„non luctor et submergo"
55
behoefte? Tot op zekere hoogte kan dit
wel worden afgeleid uit de recente Nieu
we Nota Geestelijke Volksgezondheid
van Juli 1 984. Ook daarin wordt gewe
zen op de wijzigingen van de betreffen
de normgetallen in de afgelopen jaren.
Variaties die kennelijk ook samenhan
gen met wijzigingen in de visie over de
betekenis van de PAAZ-afdelingen.
Merkwaardig is bijvoorbeeld dat in de
zogenaamde structuurnota 1974 nog
werd gesproken over een stimulerings
beleid waarover onder meer het volgen
de werd verklaard: „In beginsel zou ieder
algemeen ziekenhuis een psychiatrische
afdeling dienen te hebben. De psychia
trie is een specialisme naast andere
zoals bijvoorbeeld chirurgie en interne
geneeskunde".
Toen werd de planningsnorm voor wat
betreft de PAAZ-capaciteit gesteld op
0,2 a 0,3 promille. Echter, in het begin
van de jaren tachtig ontstond er weer
een kentering waarbij werd gemaand tot
een „voorzichtig beleid" met betrekking
tot de ontwikkeling van de PAAZ-psy-
chiatrie. Op grond waarvan die uitspraak
werd gedaan is niet duidelijk. Maar wel
was dit kennelijk ook een reden om de
PAAZ-norm uiteindelijk weer drastisch
te verlagen tot het huidige getal van 0,1
promille. Wellicht heeft dit ook te maken
met de feitelijke ontwikkeling van de
PAAZ-psychiatrie in Nederland. Wat dit
betreft kan er zeker worden gesproken
van een herkenbare ontwikkeling die
ook als een vooruitgang kan worden ge
karakteriseerd. De groei van de PAAZ-
capaciteit is, landelijk beschouwd, sinds
1 950 opmerkelijk, aldus de Nieuwe No
ta Geestelijke Volksgezondheid. In deja-
ren 50 waren er 4 PAAZ-afdelingen, in
1983 ruim 80. De groei van de PAAZ-
capaciteit in Nederland kan echter ook
als een verbetering van de psychiatri
sche zorg worden beschouwd. Dit onder
meer door het feit dat bijvoorbeeld de in
dit verhaal genoemde drie categorieën
van psychiatrische patiënten optimaal in
een PAAZ kunnen worden behandeld,
inclusief een adequate nabehandeling.
Wat dit betreft kan er worden gesproken
van een eigen identiteit van de PAAZ-
psychiatrie die ook van belang is voor
een niet gering aantal van ernstige psy
chiatrische patiënten.
Terugkerende naar de geschetste regio
nale problematiek resteert de vraag: is
het niet gewenst dat in de regio Zeeland
diegenen die zich verantwoordelijk ach
ten voor de gezondheidszorg de tekort
koming in de huidige planning gaan on
derkennen? Uiteindelijk gaat het hierbij
toch ook om een dreigende afbraak van
een deel van de gezondheidszorg. Aan
een klinisch-psychiatrische behoefte
die blijft bestaan kan in de nu nages
treefde nieuwe ziekenhuissituatie niet
meer worden voldaan. Of, dit in aanmer
king nemende, de „beleidsmakers" dan
toch tot actie bereid en in staat zullen
zijn blijft anderzijds de vraag. In feite
gaat het daarbij ook om een principiële
vraag: is men vanuit de regio bereid om
met recht en rede maar ook met overtui
ging op te tornen tegen het beleid, tegen
de „planning" van de Centrale Overheid?
Nu is het denkbaar dat een dergelijke ac
tiviteit, vooral in Zeeland, wat moeilijker
op gang kan komen. Dit kan samenhan
gen met het feit dat met een dergelijke
activiteit de neiging tot Gezagsgetrouw
heid - ook richting Den Haag - eniger
mate moet worden onderdrukt. Makke
lijk zal dit niet gaan aangezien juist die
vorm van Gezagsgetrouwheid vooral in
Zeeland nogal duidelijk is geprofileerd.
Maar dit neemt niet weg dat die vorm
van Gezagsgetrouw zijn, ook in de nabije
toekomst, ongewenste gevolgen kan
hebben voor een niet gering aantal
Zeeuwse psychiatrische patiënten. Nu
bestaat nog de vrees dat in de toekomst
de gesignaleerde verkeerde ontwikke
ling zich toch zal voltrekken. Al met al
lijkt dit niet in overeenstemming met de
Zeeuwse Wapenspreuk: „Luctor et
Emergo", waarmee ook de parafrase van
die zegswijze als de titel van dit verhaal
is verklaard.
Samenvatting
In de psychiatrische voorzieningen in
Zeeland kan aan de PAAZ-psychiatrie
sinds een groot aantal jaren, zowel kwa
litatief als kwantitatief, een aparte bete
kenis worden toegekend.
Volgens de recentelijk ontwikkelde
plannen voor de nieuwbouw en ver
nieuwbouw van de Ziekenhuizen in Zee
land zal de intra-murale PAAZ-capaci
teit meer dan worden gehalveerd.
Blijkens daarop gerichte berekeningen
zal dit tot gevolg hebben dat in de regio
Zeeland per jaar aan een bepaalde cate
gorie van ruim 1 00 ernstige psychiatri
sche patiënten, geen adequate klinische
psychiatrische behandeling meer kan
worden verleend.
LITERATUUR:
1. Mental Disorders, Classification with ICD-9,
1 978, WHO, Genève.
2. Nieuwe Nota Geestelijke Volksgezondheid,
1 984, Ministerie van WVC.
3. Ten Horn, G. H. M. M. Nazorg geeft kopzorg,
1 982, Academisch Proefschrift, Groningen.
4. Van Scheyen, J. D., Zeeland Geestelijk Gezond?
1 983, Zeeuws Tijdschrift, 33, 1 36-43.
5. Zuilhof, J. J., Gegevens over de PAAZ-capaci
teit in Zeeland, 1985, Interne Discussienota,
Prov. Raad voor de Volksgezondheid in Zee
land.
Jan Heyse
HP