in het
PZZ, vooral in de afgelopen 3 jaren,
hangt voor een deel ook wel samen met
deze dubbele functie van het PZZ.
Opmerkelijk is nu dat, na de ingebruik
neming van het PZZ, het opnamegetal in
de resterende Zeeuwse PAAZ'en prak
tisch gelijk gebleven. Hierbij gaat het om
een getal van omstreeks 1 000 opnemin
gen per jaar, d.w.z. ruim 300 per
1 00.000 inwoners van Zeeland. Over de
niet hoopvolle toekomst van die PAAZ-
activiteit, de ziekenhuispsychiatrie in
Zeeland, handelt dit artikel.
Uit de betreffende cijfers blijkt dat de
PAAZ'en in Zeeland ook in de afgelopen
jaren nog steeds ongeveer tweederde
van het totaal aantal psychiatrische op
nemingen voor hun rekening nemen. Nu
is in de betreffende'periode, van 1980
tot en met 1 983, ook het landelijke op
namegetal van de PAAZ'en maar weinig
veranderd, maar wel is dit getal lager:
gemiddeld 1 92 opnemingen perjaarper
100.000 inwoners van Nederland.
In de Zeeuwse PAAZ'en is het gemiddel
de aantal opnemingen per bed per jaar
12, het bezettingspercentage is om
streeks 90%. Opmerkelijk is voorts dat
op de PAAZ'en op Walcheren er per jaar
zowel relatief als absoluut evenveel psy
chotische patiënten worden opgeno
men als in het PZZ. Uit de betreffende
cijfers kan ook worden afgeleid dat in de
PAAZ'en in Zeeland per jaar per
100.000 inwoners omstreeks 1 15 pa
tiënten meer worden opgenomen verge
leken met de landelijke PAAZ-cijfers.
Maar ook is het aantal Zeeuwse psychia
trische patiënten dat werd opgenomen
in een Psychiatrisch Ziekenhuis in depe-
riode van 1 980 tot en met 1 983 geste
gen van 90 tot 179 per 1 00.000 inwo
ners. Daarbij moet worden opgemerkt
dat, ook landelijk, dit getal in die periode
duidelijk steeg van 1 50 naar 1 81Ge
zien deze getallen: het betrekkelijk grote
aantal psychiatrische opnemingen in
Zeeland, wat in de periode van 1 980 tot
en met 1983 zelfs nog groter werd, ont
stond ook de vraag: is er onder de
Zeeuwse bevolking sprake van relatief
veel en mogelijk zelfs toenemende psy
chiatrische problematiek?
Een antwoord op die vraag is niet een
voudig. Deze ontwikkeling kan ook te
maken hebben met de toegenomen op
name- en verblijfscapaciteit voor psy
chiatrische patiënten in de regio door
het in gebruik nemen van het PZZ. Het is
namelijk bekend dat een vergroting van
capaciteit in feite altijd leidt tot een gro
ter worden van de betreffende patiën-
tenstroom. Maar ook zou men zich kun
nen afvragen, schiet de ambulante hulp
verlening voor deze patiënten wellicht
tekort? Anders gezegd: wordt er te snel,
te gemakkelijk en misschien ook te vaak
opgenomen? Ook dievraag is moeilijkte
beantwoorden. Het zoeken naar een ant
woord op al deze vragen valt buiten het
bestek van dit artikel. Maar afgezien van
die vragen staat het ook vast dat in Zee
land een bepaalde categorie van psy
chiatrische patiënten betrekkelijk groot
is en dat juist voor die patiënten een kli
nische behandeling zonder meer aange
wezen is. Een klinisch-psychiatrische
behandeling die ook optimaal in een
PAAZ kan gebeuren. Hierop zal nog ver
der worden ingegaan. Aldus lijkt een
verdere analyse van de genoemde getal
len de moeite waard. Het zijn getallen
die betrekking hebben op een betrekke
lijk kleine maar daardoor ook meer over
zichtelijke regio met een totaal aantal
van ruim 350.000 inwoners. Voorts is
een dergelijke analyse van belang met
het oog op de toekomst van de Zieken
huispsychiatrie in Zeeland.
Nu moet vooral bij het denken aan die
toekomst zeker rekening worden ge
houden met de scala van nieuwe ontwik
kelingen op het gebied van de Geestelij
ke Gezondheidszorg, de GGZ, in Neder
land. Een van de themata in deze nieuwe
ontwikkeling is de uitbreiding van de ex-
tra-murale zorg zodat daarmede ook
een vermindering van de intra-murale
capaciteit kan worden bereikt. In dit ver
band wordt ook wel gesproken van op
name-voorkomende strategieën. Een
dergelijke gedachte lag onder meer ten
grondslag aan de ontwikkeling van de
Regionale Instituten voor Ambulante
Geestelijke Gezondheidszorg, de
RIAGG's.
Inmiddels is duidelijk geworden dat de
praktijk iets anders heeft geleerd, bij
voorbeeld dat het aantal opnemingen in
de Psychiatrische Ziekenhuizen en de
PAAZ'en, landelijk, in de periode van
1 980 tot 1 984 gestadig is toegenomen
van 342 tot 376 opnemingen per jaar
per 100.000 inwoners van Nederland.
Hierbij kan het ook gaan om een toene
ming van het aantal her-opnames. Wat
dit betreft is het mogelijk dat het verval
van de traditionele Sociaal Psychiatri
sche Nazorg - iets wat althans tot nu toe
inherent is aan de moderne RIAGG ont
wikkeling - hierbij van invloed is ge
weest.
Toch neemt dit niet weg dat na het tot
stand komen van de RIAGG's nu al weer
druk wordt gedelibereerd over de nood
zaak van het laten ontstaan van de RIGG
(Regionaal Instituut voor de Geestelijke
Gezondheidszorg). In dit verband wordt
nu ook gesproken over de creatie van de
MFE, de Multi Functionele Eenheden,
een instelling waarin zowel de „oude"
als mede de „nieuwe" instituten (zou
den) moeten gaan samenwerken. Kort
om er is sprake van veel nieuwgroei in de
GGZ. Vooral vanuit de intra-murale
werksituatie kan dan ook de vrees ont
staan voor minder gewenste wildgroei
met bijvoorbeeld ook bureaucratische
verstarring. Dit betekent ook het risico
van de vernieuwingsdrift: het risico dat